Meicirculaire: Bij de Perspectiefnota 2026 is, op basis van de destijds beschikbare informatie, een inschatting gemaakt van de verwachtte stijging van de algemene uitkering uit het gemeentefonds. Bij het verschijnen van de meicirculaire bleek de verwachtte loon- prijscompensatie hoger dan waar mee gerekend is. In de Raadsinformatiebrief van 19 juni 2025 over de effecten van de meicirculaire is dit toegelicht.
A. Diverse actualisaties door autonome ontwikkelingen
De begroting is op een aantal onderdelen actueel gemaakt. Dit betreft:
Salarislasten in vergelijking met de prognose zoals opgenomen in de Perspectiefnota 2026
De salarislasten zijn geraamd op basis van de CAO gemeenten. In de perspectiefnota 2026 was hier al een raming voor opgenomen. Dit leidt tot (geringe) verschillen.
Actualisatie rente langlopende geldleningen
De prognose van de aan te trekken langlopende geldleningen is geactualiseerd. Daarbij is vooral het meerjaren investeringsoverzicht met de daarin opgenomen investeringen leidend. De eerste jaren leidt dit tot lagere rentelasten, maar vanaf 2029 nemen de rentelasten toe. Rekening is gehouden met het effect van de motie "Stoppen met planvorming Cultuurhuis/Brinkhuis". Dit heeft een positief effect op de schuldpositie van ongeveer € 20 miljoen (lagere schuld).
Actualisatie afschrijvingslasten
De geraamde afschrijvingslasten zijn geactualiseerd.
Invullen van de in de Perspectiefnota opgenomen structurele p.m. ramingen
Dit betreft de structurele kosten robuuste bedrijfsvoering nieuwe uitvoeringsorganisatie sociaal domein.
Structurele effecten uit Jaarrekening 2024 en Tussenrapportage 2025
Dit betreft vooral lagere lasten WMO, hogere lasten klein onderhoud wegen, niet geraamde huurinkomsten PIT Baarn en hogere energielasten gemeentehuis.
Actualisatie huuropbrengsten
De ramingen van de huuropbrengsten zijn geactualiseerd aan de hand van de bepalingen in de huurovereenkomsten.
Actualisatie kostendekkendheid afval en begraafrechten
Ten opzichte van de in de Perspectiefnota is er door de actualisatie van de berekeningen kostendekkendheid van deze heffingen een voordelig effect voor de begroting. Dit komt door vooral door toegestane toerekening van overhead en omzetbelasting aan de tarieven.
Hogere toevoeging aan de voorziening onderhoud gebouwen.
Eerder is besloten om onderhoudskosten van gebouwen deels te dekken met een eenmalige storting en opbrengsten uit toekomstige verkopen. Volgens aangescherpte interpretatie van bestaande begrotingsregels is dat echter niet toegestaan. In plaats daarvan moet er jaarlijks een vast bedrag worden gereserveerd voor onderhoud, Dit betekent dat er vanaf 2025 elk jaar € 0,59 miljoen extra gereserveerd moet worden, bovenop de al geraamde jaarlijkse toevoeging van € 0,54 miljoen. Dit is een relatief hoge extra structurele last, maar wel gebaseerd op een recent geactualiseerd onderhoudsplan. Wij monitoren de komende periode of de besteding conform de geraamde onderhoudsplanning verloopt. Op basis daarvan kan worden bezien of het onderhoudsplan herziening behoeft en jaarlijkse toevoegingen aan de onderhoudsvoorziening op basis daarvan kunnen worden aangepast. Voor het jaar 2025 is de extra verhoging bekostigd uit de bestemming van het rekeningresultaat 2024. (raadsbesluit van 2 juli 2025).
Actualiseren van de stelpost jeugdzorg (gelden meicirculaire)
Met in de meicirculaire 2025 voor dit doel beschikbaar gestelde gelden in de stelpost jeugdzorg (stelpost regionale inkoop: negatieve lastenraming) van ruim € 1,4 miljoen in de jaren 2026 en 2027 aangepast naar het actuele niveau. Dit houdt in de stelpost in 2026 is gecorrigeerd met € 1 miljoen en in 2027 met € 0,9 miljoen. De gelden die hiervoor in 2026 en 2027 van het Rijk worden ontvangen waren echter niet toereikend om deze verlaging te realiseren. De taakstelling had feitelijk al lager moeten zijn. Een deel van de correctie komt daardoor in 2026 en 2027 ten laste van het begrotingssaldo,
Invullen van de taakstelling Zero Bases Budgeting (ZBB).
De in de begroting opgenomen taakstelling voor ZBB (administratieve aanpassing van budgetten op basis van de werkelijke lasten of baten van de afgelopen jaren) loopt op van € 0,25 miljoen in 2026 tot € 0,5 miljoen vanaf 2028. In deze begroting is nagenoeg de volledige taakstelling al meerjarig ingevuld, wat in 2026 en 2027 leidt tot een voordeel voor het begrotingsresultaat. In een aparte bijlage in deze begroting is de specificatie opgenomen.
Bijdrage BBS 2026
De aanpassing 2026 van de uitvoeringsorganisatie BBS was nog niet in de Perspectiefnota 2026 opgenomen door latere aanlevering van de begroting 2026 BBS.
Aanpassen post onvoorzien
De financiële verordening van de gemeente Baarn bepaalt dat de omvang van de jaarlijkse raming voor onvoorziene uitgaven 0,2% van de lasten (inclusief reservemutaties) bedraagt. Dit komt neer op een bedrag van € 161.000, waardoor de huidige raming moet worden verhoogd met € 98.000.
Terugdraaien in de PPN geraamde toevoegingen en onttrekking aan Algemene Reserve
In de Perspectiefnota is in de jaren 2026 en 2027 een toevoeging aan de algemene reserve geraamd van € 0,2 miljoen, totaal dus € 0,4 miljoen. Dit bedrag wordt vervolgens in 2028 weer onttrokken aan de algemene reserve. Dit betreft een onttrekking ten behoeve van het dekken van lasten Sociaal Team, dat dus in eerdere jaren wordt "gespaard". Deze ramingen kunnen vervallen zonder dat dit effect heeft op het structurele begrotingssaldo. Ook is er per saldo geen effect op de hoogte van de algemene reserve.
Diverse kleine correcties
Dit betreft vooral het corrigeren van diverse kleine negatieve lastenramingen.
B. Diverse actualisaties door beleidsmatige ontwikkelingen
Risicobuffer ombuigingen in 2026 en 2027 (incidenteel voor 2 jaar ten laste van het begrotingssaldo).
Na vaststelling van de haalbaarheid van de door Berenschot voorgestelde ombuigingen, blijkt dat minimaal € 0,25 miljoen niet in 2026 gehaald kan worden en vanaf 2027 ongeveer € 0,45 miljoen (zie ‘bijlage ombuigingen’). De periode tot de volgende begroting wordt gebruikt om alsnog het beoogde niveau van ombuigingen te halen. Uitgangspunt blijft dat de door de raad vastgestelde ombuigingen volledig gerealiseerd moeten worden. Dit kan betekenen dat niet ingevulde ombuigingen alsnog uit de niet gekozen opties of uit voorstellen van de organisatie gerealiseerd dienen te worden.
Omdat er tijd nodig kan zijn om ombuigingen daadwerkelijk in te vullen is in 2026 en 2027 een risicobuffer ombuigingen van jaarlijks € 0,4 miljoen geraamd ten laste van het begrotingssaldo.
Stelpost indexering
De indexering, zoals de gemeente Baarn deze toepast, heeft door het terugkijken van t-1 een behoorlijke daling tot gevolg voor het begrotingsjaar 2026. Dit is overeenkomstig de uitgangspunten in de PPN 2026 verwerkt in de begroting 2026. Voor onder meer het sociaal domein is er op basis daarvan geen indexering toegepast, terwijl in contracten wel indexering overeen is gekomen. Het is niet duidelijk in hoeverre dit tot problemen kan gaan leiden. Om eventuele knelpunten te kunnen oplossen is een structurele stelpost indexering opgenomen van € 0,25 miljoen.
Deltaplan starterswoningen (motie raadsvergadering 2 juli 2025)
Er ligt een brede behoefte bij de gemeenteraad om de realisatie van woningen te versnellen. Hiertoe zou een 'Deltaplan starterswoningen' opgericht moeten worden. In verband hiermee is het in de Perspectiefnota in 2026 geraamde budget van € 25.000 voor Toekomstperspectief woningbouwontwikkeling tot 2040 met € 0,1 miljoen verhoogd. Dit bedrag wordt bekostigd uit de algemene reserve.
Uitvoering geven aan motie "Stoppen met planvorming Cultuurhuis/Brinkhuis"(raadvergadering 28 mei 2025)
Op 28 mei 2025 heeft de raad de motie Stoppen planvorming Cultuurhuis/Brinkhuis aangenomen. In de motie wordt het college opgedragen de bibliotheek op de Hoofdstraat 1 en De Speeldoos aan de Rembrandtlaan 35 te houden. Daarnaast vraagt de raad het college de kaders voor de planvorming op deze locaties te stellen en de raad door middel van een raadsinformatiebrief te informeren. Op 26 juni heeft het college een raadsinformatiebrief met betrekking tot de uitvoering van de voorgenoemde motie verstuurd. Hierin worden de begrote en voorziene investeringsbedragen voor het Cultuurhuis en het Brinkhuis genoemd. Het college vermeldt hierover: “Als de raad het college deze maand geen andere kaders voor investeringsbedragen geeft, dan zullen deze bedragen niet worden opgenomen in de begroting voor 2026.” Aangezien de raad geen andere kaders heeft gegeven, heeft het college op 2 september besloten de investeringsbedragen niet meer op te nemen in de begroting voor 2026.
Financieel heeft het bovenstaande tot effect dat er vanaf 2028 door het wegvallen van rente- en afschrijvingslasten financiële ruimte ontstaat van € 0,5 miljoen oplopend tot € 1 miljoen structureel vanaf 2029 (en verder oplopend tot € 1,2 miljoen structureel vanaf 2030). Dit is ook zichtbaar in de jaarsaldi van deze begroting. Afhankelijk van nadere besluitvorming zal budget nodig zijn voor het in stand houden van de gebouwen. Voor groot onderhoud zal daarom in de toekomst wel structureel budget beschikbaar moeten zijn. Hier kunnen de vrijvallende budgetten rente en afschrijving (deels) voor worden ingezet.