De financieringsparagraaf moet ingaan op de eisen die de wet financiering decentrale overheden (wet Fido) stelt. Uit de paragraaf moet blijken dat de uitvoering van de financieringsfunctie uitsluitend de publieke taak dient, dat het beheer prudent is (geen winstoogmerk) en dat aan de kasgeldlimiet en risiconorm wordt voldaan.
Afhankelijk van de relevantie van en de ontwikkelingen in de financieringsfunctie zal het in de rede liggen dat de paragraaf ook andere onderdelen bevat. Voor de hand liggende onderwerpen zijn: interne en externe ontwikkelingen die invloed hebbenop de financieringsfunctie, beleidsvoornemens voor de gemeentefinanciering, de financieringspositie, leningenportefeuille, uitzettingen, relatiebeheer en het kasbeheer.