Bedrijfsrisico's
1. Handhaving Wet algemene bepalingen omgevingsrecht
De gemeente handhaaft de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. Deze wet combineert een aantal vergunningen en algemene regels op het gebied van de ruimtelijke ordening, veiligheid en milieu. De gemeente voert deze taken in medebewind uit. De uitvoering van deze taken kan leiden tot directe schade of aansprakelijkheid. De maximale financiële schade als dit risico zich voordoet wordt geschat op € 100.000. De kans dat dit risico zich voordoet is klein.
2. Informatiebeheer
Bij Informatiebeheer kunnen (applicatieve) incidenten plaatsvinden met (grote) impact op bedrijfsvoering/dienstverlening. Ook bestaat het risico op onvolkomenheden van (nieuwe) regelgeving waarvoor maatregelen getroffen moeten worden. Het risico dat dit soort incidenten zich voordoet wordt klein geschat.
De Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) is een Europese verordening die de regels voor de verwerking van de persoonsgegevens standaardiseert. De AVG kent twee categorieën overtredingen: AVG-1 en AVG-2. Inmiddels zijn de medewerkers goed bekend met AVG en daarom is het risico als 'klein' gekwalificeerd.
3. AVG-1
Als de verwerkingsverantwoordelijke een overtreding begaat van de meer fundamentele verplichtingen uit de AVG kan deze worden bestraft met een boete van de hoogste categorie. Bij deze categorie hoort bijvoorbeeld schenden van rechten van betrokkene zoals recht van inzage, recht op gegevenswisseling en recht op dataportabiliteit. Bij deze overtredingen hoort een geldboete van maximaal € 20 miljoen of 4% van de omzet. Een geldboete van € 20 miljoen is voor de gemeente niet reëel en daarom is 4% van de totale begroting als uitgangspunt genomen voor het bepalen van de maximale financiële impact. Dit risico wordt op ‘klein’ geschat.
4. AVG-2;
Overtredingen die niet onder categorie AVG-1 vallen kunnen beboet worden met een geldboete van maximaal € 10 miljoen of 2% van de omzet. Het gaat hier bijvoorbeeld om het niet melden van datalekken of het niet of onvoldoende treffen van beveiligingsmaatregelen. Ook hier is een geldboete van € 10 miljoen niet reëel. 2% van de totale begroting is als uitgangspunt genomen voor de maximale financiële impact. Dit risico wordt op ‘kein’ geschat.
5. Informatiebeveiliging/Cybercrime
Bij de informatiebeveiliging bestaat het risico op datalekken of cybercrime of cyberaanvallen (DDoS, ransomware, phishing, malware, etc.). De kans dat dit risico zich voordoet is klein, maar de impact is groot. Het risico is daarom op 'gemiddeld' geschat.
6. Gemeenschappelijke regeling RID
Bij deze gemeenschappelijke regeling kunnen (infrastructurele) incidenten plaatsvinden. Het risico dat dit soort incidenten zich voordoet wordt op ‘gemiddeld’ geschat.
7. Vervullen vacante functies
Door de krappe arbeidsmarkt is het lastig om tijdig vacante functies te vervullen. De extra kosten worden gemaakt voor bemiddeling en tijdelijke vervanging door externe inhuur. In het boekjaar 2022 bedragen deze extra kosten om functies vervuld te krijgen ca. € 320.000. Verwacht wordt dat deze trend zich ook in 2023 voortzet. Het risico wordt ‘hoog’ geschat met een maximum waarde van € 400.000.
8. Stijging kosten loon externe inzet en grondstoffen
De loon-, grondstof- energiekosten zijn in 2022 boven de verwachte inflatie gestegen. Voor de begroting van 2023 is het uitgangspunt dat deze (ongunstige) ontwikkeling doorzet. Voor een aantal taken die onder Beheer en Ontwikkeling Ruimte vallen, verwachten wij een stijging van loon- en grondstofkosten. Onder deze taken vallen o.a. planmatig groenonderhoud en extra kosten die gemoeid zijn met investeringen in bijvoorbeeld verhardingen en civiele kunstwerken. De verwachte kostenstijging is op € 500.000,-- geschat. Het risico dat de kosten hoger uitvallen dan begroot wordt op 'hoog geschat'. Ons nieuwe gascontract voor 2023 valt aanzienlijk duurder uit.
Als gevolg van krapte op de arbeidsmarkt en de coronapandemie loopt de uitvoering van het Integraal Beheer Openbare Ruimte (IBOR) vertraging op. Om deze achterstand in te lopen, naast de uitvoering van reguliere IBOR-taken van het jaar 2023, verwachten wij een budget overschrijding op begroting. Inbegrepen de prijsinflatie van de laatste maanden is de budgetoverschrijding geraamd op € 1,0 miljoen. Het risico dat deze budgetoverschrijding plaatsvindt is groot.
Bedrijfsrisico's
1. Participatiewet
Op basis van het deels eigen beleid van de gemeente Baarn vertonen de uitgaven en inkomsten de laatste jaren een stabiel beeld. Het budget voor de bijstandsuitkeringen (105% van de ontvangen rijksmiddelen omdat de gemeente dit zelf moet opvangen bij tekorten) is vooralsnog voldoende gebleken. Voor de komende jaren wordt echter rekening gehouden met een toename door de beperking van het aantal SW’ers (mensen werkzaam in de sociale werkvoorziening) en Wajongers die op de bijstand zijn aangewezen. Per eind 2021 kent Baarn 345 personen die een bijstandsuitkering ontvangen en 28 mensen met een IAOW/IOAZ-uitkering. Het financiële volume ligt rond € 5,3 miljoen per jaar. De risicoreserve is gebaseerd op het bedrag dat niet in aanmerking komt voor een vangnetuitkering en niet in het budget (105% van de rijksmiddelen) is meegenomen.
2. Sociale werkvoorziening
Momenteel wordt RWA Amfors doorontwikkeld tot mensontwikkelbedrijf. In 2020 heeft een herijking plaats gevonden van de toekomstvisie RWA Amfors om richting te geven aan de ontwikkeling van de organisatie op de lange termijn. De ontwikkeling van de toekomstvisie en welke mogelijkheden RWA Amfors heeft, loopt nog door in 2023. Het aantal cliënten neemt namelijk geleidelijk af doordat de instroom is opgedroogd. Een mogelijk gevolg hiervan op de lange termijn is het risico tot opheffing van het SW-bedrijf. Het risicobedrag is gebaseerd op de indicatieve ontmantelingskosten, de te verwachten frictiekosten (werknemersrechten 25,9 fte eind 2021) en het saldo vreemd vermogen minus bezit. Bij de verdeling van deze kosten wordt uitgegaan van het eigendomsaandeel van de gemeenten, zijnde 9% voor de gemeente Baarn.
3. Jeugdzorg en Wmo
De taakstelling voor Jeugd en Wmo voor 2023 bedraagt € 0,7 miljoen en loopt op tot € 1,5 miljoen in 2026. De stijging in de taakstelling is het gevolg van de landelijke insteek om jaarlijks minder van het tekort in geld uit te keren en meer met concrete maatregelen in de vorm van een hervormingsagenda in te vullen. We dienen onze maatregelen in lijn te brengen met de landelijke maatregelen die zijn opgenomen in de hervormingsagenda. Om de maatregelen te kunnen uitvoeren en het effect te kunnen meten moet aan enkele voorwaarden worden voldaan. De belangrijkste voorwaarde is het benoemen van een projectleider/regisseur die toezicht houdt op de uitvoering van de projecten, de inhoudelijk en procesmatige samenhang en verantwoordelijk is voor het totaalresultaat. Daarnaast is het essentieel dat verder wordt ingezet op de doorontwikkeling van informatie om de resultaten te monitoren en ontwikkeling van de inkoop van zorg en ondersteuning en op participatie te volgen. Als in 2023 niet aan deze voorwaarden is voldaan is het risico op het niet halen van de taakstelling of in een te laag tempo realiseren ervan bijzonder groot. De risicoclassificatie is 'hoog".
4. Verantwoording SiSa
Vanaf 2014 moeten gemeenten de verantwoording over de specifieke uitkeringen via de Single information Single audit (SiSa) aanleveren aan het CBS. De deadline is, evenals voor de jaarrekening, gesteld op 15 juli in het opvolgende jaar van het controlejaar. Wanneer de informatie niet tijdig of niet volledig is bevonden, riskeert de gemeente een boete van ca. € 134.000. Het risico dat de gemeente Baarn deze informatie niet op tijd of niet volledig verstrekt is klein.
5. Afvalverwerking
De verwerking en uitbesteding van grondstoffen en restafval gebeurt op een internationale markt waarin vele belangen meespelen en ontwikkelingen niet altijd voorspelbaar zijn. Wel is duidelijk dat sprake is van een trend van stijging van de kosten (bijvoorbeeld voor transport en verwerking van PMD) en daling van de grondstoffen vergoedingen. Daarnaast zijn er landelijke ontwikkelingen, zoals de stijgende belasting op het verbranden van restafval en voorgestelde nieuwe afspraken binnen de Raamovereenkomst Verpakkingen. Deze ontwikkelingen brengen een risico met zich mee voor de kosten in het gesloten systeem van afvalinzameling en –verwerking. Daarnaast zijn er ook financiële risico's in de bedrijfsvoering van RMN, die kunnen leiden tot hogere kosten. De voorgestelde stijging van het tarief voor de afvalstoffenheffing is op termijn niet voldoende om deze kostenstijgingen te dekken.
6. Herijking algemene uitkering
De invoering van de herverdeling van het gemeentefonds is verschoven naar 1 januari 2023. Op basis van de berekening herverdeeleffect is berekend dat de gemeente Baarn er € 148 per inwoner op achteruitgaat totaal structureel € 3,7 miljoen. Op basis van de afspraken tussen VNG en het Rijk vind de invoering gefaseerd plaats met een maximum van € 60 per inwoner per jaar. De herverdeling is volledig geëffectueerd in 2027. Bij de perspectiefnota 2022 is het bedrag tot en met 2026 (€ 60 per inwoner) voor 100% opgenomen.
Door de gebruikte maatstaven voor het Sociaal Domein is Baarn één van de grootste nadeel gemeenten. Oorzaak hiervan is, dat de aanwezigheid van een zorginstelling binnen een gemeente niet als maatstaf is opgenomen. Op verzoek van het ministerie van Binnenlandse Zaken (BZK) is door de Raad voor het openbaar Bestuur (ROB) op 19 oktober 2021 een eindadvies uitgebracht over het verdeelvoorstel. Het ROB stelt dat het verdeelmodel een verbetering is maar niet voldoende. De gemeente Baarn heeft zich met andere gemeenten gemobiliseerd om richting VNG en BZK kenbaar te maken dat de financiële gevolgen van de herijking onacceptabel zijn. Dit heeft geleid tot het aannemen van de resolutie “Naar een uitlegbaar en stabiel verbeter verdeelmodel gemeentefonds” tijdens de algemene ledenvergadering van de VNG. Vooralsnog moet rekening gehouden worden dat het overige deel € 88 per inwoner in de periode van 2027 -2030 moet worden bespaard. Het risico schatten wij in op € 2,2 miljoen.
Aansprakelijkheidsrisico’s
De aansprakelijkheden worden opgenomen in de risicoreserve wanneer vrij grote onzekerheid bestaat over de hoogte van de bedragen en over het daadwerkelijk aansprakelijk zijn. In het geval hierover wel voldoende zekerheid betstaat, wordt een voorziening getroffen ten laste van het resultaat van het betreffende boekjaar. In deze paragraaf is onderscheid gemaakt tussen twee soorten aansprakelijkheidsrisico’s. Aansprakelijkheidsrisico’s als gevolg van garantstelling voor derden bij het opnemen van leningen (1 en 2) en aansprakelijkheidsrisico als gevolg van onrechtmatige handeling of nalatigheid (3 tot en met 5).
1. Garantiestelling Woningcorporaties
Voor diverse partijen staat de gemeente borg voor de opgenomen leningen door die partijen. Het gaat om de woningbouwcorporatie Eemland Wonen en een aantal sportclubs. Woningbouwcorporaties die leningen aangaan voor bouwprojecten krijgen in de regel een borgstelling door het Waarborgfonds Sociale Woningbouw. Woningbouwcorporatie Eemland Wonen heeft een aantal leningen geherfinancierd en daarvoor bij de gemeente borgstelling toegekend gekregen. Gelet op de kredietwaardigheid van de corporatie is het risico klein.
2. Overige Garantiestellingen
De gemeente staat ook borg voor de opgenomen leningen voor diverse stichtingen, verenigingen of sportclubs. Hier gaat om een borgstelling van in totaal € 727.000 (ultimo 2021). Ook hier is het risico klein. Voor sportclubs wordt alleen borg verstrekt indien de stichting Waarborgfonds Sport met goed gevolg een financieel onderzoek heeft uitgevoerd bij de sportclubs.
3. Aansprakelijkheid planontwikkeling
Gemeente Baarn is medio 2014 aansprakelijk gesteld inzake de planontwikkeling op en rondom het parkeerterrein Laanstraat. De gemeente ontkent deze aansprakelijkheid. Het risico wordt vooralsnog ingeschat als ‘klein’. In 2015 is de positie van de gemeente voorgelegd voor een second opinion. De uitkomst van deze second opinion versterkt de gemeente in het handhaven van de huidige positie.