Financiering

Inleiding

Terug naar navigatie - Financiering - Inleiding

In de financieringsparagraaf worden de onderwerpen beschreven die behoren tot het geldstromenbeleid van de gemeente en een belangrijk hulpmiddel zijn bij het sturen, beheersen, verantwoorden en toezicht houden op de financieringsfunctie.  Dit beleid valt binnen de kaders van de Wet financiering decentrale overheden (Wet fido). Hierin zijn drie wettelijke normen opgenomen waaraan de gemeente moet voldoen bij het aantrekken en uitzetten van financiële middelen.  De procedures en werkwijze van de gemeente Baarn zijn opgenomen in het treasurystatuut.

In deze paragraaf volgt een toelichting op:

  • Renterisico's (kasgeldlimiet en renterisconorm)
  • Financieringsbehoefte (leningen en uitgezette leningen)
  • Rentemethodiek en renteresultaat (omslagrente en renteresultaat)
  • Schatkistbankieren

In 2024 is het treasurystatuut geactualiseerd. 

Excel-tabel

Renterisico van de vlottende schuld (kasgeldlimiet)

Terug naar navigatie - Financiering - Renterisico van de vlottende schuld (kasgeldlimiet)

De gemeente mag kortlopende geldleningen (korter dan 1 jaar) financieren tot het kasgeldlimiet. De wettelijke toegestane omvang bedraagt 8,5% van het begrotingstotaal. Voor de gemeente Baarn is dat in 2024 € 6,2 miljoen. De gemeente Baarn heeft met de bank een lager bedrag dan het toegestane kasgeldlimiet rood te staan namelijk maximaal € 2,5 miljoen. Het kasgeldlimiet mag niet meer dan drie achtereenvolgende kwartalen overschreden worden. De gemeente Baarn heeft in  2024 geen kortlopende financiering nodig gehad.

Kasgeldlimiet 2024 % Rekening Begroting Rekening
2023 2024 2024
Begrotingstotaal (totale lasten) 75.429 76.436 80.326
Toegestane kasgeldlimiet 8,5% 6.411 6.497 6.828

Renterisico van de vaste schuld (renterisiconorm)

Terug naar navigatie - Financiering - Renterisico van de vaste schuld (renterisiconorm)

Om het renterisico te beheersen, is in de Wet Fido de renterisiconorm geformuleerd. De renterisiconorm is een richtlijn die helpt om renteaanpassingen van financiering en beleggingen goed in de tijd te spreiden. Met als doel het voorkomen van een overmatige afhankelijkheid van het renteniveau in één bepaald jaar. Om dat te bereiken mag het totaal aan renteherzieningen en aflossingen op grond van deze norm per jaar niet meer zijn dan 20% van het begrotingstotaal. Zoals staat in de uitvoeringsregeling van de Wet Fido wordt het renterisico voor de komende vier jaar bepaald. Hierbij heeft de renterisiconorm alleen betrekking op het totaal van de begroting van het komende jaar.

Er is in 2024 geen nieuwe leningen aangetrokken ook heeft er geen renteherziening plaatsgevonden.

Renterisiconorm 2024 Rekening Begroting Rekening Meerjarenperspectief
2023 2024 2024 2025 2026 2027
Begrotingstotaal 75.395 74.336 80.326 73.525 71.785 71.367
Percentage renterisiconorm cf. Ufdo 20% 20% 20% 20% 20% 20%
Renterisiconorm 15.079 14.867 16.065 14.705 14.357 14.273
Berekening renterisico
Renteherzieningen ** 0 -531 0 -945 -1.065 -1.073
Aflossingen *** 1.330 1.435 5.831 1.475 1.797 1.857
Renterisico 1.330 904 5.831 530 732 784
Toets aan de renterisiconorm 0 14.867 16.065 14.705 14.357 14.273
Renterisico 1.330 904 5.831 530 732 784
Ruimte (+) overschrijding (-) 1.330 13.963 10.234 14.175 13.625 13.489
Renterisico in % 1,76% 1,22% 7,26% 0,72% 1,02% 1,10%
Renterisiconorm in % 1,76% 18,78% 12,74% 19,28% 18,98% 18,90%
** alleen opgenomen leningen (OG)
*** alleen O/G slechts bij doorverstrekking salderen met uitgezette leningen (U/G)

Financieringsbehoefte

Terug naar navigatie - Financiering - Financieringsbehoefte

Langlopende leningen
Op 31 december 2024 heeft de gemeente nog drie leningen openstaan met een totale waarde van € 28,3 miljoen. Er zijn twee soorten leningen: fix-leningen die in één keer aan het einde van de looptijd worden terugbetaald en leningen waarbij we elke periode een deel aflossen. In 2024 hebben we de lening voor het Gasontvangststation (GOS) volledig afgelost. Daarnaast hebben we ook een fix-lening van € 4,5 miljoen in één keer kunnen terugbetalen.

Ontwikkeling leningenportefeuille Rente Einddatum 1-jan-23 31-dec-24
Huidige leningenportefeuille
Baarns Lyceum: BNG 40.114182 0,393% 2050 25.672 23.770
Balansverb I: BNG 40.114706 -0,310% 2024 4.500 0
Verplaatsen GOS: BNG 40.112981 -0,200% 2023 640 0
Verlichting BNG 40.115359 0,500% 2042 1.200 1.080
Herfinanciering BNG 40.111784/ 40.115532 0,575% 2025 3.500 3.500
Totaal 35.512 28.350
Bedragen x € 1.000 (mutatie -/- is aflossing en +/+ is opname)

Verstrekte langlopende leningen (uitzettingen)

Terug naar navigatie - Financiering - Verstrekte langlopende leningen (uitzettingen)

Naast opgenomen leningen heeft de gemeente Baarn een aantal uitgezette leningen. Die zijn in twee categorieën te verdelen:

  1. Leningen die worden uitgezet door het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting SVn voor starters op de woningmarkt. De lening voor duurzaamheidsverbeteringen aan woningen is in 2024 omgezet naar een lening wijkgericht duurzaam wonen en algemeen duurzaam wonen. Tezamen met de nieuwe verordeningen sluiten deze leningen beter aan bij de behoeften van inwoners en de wijkaanpak aardgasvrij.
  2. Leningen aan sportclubs of verenigingen. De eerste categorie zijn leningen die via een revolverend fonds werken. Dit houdt in dat het geleende geld terugkomt in het fonds zodat het opnieuw beschikbaar komt voor nieuwe leningen. Het SVn regelt de gehele procedure; van uitzetten tot incasseren van de aflossingen en rente. 

De tweede categorie zijn leningen die afgelost worden. Deze categorie wordt langzamerhand afgebouwd omdat de gemeente Baarn in de Nota borgstellingen 2018 heeft vastgesteld dat geen leningen in deze categorie meer verstrekt worden. Een sportclub of vereniging kan op de geldmarkt lenen en de gemeente kan onder voorwaarden borg staan.

Uitzettingen (per jaarrekening 2024) Rekening Begroting Verstrekte Ontvangen Rekening
2023 2024 leningen tm 2023 aflossingen 2024
Saldo startersleningen 324.995 324.995 343.403 133.974 325.707
Saldo duurzaamheidsleningen 140.963 140.963 1.250.000 456.289 14.662
Saldo wijkgericht duurzaam wonen 0 0 0 0 444.932
Saldo algemeen duurzaam wonen 0 0 0 0 180.887
Totaal 465.958 465.958 1.593.403 590.263 340.369
Bedragen x € 1.000,-
Saldi van uitgezette leningen > 1 jaar Activum Rekening Rekening
Club/Vereniging (saldi per 1 januari) nummer 2023 2024
Merhula scouting groep 363 2.722 2.269
St Kunstgrasaccomodatie / BMHV 809 41.408 28.169
St Kinderboerderij Baarn 877 52.000 41.600
St Baarnse IJsbanen 1027 4.000 3.000
Totaal 75.038
Bedragen x € 1,-

Rentemethodiek en renteresultaat

Terug naar navigatie - Financiering - Rentemethodiek en renteresultaat

Omslagrente
In de financieringsparagraaf moet inzicht worden gegeven in de verwachte rentelasten en renteresultaat van de aan de taakvelden toe te rekenen rente. Dit staat in de BBV-notitie Rente. Om de rentelasten en baten te kunnen toerekenen aan de investeringen in de verschillende programma's wordt er een rente-opslagmethode (omslagrente) toegepast. De omslagrente voor het jaar 2024 is 0%. 

Schema rentetoerekening cf BBV 2024 Rekening Begroting Jaarrekening
2023 2024 2024
Externe rentelasten over lang en kort lopende financiering 132 417 119
Externe rentebaten - -207 -389
1 Saldo rentelasten en rentebaten -75 417 -270
Rente toe te rekenen aan grondexploitatie - 0 0 0
Rente van projectfinanciering toe te rekenen aan taakveld - 0 0 0
Rentebaten van doorverstrekte leningen + 0 0 0
2 Saldo toe te rekenen rente 0 0 0
3 Saldo door te berekenen externe rente (1 + 2) -75 417 -270
Rente eigen vermogen + 0 0 0
Rente over voorzieningen + 0 0 0
4 Totaal rente E/V en voorzieningen 0 0 -270
Aan taakvelden toe te rekenen rente (3 + 4) -75 417 -270
Werkelijk aan taakvelden toegerekende rente (renteomslag) - -234 -417 383
5 Renteresultaat op taakveld treasury -309 0 113
Beoordeling hoogte renteomslag
Boekwaarde investeringen per 1 januari 48.123 53.804 53.994
Aan taakveld toe te rekenen rente '/ 75 -417 270
Renteomslag -0,16% 0,78% -0,50%
Verschil (moet minder zijn dan 0,5%)
Bedragen x € 1.000

Het renteresultaat is het verschil tussen verwachte rentelasten en baten minus de toerekening van rente aan de programma's (op basis van de omslagrente). 

Schatkistbankieren
Schatkistbankieren verplicht decentrale overheden alle overtollige beschikbare middelen op hun bankrekeningen te beleggen bij het Rijk. Onder overtollige middelen verstaat het Rijk bedragen groter dan 2% van het begrotingstotaal (met een minimum van € 1.000.000).
Decentrale overheden nemen deel aan schatkistbankieren, zodat de collectieve sector (Rijk en decentrale overheden gezamenlijk) een lagere EMU-schuld heeft. Iedere euro die decentrale Overheden aanhouden in de schatkist vermindert de externe financieringsbehoefte van het Rijk. Dit leidt automatisch tot een lagere staatsschuld.

De gemeente Baarn kan in eigen beheer (betaalrekening) maximaal € 400.000 houden. Resterende overtollige middelen (saldo bankrekening hoger dan € 400.000) worden automatisch afgeroomd en gehouden bij het Rijk. De tegoeden bij de schatkist zijn op elk moment op te nemen. Over onze tegoeden bij de schatkist ontvangen wij rente. Deze rente is gelijk aan de rente die het Rijk betaalt voor de leningen die door het Rijk worden aangetrokken. 

Liquide middelen (gemiddeld per kwartaal)
Conform artikel 52c van de Regeling FIDO wordt hieronder het overzicht van de liquide middelen gemiddeld per kwartaal gepresenteerd. Dit overzicht is opgesteld volgens het rekenmodel BIZK en omvat alle liquide middelen, inclusief kasgeld, bankrekeningen en tegoeden bij het Rijk (Schatkistbankieren).

Berekening benutting drempelbedrag schatkistbankieren (bedragen x € 1000)
Verslagjaar 2024
(1) Drempelbedrag 1.437
Kwartaal 1 Kwartaal 2 Kwartaal 3 Kwartaal 4
(2) Kwartaalcijfer op dagbasis buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen 331 357 334 320
(3a) = (1) > (2) Ruimte onder het drempelbedrag 1.486.464 1.486.477 1.486.465 1.486.487
(3b) = (2) > (1) Overschrijding van het drempelbedrag - - - -
(1) Berekening drempelbedrag
Verslagjaar 2024
(4a) Begrotingstotaal verslagjaar -
(4b) Het deel van het begrotingstotaal dat kleiner of gelijk is aan € 500 miljoen 74.336.000
(4c) Het deel van het begrotingstotaal dat de € 500 miljoen te boven gaat -
Vanaf 1 juli 2021 (1) = (4b)*0,02 + (4c)*0,002 met een minimum van €1.000.000 als het begrotingstotaal kleiner of gelijk is aan 500 mln. En als begrotingstotaal groter dan € 500 miljoen is is het drempelbedrag gelijk aan € 10 miljoen, vermeerderd met 0,2% van het deel van het begrotingstotaal dat de € 500 miljoen te boven gaat. Drempelbedrag 1.486.720 1443
(2) Berekening kwartaalcijfer op dagbasis buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen
Kwartaal 1 Kwartaal 2 Kwartaal 3 Kwartaal 4
(5a) Som van de per dag buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen (negatieve bedragen tellen als nihil) 30.082 32.464 30.396 29.439
(5b) Dagen in het kwartaal 91 91 91 92
(2) - (5a) / (5b) Kwartaalcijfer op dagbasis buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen 331 357 334 320