Lokale heffingen

Inleiding

Terug naar navigatie - Lokale heffingen - Inleiding

De gemeente kan uitsluitend belastingen heffen die in de wet zijn vastgelegd. Bij het vaststellen van de belastingverordeningen wordt uitgegaan van de door de Vereniging van Nederlandse Gemeente verstrekte modellen.

De ontwikkelingen en tariefsaanpassingen van de lokale heffingen worden bepaald door de volgende beleidskaders:
•    ontwikkelingen in wetgeving;
•    beleidsnota’s;
•    financiële positie van de gemeente.

Lokale heffingen 
De inkomsten van de gemeente uit heffingen bestaan uit:

Belastingen
Voorbeelden hiervan zijn onroerendezaakbelasting, toeristenbelasting en precario. De gemeente bepaalt zelf waarvoor de opbrengst van deze belasting wordt gebruikt.

(bestemmings-) heffingen
Dit zijn rechten, tarieven en leges, zoals rioolheffing en kosten voor een paspoort. De gemeente kan hier alleen de door haar gemaakte kosten van vergoed krijgen. 

Gemeentelijk beleid 2026
•    De opbrengstraming van de onroerende zaak belastingen is ten opzichte van 2025 niet verhoogd. De waardeontwikkeling van de OZB van woningen en niet-woningen wordt in het tarief verrekend.
•    De hoogte van de leges wordt bepaald door de kosten die de gemeente moet maken voor bijvoorbeeld paspoorten.  De tarieven worden jaarlijks getoetst op kostendekkendheid. Het tarief wordt geactualiseerd met toegepaste indexatie en verhoging van kosten die horen bij het product.
•    Voor het tarief van de bestemmingsheffing worden de baten geactualiseerd. De materiële kosten worden geïndexeerd met het percentage van de prijsinflatie, de loonkosten met de indexatie van de loonontwikkeling.

Kwijtscheldingsbeleid
Er kan kwijtschelding aangevraagd worden voor de afvalstoffenheffing en rioolheffing. In 2025 hebben 549 huishoudens kwijtschelding aangevraagd. Van de 412 huishoudens die (gedeeltelijk) kwijtschelding hebben toegewezen gekregen, gebeurde dit in 340 gevallen op basis van  automatisch verkregen informatie via het inlichtingenbureau en eigen aanvullend onderzoek. Het inlichtingenbureau is een onderdeel van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en gebruikt informatie van de Belastingdienst, de Rijksdienst voor het Wegverkeer (RDW) en het UWV. 

Inkomsten lokale heffingen
De inkomsten uit lokale heffingen zijn voor 2026 begroot op € 9,4 miljoen. De baten uit belastingen worden geraamd op € 7,8 miljoen.

Leges - Effect invoering Omgevingswet
Per 1 januari 2024 is de Omgevingswet in werking getreden. De mate van financiële impact wordt sterk beïnvloed door beleidskeuzes die Baarn heeft gemaakt over het wel of niet heffen over de activiteiten van het overleg in de voorfase, de heffingssystematiek voor de ruimtelijke toets, de buitenplanse omgevingsplanactiviteiten en het wel of niet gaan heffen over de milieubelastende activiteiten, maar ook vergunningsplichtige activiteiten voor duurzaamheidsmaatregelen. Eén en ander hangt nauw samen met hoe het gekozen uitgangspunt van beleidsneutrale overstap naar de omgevingswet uitpakt en de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de dienstverlening. Omdat het heffingsjaar met de nieuwe wijze van de legesheffing nog niet is afgerond, is nog niet volledig duidelijk wat de financiële gevolgen zijn van de gemaakte keuzes. Vanuit het streven naar kostendekkende tarieven zullen alle activiteiten die onder de legesheffing vallen geheven moeten worden. Door de heffing over het overleg in de voorfase in mindering te brengen op de legesheffing van de betreffende aanvraag omgevingsvergunning is de financiële impact voor de gemeente gering.

De baten van de bestemmingsheffingen zijn gebaseerd op de verwachte kosten die gemaakt worden voor de taak of voorziening waar het om gaat. Voor bestemmingsheffingen geldt dat de heffing niet hoger mag zijn dan de kosten die gemaakt worden. Een van de ombuigingsmaatregelen 2026 is het realiseren van een een hogere legesopbrengst omgevingsvergunningen. De hogere inkomstenraming is opgenomen in deze begroting.  Door de invoering van de Omgevingswet en doordat de kostendekkendheid van de bijbehorende leges nog niet op 100% ligt, zien we mogelijkheden een extra opbrengst van € 160.000 te realiseren. Hieronder vallen ook bijvoorbeeld de suggesties om voor afspraken/adviesgesprekken die verband houden met vergunningverlening, leges in rekening te brengen bij de gebruiker.

Toelichting belastingen

Terug naar navigatie - Lokale heffingen - Toelichting belastingen

De inkomsten van belastingen, zoals beschreven in de tabel hieronder, kunnen worden ingezet voor uitvoering van alle gemeentelijke taken en voorzieningen. In het vierde kwartaal van 2025 worden de nieuwe belastingverordeningen voor 2026 vastgesteld. 

Onroerende en roerende zaakbelasting:
De onroerendezaakbelastingen (OZB) worden geheven op onroerende zaken van eigenaren van woningen en niet-woningen en van de gebruikers van niet-woningen. De grondslag voor de OZB is de WOZ-waarde, zoals die jaarlijks wordt vastgesteld volgens de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ). Er is heeft in 2026 geen  inflatiecorrectie plaatsgevonden op de geraamde opbrengsten. De geraamde opbrengst 2026 is dus gelijk aan de geraamde opbrengst 2025.

De roerende zaakbelastingen worden geheven op roerende zaken, zoals woonwagens en woonschepen. Deze belastingen zijn nagenoeg identiek aan de OZB. Het tarief en de grondslagen moeten daarom gelijk zijn aan die van de OZB. De opbrengst is nagenoeg gelijk aan het voorgaande jaar.

Ombuigingsmaatregel uit Perspectiefnota 2026

Een van de in de Perspectiefnota opgenomen ombuigingsmaatregelen is om een extra inkomsten te genereren van € 50.000 door het verhogen van overige belastingen, niet zijnde OZB. Als mogelijkheden zijn genoemd de verhoging van hondenbelasting, toeristenbelasting, precario- en/of forensenbelasting. Vooruitlopend op definitieve besluitvorming over de precieze invulling is dit vooralsnog  in de begroting 2026 2029 verwerkt door de opbrengstraming van de onderstaande belastingen te verhogen. Forensenbelasting € 14.500, Toeristenbelasting € 17.500 en Hondenbelasting  € 18.000.

Forensenbelasting:
De forensenbelasting is een belasting op tweede woningen voor mensen die niet in de gemeente Baarn staan ingeschreven, maar wel meer dan 90 dagen per jaar in Baarn een gemeubileerde woning tot hun beschikking hebben.

Toeristenbelasting:
De toeristenbelasting wordt geheven van toeristen die in de gemeente overnachten in hotels, pensions en op campings. Rechtvaardiging voor deze belasting is dat gemeenten kosten maken voor niet-inwoners die verblijf houden en gebruik maken van de gemeentelijke voorzieningen. 

Hondenbelasting:
De opbrengst van de hondenbelasting wordt gebruikt voor de algemene middelen. De belasting wordt geheven van degene die de houder is van één of meer honden. In beleidsregels is vastgelegd wie als houder wordt aangewezen. 

Precariobelasting:
Hoewel de precariobelasting lijkt op een retributie, omdat de tarieven zijn gericht naar een bepaalde prestatie, is de belasting een algemene inkomstenbron van de gemeente. De opbrengst is dan ook vrij besteedbaar. Precariobelasting wordt geheven voor het hebben van voorwerpen onder, boven of op voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond. Voorbeelden zijn: bouwmaterialen, terrassen, uitstallingen, en luifels.

Reclamebelasting centrumgebied:
Op verzoek van de Ondernemerscoöperatie wordt een reclamebelasting geheven in het centrumgebied. De opbrengst van deze belasting komt, na aftrek van de gemeentelijke kosten, volledig aan deze coöperatie ten goede. Uit de opbrengst van de reclamebelasting wordt door de Ondernemerscoöperatie een ondernemersfonds gevormd. Uit dit fonds worden verschillende activiteiten bekostigd die ten doel hebben de aantrekkingskracht van het centrumgebied te vergroten.

Rioolaansluitingsrecht 
Met de opbrengst van het rioolaansluitingsrecht worden de lasten gedekt die de gemeente moet maken om een perceel aan te sluiten op de gemeentelijke riolering. Het rioolaansluitingsrecht wordt eenmalig geheven op het moment dat een woning of een bedrijfspand op de riolering wordt aangesloten. De tarieven voor het aansluiten zijn vastgesteld met behulp van de betreffende belastingverordening. De kosten bestaan grotendeels uit lasten die de gemeente aan een aannemersbedrijf betaalt voor het maken van de aansluiting. Uitgangspunt is hier 100% kostendekking.

Inkomsten uit belastingen

Terug naar navigatie - Lokale heffingen - Inkomsten uit belastingen

In onderstaande tabel zijn de opbrengsten van de belastingen opgenomen die de gemeente Baarn in 2026 heft.

Inkomsten uit belastingen Rekening Begroting Begroting Meerjarig perspectief
(X 1000) 2024 2025 2026 2027 2028 2029
OZB eigenaren woning -5.108 -5.309 -5.309 -5.759 -5.759 -5.759
OZB eigenaren niet-woning -1.201 -1.172 -1.172 -1.172 -1.172 -1.172
Gebruikers niet-woning -905 -876 -876 -876 -876 -876
Roerende woon- en verblijfsruimte -3 -5 -5 -5 -5 -5
Forensenbelasting -64 -83 -97 -97 -97 -97
Toeristenbelasting -92 -107 -124 -124 -124 -124
Hondenbelasting -104 -113 -131 -131 -131 -131
Precariobelasting -39 -41 -41 -41 -41 -41
Reclamebelasting centrum gebied -52 -34 -32 -32 -32 -32
Rioolaansluitrecht -15 -21 -19 -19 -19 -19
Totaal belastingen -7.582 -7.759 -7.805 -8.255 -8.255 -8.255

Tarieven ontwikkeling belastingen

Terug naar navigatie - Lokale heffingen - Tarieven ontwikkeling belastingen

In onderstaande tabel is de ontwikkeling van de belastingtarieven weergegeven. Voor de OZB wordt weergegeven met een ongewijzigde WOZ-waarde omdat de nieuwe WOZ-waarden nog niet zijn vastgesteld.

Tarief ontwikkeling belastingen Rekening Begroting Verordening Begroting
2024 2025 2025 2026
OZB eigenaren woning 0,0862% 0,0889% 0,0861% 0,0889% *
OZB eigenaren niet-woning 0,2876% 0,2965% 0,2893% 0,2965% *
OZB gebruiker niet-woning 0,2335% 0,2407% 0,2402% 0,2407% *
Hondenbelasting 1e hond 68,00 70,10 70,10 81,25
Hondenbelasting 2e hond 136,10 140,30 140,30 162,61
Hondenbelasting kennel 325,98 336,10 336,10 389,54
Toeristenbelasting camping 0,65 0,67 0,67 0,78
Toeristenbelasting hotel B&B 2,53 2,53 2,93
Toeristenbelasting overige 2,45 2,53 2,53 2,93
* bij ongewijzigde WOZ waarde
Tarieven worden afgestemd op de fluctuatie van de WOZ de nieuwe WOZ is nog niet vastgesteld

Toelichting (bestemmings) heffingen

Terug naar navigatie - Lokale heffingen - Toelichting (bestemmings) heffingen

Bestemmingsheffingen en andere heffingen worden in rekening gebracht voor de uitvoering van specifieke taken of voorzieningen met een algemeen belang, bijvoorbeeld rioolheffing etc. De inkomsten uit deze heffingen mogen alleen aan die specifieke taak of voorziening besteed worden waarvoor de heffing is opgelegd. Voor heffingen geldt (net als bij leges) dat de gemeente niet meer mag heffen dan dat zij voor deze specifieke taak kosten heeft.

Verordening Grondslagen bestemmingsheffing
Verordening rioolheffing* Op basis van de hoeveelheid afvalwater dat per aansluiting op de wordt riolering geloosd. Hiervoor gebruikt de gemeente de verbruiksgegevens van het waterleidingbedrijf.
Verordening afvalstoffenheffing*

Een vast bedrag gebaseerd op de gezinssamenstelling. De categorieën die gebruikt worden, zijn één- , twee- en meerpersoonshuishouden. 

*jaarlijks  (in het vierde kwartaal) wordt de nieuwe verordening voor het komende jaar vastgesteld.

Inkomsten uit belastingen Rekening Begroting Begroting Meerjarig perspectief
2024 2025 2026 2027 2028 2029
Afvalstoffenheffing -4.735 -5.475 -5.756 -5.306 -5.306 -5.306
Rioolheffing -3.345 -3.555 -3.626 -3.698 -3.772 -3.848
Rioolaansluitrecht -15 -21 -19 -19 -19 -19
Totaal heffingen -8.095 -9.050 -9.401 -9.023 -9.097 -9.173

Gesloten systemen

Terug naar navigatie - Lokale heffingen - Gesloten systemen

In de onderstaande tabel worden de lasten en baten van de gesloten systemen zijnde riool, afval en begraven gepresenteerd. 'Gesloten systemen' houdt in dat de geraamde opbrengsten niet hoger mogen zijn dan de geraamde lasten. Het vastgesteld kader binnen de gemeente Baarn is 100% kostendekkendheid voor de gesloten systemen.

Riolering Afval Begraven
Kostenopbouw Rekening Begroting Begroting Rekening Begroting Begroting Rekening Begroting Begroting
2024 2025 2026 2024 2025 2026 2024 2025 2026
Kosten
Taakveld 7.2 Riolering 1.374 1.205 1.145
Taakveld 7.3 Afval 3.494 4.204 4.410
Taakveld 7.5 Begraafplaatsen en Crematoria 477 440 448
Taakveld 2.1 Verkeer en vervoer
Taakveld 5.7 Openbaar groen en (openlucht) recreatie 299 244 251 160 205 215
Taakveld 6.3 Inkomensregelingen 132 122 122 192 135 135
Taakveld 0.64 Belastingen 131 129 131 133
Mutatie voorzieningen egalisatie baten en lasten riolering 862 -142 0
Toevoeging voorziening toekomstige vervanging riolering 1.235 1.235
Mutatie voorzieningen egalisatie baten en lasten afval 239
Mutatie voorziening afkoop onderhoud begraafplaats 59 10 8
Subtotaal primaire kosten 2.667 2.795 2.882 4.085 4.675 4.893 536 450 456
Netto kosten
Overhead (gemeentelijke organisatie) 172 170 173 43 117 118 67 63 65
Netto kosten + overhead 2.838 2.965 3.055 4.128 4.792 5.011 603 513 521
Toe te rekenen kosten
Aandeel leegstand 135 55 55 115 82 83
Aandeel oninbare debiteuren 23 18 18 33 27 28
BTW 350 516 503 804 902 943
Totaal toe te rekenen kosten 508 590 576 951 1.011 1.054 0 0 0
Totaal kosten 3.346 3.555 3.631 5.079 5.803 6.065 603 513 521
Opbrengst heffing 3.345 3.555 3.625 4.735 5.475 5.755 437 511 521
Opbrengst medegebruik afvalbrengstation Eemnes 327 328 310
BTW is algemeen dekkingsmiddel (notitie lokale heffingen 2021 cie BBV)
Dekkingspercentage 100% 100% 100% 100% 100% 100% 72% 100% 100,0%
Bedragen x € 1.000,-

Afvalstoffenheffing

Terug naar navigatie - Lokale heffingen - Afvalstoffenheffing

De afvalstoffenheffing is een gesloten systeem en 100% kostendekkendheid. De kosten bestaan grotendeels uit lasten voor de inzameling van huishoudelijk afval (door RMN) en de verwerking ervan (via afvalverwerker AVU). In 2026 stijgen kosten onder andere als gevolg van hogere loonkosten en toenemende verwerkingskosten. Dit heeft direct invloed op de hoogte van de afvalstoffenheffing.
 
De geraamde bijdrage van Baarn aan RMN stijgt van € 4.720.715 in 2025 naar € 4.783.000 in 2026. Deze stijging is o.a. het gevolg van inflatie en cao-ontwikkelingen. Op basis van de verwachte lasten voor 2026, moet de opbrengst van de afvalstoffenheffing navenant worden verhoogd om de volledige kostendekkendheid te behouden.

Op basis van de lasten in 2026 dient de opbrengst afvalstoffenheffing in 2026 met 3,5% toe te nemen om een kostendekkingspercentage van 100% te behouden.

Het Rijk wil vanaf 2028 jaarlijks € 567 miljoen aan extra belastinginkomsten ophalen via extra heffingen op afvalverwerking en CO2-uitstoot. Deze extra heffingen vormen tezamen de plasticheffing en zijn opgenomen in de Voorjaarsnota. Het oorspronkelijke idee vanuit het hoofdlijnenakkoord van het demissionaire kabinet was een heffing op de productie van plastic uit fossiele grondstoffen, maar dat bleek ongunstig voor de economie vanwege de verwachting dat de plasticproductie naar het buitenland zou worden verplaatst. Ook het alternatief, - een heffing op plastic verpakkingen -, werd politiek onhaalbaar geacht omdat daarmee de boodschappen duurder zouden worden, wat koopkrachtverlies betekent voor de inwoners. Daarom is de voorlopige keuze van het demissionaire kabinet gevallen op extra heffingen op de verwerking van restafval. Er ligt namelijk een directe relatie tussen de hoeveelheid plastic (verpakkingen) in het restafval en de CO2-uitstoot bij verbranding ervan. Of deze extra heffingen daadwerkelijk worden gerealiseerd zoals deze zijn voorgesteld, zal echter nog moeten blijken op Prinsjesdag en tijdens de Algemene Beschouwingen. 

Rioolheffing

Terug naar navigatie - Lokale heffingen - Rioolheffing

In september 2024 is het kostendekkingsplan Riolering geactualiseerd waarin de ontwikkeling van de hoogte van de rioolheffing is aangegeven. Uitgangspunt hierbij is dat de rioolheffing 100% kostendekkend is. Om 100% dekking te realiseren is een jaarlijkse verhoging (bovenop de prijsindex) van 2% per jaar nodig. Voor het realiseren van kostendekkende tarieven in 2026 is een verhoging van 2% toereikend.

Toelichting op leges

Terug naar navigatie - Lokale heffingen - Toelichting op leges

De inkomsten uit leges bestaan uit leges die geheven wordt voor diensten aan een individuele aanvrager, zoals een paspoort, rijbewijs of omgevingsvergunning. Bij het heffen van leges mag geen winst gemaakt worden. Het uitgangspunt voor leges is 100% kostendekking. Voor een aantal tarieven, zoals paspoort en rijbewijs, heeft het Rijk een maximumtarief bepaald. Leges worden geheven op basis van de Verordening op heffing en invordering van leges 2026.

Voor de leges 2026 wordt momenteel een onderzoek uitgevoerd om de kostendekking naar 100% te krijgen. In dit onderzoek wordt stilgestaan bij welke heffingsmogelijkheden de gemeente Baarn momenteel niet benut waarvoor wel de mogelijkheid bestaat om te heffen. De resultaten van dit onderzoek zijn op zijn vroegst begin september bekend. De opbrengsten van leges voor 2025 zijn begroot op € 1.078.000, dit bedrag zal voor 2026 hoger liggen. Naar aanleiding van de uitkomsten uit het onderzoek zullen de definitieve tarieven voor 2026 in het vierde kwartaal gepubliceerd in de Verordening heffing invordering leges 2026.

Leges algemene dienstverlening 

De legestarieven worden conform de begrotingsrichtlijn verhoogd. Als uitzondering hierop zijn een aantal tarieven uit titel 1 van de tarieventabel niet verhoogd. De reden is dat voor deze tarieven een maximum geldt en het tarief reeds gelijk is aan dit maximum. Het betreft hier met name de leges voor reisdocumenten (hoofdstuk 2) en rijbewijzen (hoofdstuk 3). Alle tarieven zijn naar beneden afgerond op vijf eurocenten.
 
Leges leefomgeving omgevingsvergunningen 

De verordening en tarieventabel 2026 is gebaseerd op de modelverordening van de VNG. De grootste verschillen doen zich voor in het onderdeel dat betrekking heeft op de omgevingsvergunning.  
 
Vanaf de inwerkingtreding van de Omgevingswet ontstaat de mogelijkheid leges te heffen voor milieubelastende activiteiten. Ambtelijk is besproken gebruik te gaan maken van deze heffingsmogelijkheid. Ook de provincies hebben besloten hiervoor leges te gaan heffen. De tarieven zijn afgeleid vanuit de kosten die Omgevingsdienst in rekening brengt voor de milieubelastende activiteiten. Deze kosten zijn als tarief in de tarieventabel 2026 opgenomen.  

Begraafplaatsenrechten

Terug naar navigatie - Lokale heffingen - Begraafplaatsenrechten

Jaarlijks worden de tarieven voor begraafplaatsrechten geactualiseerd. De tarieven zijn opgenomen in de tarieventabel van de Verordening begraafplaatsrechten. Uitgangspunt is dat de tarieven 100% kostendekkend zijn.


Met de opbrengst worden de exploitatielasten van de Algemene Begraafplaats aan de Wijkamplaan in Baarn gedekt. In Baarn worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het verlenen van diensten voor het begraven of het onderhouden van graven. De tarieven zijn in deze paragraaf niet opgenomen, omdat het om circa 50 tarieven gaat.


Om het uitgangspunt van 100% kostendekkendheid te kunnen handhaven, is de opbrengstraming in 2026 verhoogd met € 8.000. Dit komt neer op een toename van 1,95% die wordt doorbelast in de tarieven 2026.

Marktgelden

Terug naar navigatie - Lokale heffingen - Marktgelden

Op basis van de Marktgeldverordening worden er marktgelden geheven. Met de opbrengst worden de gemeentelijke lasten van het houden van de weekmarkt op de Brink gedekt. Het marktgeld bestaat uit twee gedeelten. Het belangrijkste deel is het staangeld dat wordt geheven voor het innemen van de standplaats op de weekmarkt. Ook is er een tarief voor de afname van elektriciteit tijdens de weekmarkt.

In onderstaande tabel is vanaf 2027 een daling van de geraamde opbrengst leges te zien. Vanaf 2027 dalen de opbrengsten leges paspoorten en identiteitskaarten als gevolg van de afname van de piek die zich in de jaren daarvoor voor heeft gedaan.

Inkomsten uit leges Rekening Begroting Begroting Meerjarig perspectief
(X 1000) 2024 2025 2026 2027 2028 2029
Leges -962 -966 -1.045 -1.045 -970 -970
Begraafplaatsrechten -432 512 -519 -519 -519 -519
Marktgelden -23 -31 -31 -31 -31 -31
Totaal leges -1.417 -486 -1.596 -1.596 -1.521 -1.521

Ontwikkeling lokale lastendruk

Terug naar navigatie - Lokale heffingen - Ontwikkeling lokale lastendruk

De totale lastendruk in 2026 stijgt naar € 1.339 voor een gemiddeld voor meerpersoonshuishoudens (dit was in 2025 € 1.314). Voor de bepaling van de lastendruk wordt uitgegaan van de OZB-eigenaar woning en de riool- en afvalstoffenheffing van een 3 of meerpersoonshuishouden. In onderstaande tabel is de ontwikkeling van de lastendruk weergegeven.

Gemeentelijke woonlasten Rekening Begroting Begroting
(x € 1,00) 2024 2025 2026
Gemiddelde WOZ waarde woningen 509.883 491.000 nnb
Totale WOZ waarde woningen (*€1.000) 5.920.261 6.000.000 nnb
OZB eigenaren (gemiddeld) 439,51 487,95 487,95
Afvalstoffenheffing (mph) 485,80 540,50 559,42
Rioolheffing 269,41 286,10 291,82
Gemiddelde gemeentelijke woonlasten 1.194,72 1.314,55 1.339,19

Om ook de lastendruk weer te geven voor eigenaren van woningen die een onder- of bovengemiddelde waarde hebben hieronder een overzicht van de woonlasten bij verschillende WOZ-waarden.

Gemeentelijke woonlasten per waarde € 300.000 2024 2025 2026
WOZ-waarde (x € 1,00) € 300.000 € 300.000 € 300.000
OZB eigenaren € 258,60 € 266,70 € 298,14
Afvalstoffenheffing € 485,80 € 561,10 € 559,42
Rioolheffing € 269,41 € 290,15 € 291,82
Totale woonlasten € 1.013,81 € 1.117,95 € 1.149,38
Gemeentelijke woonlasten per waarde € 500.000 2024 2025 2026
WOZ-waarde (x € 1,00) € 500.000 € 500.000 € 500.000
OZB eigenaren € 431,00 € 444,50 € 496,89
Afvalstoffenheffing € 485,80 € 561,10 € 559,42
Rioolheffing € 269,41 € 290,15 € 291,82
Totale woonlasten € 1.186,21 € 1.295,75 € 1.348,13
Gemeentelijke woonlasten per waarde € 750.000 2024 2025 2026
WOZ-waarde (x € 1,00) € 750.000 € 750.000 € 750.000
OZB eigenaren € 646,50 € 666,75 € 745,34
Afvalstoffenheffing € 485,80 € 561,10 € 559,42
Rioolheffing € 269,41 € 290,15 € 291,82
Totale woonlasten € 1.401,71 € 1.518,00 € 1.596,58
Gemeentelijke woonlasten per waarde € 1.000.000 2024 2025 2026
WOZ-waarde (x € 1,00) € 1.000.000 € 1.000.000 € 1.000.000
OZB eigenaren € 862,00 € 889,00 € 993,79
Afvalstoffenheffing € 485,80 € 561,10 € 559,42
Rioolheffing € 269,41 € 290,15 € 291,82
Totale woonlasten € 1.617,21 € 1.740,25 € 1.845,03
Gemeentelijke woonlasten per waarde € 1.250.000 2024 2025 2026
WOZ-waarde (x € 1,00) € 1.250.000 € 1.250.000 € 1.250.000
OZB eigenaren € 1.077,50 € 1.111,25 € 1.242,24
Afvalstoffenheffing € 485,80 € 561,10 € 559,42
Rioolheffing € 269,41 € 290,15 € 291,82
Totale woonlasten € 1.832,71 € 1.962,50 € 2.093,48