Weerstandsvermogen en Risicobeheersing

Beleid gemeente Baarn

Terug naar navigatie - Beleid gemeente Baarn

Als gemeente ontwikkelen we activiteiten waar mogelijk risico's aan verbonden zijn. Ook worden we soms geconfronteerd met autonome ontwikkelingen die gepaard gaan met risico's. Deze risico's kunnen van juridische, financiële, maatschappelijke of inhoudelijke aard zijn. Belangrijk onderdeel van managementverantwoordelijkheid is daarom het risicomanagement.

Het risicomanagement binnen de gemeente Baarn wordt uitgevoerd op basis van de nota Risicomanagement 2017 - 2022. In deze nota is vastgesteld dat de gemeente Baarn streeft naar een ratio weerstandsvermogen voor de programma’s van 1,0, waarbij als toegestane bandbreedte een bovengrens geldt van 1,2 en een ondergrens van 0,8.

Definities

Allereerst gaan we in op de definitie van "weerstandsvermogen". Wat is dat nu eigenlijk?

Weerstandsvermogen: is het vermogen van de gemeente om (incidentele) financiële tegenvallers op te kunnen vangen. De noodzakelijke omvang van het weerstandsvermogen volgt uit de relatie tussen de beschikbare weerstandscapaciteit (algemene reserve) en de risico's waarvoor geen voorzieningen zijn getroffen of verzekeringen zijn afgesloten.

Onder een risico verstaan wij de kans dat een gebeurtenis zich voordoet die (de hoeveelheid beschikbare financiële middelen voor) het realiseren van doelstellingen in positief of negatief opzicht beïnvloedt.   

Financiële vertaling van de risico’s
Op basis van het risicobeleid is het gewenste weerstandsvermogen bepaald door de risico’s te kwantificeren naar hun maximale financiële impact maal de kans dat het risico zich voor kan doen. de in deze paragraaf opgenomen risico’s zijn niet limitatief. Risico’s met geringe financiële impact of risico’s waarvan het financiële effect niet bekend is, zijn buiten beschouwing gelaten.

Hierbij zijn alleen risico’s meegenomen:

• die een maximale financiële impact hebben van € 100.000 of meer;
• waarvan de kans dat het risico zich in werkelijkheid voordoet groter is dan 10%;
• waarvan de kans maal de financiële impact minimaal € 10.000 bedraagt.

Voor de beoordeling is de onderstaande schaalindeling gehanteerd.

Risico Omschreven als Geschatte kans van Rekenpercentage
Klein Onwaarschijnlijk 0% - 20% 10%
Gemiddeld Aannemelijk 21% - 50% 35%
Groot Waarschijnlijk 51% - 90% 70%
Bedragen x € 1.000,-

De risicoanalyse vindt tweemaal per jaar plaats, waardoor deze paragraaf (begroting 2023) aansluit op de risicoanalyse van de jaarrekening 2021.

Inventarisatie weerstandscapaciteit
Het weerstandsvermogen wordt gedefinieerd als “het vermogen van de gemeente Baarn om niet-structurele financiële risico’s op te kunnen vangen teneinde zijn taken te kunnen voortzetten”. Het weerstandsvermogen bestaat uit die middelen waarover de gemeente Baarn beschikt om niet begrote kosten te dekken en die risico’s waarvoor geen voorzieningen zijn getroffen of verzekeringen zijn afgesloten. Dit betreft alleen de incidentele risico’s.

Voor de vaststelling van het weerstandsvermogen neemt de gemeente Baarn uitsluitend de algemene reserve als uitgangspunt. De onbenutte belastingcapaciteit en de post voor onvoorzien worden niet meegenomen in de berekening. Deze vormen een additionele capaciteit (reserve) om mogelijke structurele risico’s op te vangen binnen de begroting wanneer dit nodig blijkt.

Totaaloverzicht risico’s met financiële vertaling

Terug naar navigatie - Totaaloverzicht risico’s met financiële vertaling

De benodigde weerstandscapaciteit bij de begroting is in omvang is met € 0,4 miljoen toegenomen ten opzichte van de risicoanalyse in de jaarrekening 2021, omdat een aantal risico-inschattingen zijn geactualiseerd. In de onderstaande tabel zijn de mutaties ten opzichte van de jaarrekening 2021 zichtbaar.

Nr Benoemde risico's Maximum Kans Inc/Struct Jaarrekening Begroting Mutatie
2021 2023
Bedrijfsrisico's
1 Handhaving Wabo 100 Klein Structureel 10 10 Ongewijzigd
2 Informatiebeheer 250 Klein Structureel 25 25 Ongewijzigd
3 AVG-1 2.461 Klein Structureel 246 246 Ongewijzigd
4 AVG-2 1.231 Klein Structureel 123 123 Ongewijzigd
5 Informatiebeheer Cybercrime 1.000 Gemiddeld Incidenteel 350 350 Ongewijzigd
6 Gemeenschappelijke regeling RID 500 Gemiddeld Incidenteel 175 175 Ongewijzigd
7 Vervullen vacante functies 400 Groot Incidenteel 280 280 Ongewijzigd
8 Stijging kosten loon en grondstoffen 500 Groot Incidenteel 0 350 Gewijzigd
9 Inlopen achterstand IBOR 1.000 Groot Incidenteel 0 700 Gewijzigd
Totaal bedrijfsrisico's 7.442 1.209 2.259
Beleidsrisico's
1 Participatiewet 142 Groot Structureel 99 99 Ongewijzigd
2 Sociale werkvoorziening 1.800 Gemiddeld Incidenteel 630 630 Ongewijzigd
3 Jeugdzorg en Wmo 1.394 Groot Structureel 976 976 Ongewijzigd
4 SiSa verantwoording VVE 134 Klein Incidenteel 13 13 Ongewijzigd
5 Afvalverwerking 669 Groot Structureel 468 468 Ongewijzigd
6 A. Herijking Gemeentefonds periode 2023-2026 375 Groot Structureel 263 263 Ongewijzigd
6 B. Herijking Gemeentefonds periode 2027-2030 2.200 Gemiddeld Structureel 770 770 Ongewijzigd
Totaal beleidsrisico's 6.714 3.219 3.219
Aansprakelijkheidsrisico's
1 Gewaarborgde geldleningen Woningcorporaties 1.477 Klein Incidenteel 148 148 Ongewijzigd
2 Gewaarborgde geldleningen Overig 727 Klein Incidenteel 73 73 Ongewijzigd
3 Aansprakelijkheid planontwikkeling 3.600 Klein Incidenteel 360 360 Ongewijzigd
Totaal aansprakelijkheidsrisico's 5.804 580 580
Totaal risico's 19.960 5.008 6.058
Bedragen x € 1.000,-

Bedrijfsrisico's  

1. Handhaving Wet algemene bepalingen omgevingsrecht
De gemeente handhaaft de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. Deze wet combineert een aantal vergunningen en algemene regels op het gebied van de ruimtelijke ordening, veiligheid en milieu. De gemeente voert deze taken in medebewind uit. De uitvoering van deze taken kan leiden tot directe schade of aansprakelijkheid. De maximale financiële schade als dit risico zich voordoet wordt geschat op € 100.000. De kans dat dit risico zich voordoet is klein.

 

2. Informatiebeheer
Bij Informatiebeheer kunnen (applicatieve) incidenten plaatsvinden met (grote) impact op bedrijfsvoering/dienstverlening. Ook bestaat het risico op onvolkomenheden van (nieuwe) regelgeving waarvoor maatregelen getroffen moeten worden. Het risico dat dit soort incidenten zich voordoet wordt klein geschat.

De Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) is een Europese verordening die de regels voor de verwerking van de persoonsgegevens standaardiseert. De AVG kent twee categorieën overtredingen: AVG-1 en AVG-2. Inmiddels zijn de medewerkers goed bekend met AVG en daarom is het risico als 'klein' gekwalificeerd.  

3. AVG-1
Als de verwerkingsverantwoordelijke een overtreding begaat van de meer fundamentele verplichtingen uit de AVG kan deze worden bestraft met een boete van de hoogste categorie. Bij deze categorie hoort bijvoorbeeld schenden van rechten van betrokkene zoals recht van inzage, recht op gegevenswisseling en recht op dataportabiliteit. Bij deze overtredingen hoort een geldboete van maximaal € 20 miljoen of 4% van de omzet. Een geldboete van € 20 miljoen is voor de gemeente niet reëel en daarom is 4% van de totale begroting als uitgangspunt genomen voor het bepalen van de maximale financiële impact. Dit risico wordt op ‘klein’ geschat.

4. AVG-2;
Overtredingen die niet onder categorie AVG-1 vallen kunnen beboet worden met een geldboete van maximaal € 10 miljoen of 2% van de omzet. Het gaat hier bijvoorbeeld om het niet melden van datalekken of het niet of onvoldoende treffen van beveiligingsmaatregelen. Ook hier is een geldboete van € 10 miljoen niet reëel. 2% van de totale begroting is als uitgangspunt genomen voor de maximale financiële impact. Dit risico wordt op ‘kein’ geschat.

5. Informatiebeveiliging/Cybercrime
Bij de informatiebeveiliging bestaat het risico op datalekken of cybercrime of cyberaanvallen (DDoS, ransomware, phishing, malware, etc.). De kans dat dit risico zich voordoet is klein, maar de impact is groot. Het risico is daarom op 'gemiddeld' geschat.

6. Gemeenschappelijke regeling RID
Bij deze gemeenschappelijke regeling kunnen (infrastructurele) incidenten plaatsvinden. Het risico dat dit soort incidenten zich voordoet wordt op ‘gemiddeld’ geschat.

7. Vervullen vacante functies
Door de krappe arbeidsmarkt is het lastig om tijdig vacante functies te vervullen. De extra kosten worden gemaakt voor bemiddeling en tijdelijke vervanging door externe inhuur. In het boekjaar 2022 bedragen deze extra kosten om functies vervuld te krijgen ca. € 320.000. Verwacht wordt dat deze trend zich ook in 2023 voortzet. Het risico wordt ‘hoog’ geschat met een maximum waarde van € 400.000.

8. Stijging kosten loon externe inzet en grondstoffen 

De loon-, grondstof- energiekosten zijn in 2022 boven de verwachte inflatie gestegen. Voor de begroting van 2023 is het uitgangspunt dat deze (ongunstige) ontwikkeling doorzet. Voor een aantal taken die onder Beheer en Ontwikkeling Ruimte vallen, verwachten wij een stijging van loon- en grondstofkosten. Onder deze taken vallen o.a. planmatig groenonderhoud en extra kosten die gemoeid zijn met investeringen in bijvoorbeeld verhardingen en civiele kunstwerken. De verwachte kostenstijging is op € 500.000,-- geschat. Het risico dat de kosten hoger uitvallen dan begroot wordt op 'hoog geschat'. Ons nieuwe gascontract voor 2023 valt aanzienlijk duurder uit.

Als gevolg van krapte op de arbeidsmarkt en de coronapandemie loopt de uitvoering van het Integraal Beheer Openbare Ruimte (IBOR) vertraging op. Om deze achterstand in te lopen, naast de uitvoering van reguliere IBOR-taken van het jaar 2023, verwachten wij een budget overschrijding op begroting. Inbegrepen de prijsinflatie van de laatste maanden is de budgetoverschrijding geraamd op € 1,0 miljoen. Het risico dat deze budgetoverschrijding plaatsvindt is groot.

 

Bedrijfsrisico's 

 

1. Participatiewet

Op basis van het deels eigen beleid van de gemeente Baarn vertonen de uitgaven en inkomsten de laatste jaren een stabiel beeld. Het budget voor de bijstandsuitkeringen (105% van de ontvangen rijksmiddelen omdat de gemeente dit zelf moet opvangen bij tekorten) is vooralsnog voldoende gebleken. Voor de komende jaren wordt echter rekening gehouden met een toename door de beperking van het aantal SW’ers (mensen werkzaam in de sociale werkvoorziening) en Wajongers die op de bijstand zijn aangewezen. Per eind 2021 kent Baarn 345 personen die een bijstandsuitkering ontvangen en 28 mensen met een IAOW/IOAZ-uitkering. Het financiële volume ligt rond € 5,3 miljoen per jaar. De risicoreserve is gebaseerd op het bedrag dat niet in aanmerking komt voor een vangnetuitkering en niet in het budget (105% van de rijksmiddelen) is meegenomen.

2. Sociale werkvoorziening

Momenteel wordt RWA Amfors doorontwikkeld tot mensontwikkelbedrijf. In 2020 heeft een herijking plaats gevonden van de toekomstvisie RWA Amfors om richting te geven aan de ontwikkeling van de organisatie op de lange termijn. De ontwikkeling van de toekomstvisie en welke mogelijkheden RWA Amfors heeft, loopt nog door in 2023. Het aantal cliënten neemt namelijk geleidelijk af doordat de instroom is opgedroogd. Een mogelijk gevolg hiervan op de lange termijn is het risico tot opheffing van het SW-bedrijf. Het risicobedrag is gebaseerd op de indicatieve ontmantelingskosten, de te verwachten frictiekosten (werknemersrechten 25,9 fte eind 2021) en het saldo vreemd vermogen minus bezit. Bij de verdeling van deze kosten wordt uitgegaan van het eigendomsaandeel van de gemeenten, zijnde 9% voor de gemeente Baarn.

3. Jeugdzorg en Wmo

De taakstelling voor Jeugd en Wmo voor 2023 bedraagt € 0,7 miljoen en loopt op tot € 1,5 miljoen in 2026. De stijging in de taakstelling is het gevolg van de landelijke insteek om jaarlijks minder van het tekort in geld uit te keren en meer met concrete maatregelen in de vorm van een hervormingsagenda in te vullen. We dienen onze maatregelen in lijn te brengen met de landelijke maatregelen die zijn opgenomen in de hervormingsagenda. Om de maatregelen te kunnen uitvoeren en het effect te kunnen meten moet aan enkele voorwaarden worden voldaan. De belangrijkste voorwaarde is het benoemen van een projectleider/regisseur die toezicht houdt op de uitvoering van de projecten, de inhoudelijk en procesmatige samenhang en verantwoordelijk is voor het totaalresultaat. Daarnaast is het essentieel dat verder wordt ingezet op de doorontwikkeling van informatie om de resultaten te monitoren en ontwikkeling van de inkoop van zorg en ondersteuning en op participatie te volgen. Als in 2023 niet aan deze voorwaarden is voldaan is het risico op het niet halen van de taakstelling of in een te laag tempo realiseren ervan bijzonder groot. De risicoclassificatie is 'hoog".   

4. Verantwoording SiSa

Vanaf 2014 moeten gemeenten de verantwoording over de specifieke uitkeringen via de Single information Single audit (SiSa) aanleveren aan het CBS. De deadline is, evenals voor de jaarrekening, gesteld op 15 juli in het opvolgende jaar van het controlejaar. Wanneer de informatie niet tijdig of niet volledig is bevonden, riskeert de gemeente een boete van ca. € 134.000. Het risico dat de gemeente Baarn deze informatie niet op tijd of niet volledig verstrekt is klein.

5. Afvalverwerking

De verwerking en uitbesteding van grondstoffen en restafval gebeurt op een internationale markt waarin vele belangen meespelen en ontwikkelingen niet altijd voorspelbaar zijn. Wel is duidelijk dat sprake is van een trend van stijging van de kosten (bijvoorbeeld voor transport en verwerking van PMD) en daling van de grondstoffen vergoedingen. Daarnaast zijn er landelijke ontwikkelingen, zoals de stijgende belasting op het verbranden van restafval en voorgestelde nieuwe afspraken binnen de Raamovereenkomst Verpakkingen. Deze ontwikkelingen brengen een risico met zich mee voor de kosten in het gesloten systeem van afvalinzameling en –verwerking. Daarnaast zijn er ook financiële risico's in de bedrijfsvoering van RMN, die kunnen leiden tot hogere kosten. De voorgestelde stijging van het tarief voor de afvalstoffenheffing is op termijn niet voldoende om deze kostenstijgingen te dekken.

6. Herijking algemene uitkering

De invoering van de herverdeling van het gemeentefonds is verschoven naar 1 januari 2023. Op basis van de berekening herverdeeleffect is berekend dat de gemeente Baarn er € 148 per inwoner op achteruitgaat totaal structureel € 3,7 miljoen. Op basis van de afspraken tussen VNG en het Rijk vind de invoering gefaseerd plaats met een maximum van € 60 per inwoner per jaar. De herverdeling is volledig geëffectueerd in 2027. Bij de perspectiefnota 2022 is het bedrag tot en met 2026 (€ 60 per inwoner) voor 100% opgenomen.

Door de gebruikte maatstaven voor het Sociaal Domein is Baarn één van de grootste nadeel gemeenten. Oorzaak hiervan is, dat de aanwezigheid van een zorginstelling binnen een gemeente niet als maatstaf is opgenomen. Op verzoek van het ministerie van Binnenlandse Zaken (BZK) is door de Raad voor het openbaar Bestuur (ROB) op 19 oktober 2021 een eindadvies uitgebracht over het verdeelvoorstel. Het ROB stelt dat het verdeelmodel een verbetering is maar niet voldoende. De gemeente Baarn heeft zich met andere gemeenten gemobiliseerd om richting VNG en BZK kenbaar te maken dat de financiële gevolgen van de herijking onacceptabel zijn. Dit heeft geleid tot het aannemen van de resolutie “Naar een uitlegbaar en stabiel verbeter verdeelmodel gemeentefonds” tijdens de algemene ledenvergadering van de VNG. Vooralsnog moet rekening gehouden worden dat het overige deel € 88 per inwoner in de periode van 2027 -2030 moet worden bespaard. Het risico schatten wij in op € 2,2 miljoen.

Aansprakelijkheidsrisico’s

De aansprakelijkheden worden opgenomen in de risicoreserve wanneer vrij grote onzekerheid bestaat over de hoogte van de bedragen en over het daadwerkelijk aansprakelijk zijn. In het geval hierover wel voldoende zekerheid betstaat, wordt een voorziening getroffen ten laste van het resultaat van het betreffende boekjaar. In deze paragraaf is onderscheid gemaakt tussen twee soorten aansprakelijkheidsrisico’s. Aansprakelijkheidsrisico’s als gevolg van garantstelling voor derden bij het opnemen van leningen (1 en 2) en aansprakelijkheidsrisico als gevolg van onrechtmatige handeling of nalatigheid (3 tot en met 5).

 1. Garantiestelling Woningcorporaties

Voor diverse partijen staat de gemeente borg voor de opgenomen leningen door die partijen. Het gaat om de woningbouwcorporatie Eemland Wonen en een aantal sportclubs. Woningbouwcorporaties die leningen aangaan voor bouwprojecten krijgen in de regel een borgstelling door het Waarborgfonds Sociale Woningbouw. Woningbouwcorporatie Eemland Wonen heeft een aantal leningen geherfinancierd en daarvoor bij de gemeente borgstelling toegekend gekregen. Gelet op de kredietwaardigheid van de corporatie is het risico klein.

2. Overige Garantiestellingen 

De gemeente staat ook borg voor de opgenomen leningen voor diverse stichtingen, verenigingen of sportclubs. Hier gaat om een borgstelling van in totaal € 727.000 (ultimo 2021). Ook hier is het risico klein. Voor sportclubs wordt alleen borg verstrekt indien de stichting Waarborgfonds Sport met goed gevolg een financieel onderzoek heeft uitgevoerd bij de sportclubs.

3. Aansprakelijkheid planontwikkeling

Gemeente Baarn is medio 2014 aansprakelijk gesteld inzake de planontwikkeling op en rondom het parkeerterrein Laanstraat. De gemeente ontkent deze aansprakelijkheid. Het risico wordt vooralsnog ingeschat als ‘klein’. In 2015 is de positie van de gemeente voorgelegd voor een second opinion. De uitkomst van deze second opinion versterkt de gemeente in het handhaven van de huidige positie.

Algemene risicoreserve

Terug naar navigatie - Algemene risicoreserve

De “Risicoreserve” is een onderdeel van de algemene reserve. De “Risicoreserve” moet hoog genoeg zijn om alle incidentele risico's te kunnen opvangen.

 

Benodigde weerstandscapaciteit

Terug naar navigatie - Benodigde weerstandscapaciteit

Het weerstandsvermogen is het verhoudingsgetal tussen de beschikbare weerstandscapaciteit en de benodigde weerstandscapaciteit. De beschikbare weerstandscapaciteit betreft de algemene reserve. De totale omvang van de risico’s bedraagt bij het opstellen van de begroting 2023 € 20 miljoen. Wanneer de maximale financiële impact maal de kans wordt berekend, ontstaat een benodigde weerstandscapaciteit van € 6 miljoen om de incidentele risico’s op te vangen.

Het weerstandsvermogen voldoet aan de minimumeis uit de nota Risicomanagement 2017-2022 van 0,8. De gemeente streeft een ratio van minimaal 1,0 na. Hier wordt ruim aan voldaan.

 

Peildatum Bruto Weerstandscapaciteit Weerstands-
risico Benodigd Beschikbaar vermogen
Ultimo 2021 18.460 5.008 16.916 3,38
Begroting 2021 17.958 4.552 12.344 2,71
Begroting 2022 19.722 5.387 14.391 2,67
Begroting 2023 19.960 6.058 17.766 2,93
Bedragen x € 1.000,-

Financiële kengetallen

Terug naar navigatie - Financiële kengetallen

Vanuit een meerjarenbegroting die structureel en reëel in evenwicht is kan de gemeente eventuele financiële tegenslagen in eerste instantie opvangen. De financiële kengetallen ondersteunen de gemeenteraad bij het maken van afwegingen.
In de onderstaande tabel worden de kengetallen weergegeven. Het opnemen van deze kengetallen in de begroting en het jaarverslag is wettelijk voorgeschreven.
Op grond van de ‘Regeling vaststelling wijze waarop kengetallen worden vastgesteld en opgenomen in begroting en jaarverslag provincies en gemeenten’ van 9 juli 2015 is de gemeente gehouden aan het presenteren van financiële kengetallen. Hiermee wordt beoogd dat een vergelijking tussen gemeenten kan worden gemaakt. Meer informatie over kengetallen zijn te vinden op https://www.financiengemeenten.nl/

Het gaat om de volgende kengetallen: 
1) Netto schuldquote en de netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen 
2) De solvabiliteitsratio 
3) Grondexploitatie 
4) Structurele exploitatieruimte

Onder woonlasten staan de gemiddelde woonlasten opgenomen.

  1. Netto schuldquote en de netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen. De netto schuldquote geeft inzicht in de mate waarin de schuldenlast drukt op de exploitatie. Dit kengetal wordt berekend door het totaal van de geleende gelden te delen door de totale jaarlijkse baten. Dit saldo wordt uitgedrukt in een percentage van de totale jaarlijkse baten. Lagere baten of hogere investeringen zorgen voor een stijging van de netto schuldquote. Met 55,7% ligt de netto schuldquote lager dan bij vergelijkbare gemeenten (15.000<25.000)
  2. Het kengetal solvabiliteit gaat in op de mate waarin de gemeente in staat is om in de toekomst aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Hoe hoger de solvabiliteit des te beter de gemeente in staat is om in de toekomst aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Dit kengetal wordt berekend door het eigen vermogen te delen door het totale vermogen. De kritieke grenswaarde is 20%.
  3. Grondexploitatie, dit kengetal is voor de gemeente Baarn niet van toepassing. 
  4. Het kengetal structurele exploitatieruimte geeft inzicht in de ruimte die de gemeente heeft om bijvoorbeeld structurele tegenvallers in de baten en/of lasten op te kunnen vangen. Dit kengetal wordt berekend door de structurele baten te verminderen met structurele lasten en dit saldo te delen door het totaal van de baten. Met 4% zit de gemeente Baarn ruim boven het gemiddelde van vergelijkbare gemeenten.
Financiele kengetallen 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023
Netto schuldquote 36% 37% 36% 54% 52% 54% 55,4%
Netto schuldquote gecorrigeerd voor uitgezette leningen 36% 36% 34% 53% 51% 53% 53,7%
Solvabiliteit 43% 44% 39% 38% 24% 24% 26,2%
Grondexploitatie 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0,0%
Structurele exploitatieruimte 1% 0% 0% 2% 2% 2% 4%
Woonlasten 812 803 815 859 1.008 - 0
Landelijke woonlasten (bron: Coelo) 723 721 740 776 811 nnb nnb
Bedragen x € 1.000,-