Financiering

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

De financieringsparagraaf moet ingaan op de eisen die de wet financiering decentrale overheden (wet Fido) stelt. Uit de paragraaf moet blijken dat de uitvoering van de financieringsfunctie uitsluitend de publieke taak dient, dat het beheer prudent is (geen winstoogmerk) en dat aan de kasgeldlimiet en risiconorm wordt voldaan.

Afhankelijk van de relevantie van en de ontwikkelingen in de financieringsfunctie zal het in de rede liggen dat de paragraaf ook andere onderdelen bevat. Voor de hand liggende onderwerpen zijn: interne en externe ontwikkelingen die invloed hebbenop de financieringsfunctie, beleidsvoornemens voor de gemeentefinanciering, de financieringspositie, leningenportefeuille, uitzettingen, relatiebeheer en het kasbeheer.

Beleidskader

Terug naar navigatie - Beleidskader

Het beleidskader wordt in eerste instantie bepaald door wetgeving van Rijkswege. Dat zijn de Wet Houdbare overheidsfinanciën (wet HOF), de Financiële verhoudingswet (Fvw), de Wet Fido met de uitvoeringsregelingen van deze wet en de Gemeentewet.

Deze hogere wetgeving beoogt decentrale overheden Europese begrotingsregels mee te geven (Wet HOF) en hen te behoeden voor financiële risico’s door ongeoorloofde financiële handelingen met hoog risico (Wet Fido). Alle financiële handelingen moeten a) in het teken staan van de publieke taak en b) zonder winstoogmerk zijn.

Het gemeentelijk kader van het financiële beleid is vastgelegd in de financiële nota’s en verordeningen. De financiële verordening ex art 212 Gemw is een verplichte verordening en beschrijft de doelen en richtlijnen van de financieringsfunctie. De taken en bevoegdheden van financiële beheershandelingen zijn vastgelegd in het Treasurystatuut. Het beleid omtrent reserves / voorzieningen en activa zijn vastgelegd in de respectievelijke nota’s.


In deze paragraaf komen de volgende onderdelen aan de orde:

• Leningenportefeuille O/G en U/G;
• Rente en dividend;
• Financieringsbehoefte;
• Schatkistbankieren, kasgeldlimiet en renterisiconorm;
• Omslagrente;
• Belastingcapaciteit;

De beschrijving van de financiële positie zoals voorgeschreven in het BBV is geen onderdeel van deze paragraaf. Dit wordt behandeld in de financiële begroting en in de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing.

Leningenportefeuille O/G

Terug naar navigatie - Leningenportefeuille O/G

Bij het opstellen van de begroting 2022 had de gemeente Baarn vier langlopende geldleningen. Het zijn twee verschillende soorten leningen: fix-leningen met aflossing na afloop termijn en periodieke lineaire aflossing. In onderstaande tabel is een overzicht opgenomen van de leningen met peildatum 31 december 2021. De twee fix-leningen zullen de komende begrotingsperiode moeten worden geherfinancierd. Tevens is de verwachting in de perspectiefnota verwerkt dat de komende begrotingsperiode voor € 15 miljoen moet worden geleend voor het project speeldoos/bibliotheek en de uitvoering van het MIP.

Ontwikkeling leningenportefeuille Rente Einddatum 1-jan-22 Mutatie Rente 1-jan-23 Mutatie Rente 1-jan-24 Mutatie Rente 1-jan-25 Mutatie Rente 1-jan-26
Huidige leningenportefeuille
Baarns Lyceum: BNG 40.114182 0,393% 2050 26.623 -951 105 25.672 -951 101 24.721 -951 97 23.770 -951 93 22.820
Balansverb I: BNG 40.114706 -0,310% 2024 4.500 -14 4.500 -14 4.500 -4.500 -14 0 0
Balansverb II: BNG 40.111784 0,290% 2022 3.500 -3.500 10 0 0 0 0 0
Verplaatsen GOS: BNG 40.112981 -0,200% 2023 640 -320 -1 320 -320 -1 0 0 0
Nieuwe leningenportefeuille
Herfinanciering BNG 40.111784 0,500% 2027 3.500 9 3.500 18 3.500 18 3.500 18 3.500
Herfinanciering BNG 40.114760 0,500% 2029 0 0 0 4.500 11 4.500 23 4.500
Speeldoos/bibliotheek 0,500% 2062 6.825 17 6.825 -171 34 6.654 -171 33 6.484 -171 32 6.313
MIP 2022 0,500% 2052 2.175 5 2.175 -73 11 2.103 -73 11 2.030 -73 10 1.958
MIP 2023 0,500% 2053 0 2.000 5 2.000 -67 10 1.933 -67 10 1.867
MIP 2024 0,500% 2054 0 0 2.000 5 2.000 -67 10 1.933
MIP 2025 0,500% 2055 0 0 0 2.000 5 2.000
Totaal schuld/aflossing/rente 35.263 7.729 131 42.992 486 154 43.478 739 171 44.217 673 201 44.890
Bedragen x € 1.000 (mutatie -/- is aflossing en +/+ is opname)

Leningenportefeuille U/G (uitgezette middelen > 1 jaar)

Terug naar navigatie - Leningenportefeuille U/G (uitgezette middelen > 1 jaar)

Naast opgenomen leningen kent de gemeente Baarn ook uitgezette leningen. Die zijn in twee categorieën te verdelen: 1) leningen die worden uitgezet door de SVn voor starters op de woningmarkt en leningen voor duurzaamheidsverbeteringen aan woningen en 2) leningen aan sportclubs of verenigingen.

De eerste categorie zijn leningen die via een revolverend fonds werken. De SVn regelt de gehele procedure; van uitzetten tot incasseren van de aflossingen en rente. Bij het schrijven van deze begroting waren geen voorstellen bekend die wijzigingen aanbrengen in de saldi van de uitgezette leningen bij de SVn. De tweede categorie zijn leningen die afgelost worden. Deze categorie wordt langzamerhand afgebouwd omdat de gemeente Baarn in de nota borgstellingen 2018 heeft vastgesteld dat geen leningen in deze categorie meer verstrekt worden. Een sportclub of (sport-) vereniging kan op de geldmarkt lenen en de gemeente kan onder voorwaarden borg staan.

Tabel: saldi van revolverend fonds starters- en duurzaamheidsleningen.

Uitzettingen (per jaarrekening 2020) Rekening Begroting Begroting Meerjarenperspectief
2020 2021 2022 2023 2024 2025
Startersleningen 343 343 343 pm pm pm
Duurzaamheidsleningen 750 750 750 pm pm pm
Totaal 1.093 1.093 1.093 0 0 0
Bedragen x € 1.000,-

Tabel: saldi leningen aan sportclubs of verenigingen.

Saldi van uitgezette leningen > 1 jaar Activum Begroting
Club/Vereniging (saldi per 1 januari) 2022
Merhula scouting groep 363 4.084
St Kunstgrasaccomodatie / BMHV 809 78.009
St Kinderboerderij Baarn 877 83.200
Totaal 165.293
Bedragen x € 1,-

Gelet op de aflossingsdiscipline van de sportclubs wordt het risico laag ingeschat.

Rente en dividend

Terug naar navigatie - Rente en dividend

Rente
Rente wordt betaald op opgenomen leningen. De te verwachten te betalen rente bedraagt in 2022 € 131.000.

Naast deze rente op leningen is er ook een rentetoerekening aan investeringen. Hiermee wordt tot uitdrukking gebracht dat voor investeringen een rentedragende lening opgenomen had moeten worden. De rente op investeringen is saldoneutraal in de begroting (positief op het product en negatief op het taakveld treasury). Het product wordt natuurlijk wel belast met de rentecomponent.

Een derde rentepost is de toegerekende rente aan het eigen vermogen. Deze methode is nog steeds toegestaan vanuit BBV regels. De commissie. BBV geeft echter de aanbeveling geen rente meer toe te rekenen aan het eigen vermogen. Deze aanbeveling is ingesteld voor een betere vergelijkbaarheid tussen gemeenten onderling. De gemeente Baarn volgt deze aanbeveling.

Tot slot een vierde rentepost; toerekening van rente aan grond en activa die nog niet worden afgeschreven (omdat de investering nog loopt). De gemeente Baarn rekent geen rente toe aan deze activa.

Dividend
Van twee partijen ontvangt de gemeente Baarn dividend: de BNG bank en waterbedrijf Vitens. Beide zijn voor 2022 begroot op respectievelijk € 78.820 en € 53.000. Beide zijn algemene dekkingsmiddelen; dus geen oormerk in de besteding.

Financieringsbehoefte

Terug naar navigatie - Financieringsbehoefte

Financieringsbehoefte is een resultante (samenspel) van voorgenomen investeringen, liquiditeitspositie en vastgesteld beleid over de leningenportefeuille.

Het vastgestelde beleid bepaalt dat voor investeringen > € 1.000.000 een lening wordt opgenomen van gelijke waarde als de investering en met een lineaire aflossing gelijk aan de afschrijvingstermijn van de betreffende investering. Zo kunnen beide (activum en lening (schuld)) gelijktijdig de balans uitstromen.

Het MIP omvat in totaal € 30 miljoen aan uitgaven, waarvan € 11 miljoen investeringen in riolering (bekostigd door de rioolheffing). Wij schatten in dat afgerond ongeveer € 15 miljoen zal moeten worden geleend tegen rond de 0,5% rente. Dit genereert extra rentelasten in de begrotingsperiode 2022-2025 van € 75.000.

Wet financiering decentrale overheden (Wet Fido)

Terug naar navigatie - Wet financiering decentrale overheden (Wet Fido)

Schatkistbankieren
Aan het schatkistbankieren is een grens gesteld. Overigens is deze grens door de Rijksoverheid per 1 juli 2021 verhoogd van 0,75% begrotingstotaal naar 2% begrotingstotaal. De gemeente Baarn kan in eigen beheer (betaalrekening) maximaal € 400.000 houden. Resterende overtollige middelen (saldo bankrekening > € 400.000) worden automatisch afgeroomd en gehouden bij de Rijksoverheid. Bij hoge betalingen kan de gemeente wel zelf middelen terugschrijven naar de eigen bankrekening. Vooralsnog houdt Baarn een maximum aan van € 400.000 op de betaalrekening (stand 2021). Een verhoging van het maximale bedrag (van € 400.000 naar 2% begrotingstotaal) op de betaalrekening wordt vooralsnog niet noodzakelijk geacht.

Kasgeldlimiet
De gemeente is op grond van art 3 lid 1 Wet Fido gerechtigd voor een bedrag van 8,5% begrotingstotaal rood te staan bij de bank. Indien dit voor het derde kwartaal op rij gebeurt, moet wel toestemming gevraagd worden bij de financieel toezichthouder (art 4 lid 2 Wet Fido). De begroting 2022 kent een volume (lasten) van € 60.835.000 waarmee de gemeente wettelijk gezien voor € 5,2 miljoen rood mag staan.

De gemeente Baarn heeft echter met de bank een overeenkomst dat slechts voor € 2.500.000 roodstand toegestaan is. Dat heeft te maken met de wettelijke regeling dat banken voor roodstand van klanten middelen in kas moeten houden. De kosten hiervan zijn zo hoog dat de BNG een lagere roodstand heeft voorgesteld. De gemeente Baarn heeft hiermee ingestemd omdat de gemeente nog nooit meer "rood" heeft gestaan dan € 2.500.000.

Per 1 juli 2021 heeft de BNG negatieve credit-rente ingevoerd op de reguliere betaalrekening. Vanaf € 500.000 saldo op de betaalrekening wordt een rente in rekening gebracht van 1-maands Euribor. Het risico dat Baarn negatieve rente moet betalen wordt heel laag ingeschat omdat het beleid is van Baarn dat ongeveer € 0 op de betaalrekening staat met een maximum van € 400.000. Boven dit bedrag wordt afgeroomd voor schatkistbankieren.

Kasgeldlimiet 2022 % Rekening Begroting Begroting Meerjarenperspectief
2019 2021 2022 2023 2024 2025
Begrotingstotaal (totale lasten) 62.894 60.720 60.838 60.351 59.360 59.236
Toegestane kasgeldlimiet 8,5% 5.346 5.161 5.171 5.130 5.046 5.035
Bedragen x € 1.000,-

Renterisiconorm

Definitie volgens de Wet Fido:

  • Renterisico op vaste schuld: mate waarin het saldo van rentelasten en rentebaten van een openbaar lichaam verandert door wijzigingen in het rentepercentage op leningen en uitzettingen met een oorspronkelijke rentetypische looptijd van één jaar of langer;
  • De renterisiconorm: een bedrag ter grootte van een percentage van het totaal van het begrotingstotaal van het openbaar lichaam bij aanvang van het jaar.

Deze norm behoedt de gemeente voor al te grote financiële gevolgen van renteschommelingen.

Renterisiconorm 2022 Rekening Begroting Begroting Meerjarenperspectief
2020 2021 2022 2023 2024 2025
1a Renteherziening op vaste schuld (o/g) -626 -520 0 0 0 0
1b Renteherziening op vaste schuld (u/g)
-/- -/- -/- -/- -/- -/-
2 Netto renteherziening op vaste schuld (1a-1b) -626 -520 0 0 0 0
3a Nieuw aangetrokken / aan te trekken vaste schuld 25.574 5.000 12.500 2.000 6.500 2.000
3b Nieuw uitgezette leningen 250
-/- -/- -/- -/- -/- -/-
4 Netto nieuw aangetrokken vaste schuld (3a-3b) 25.324 5.000 12.500 2.000 6.500 2.000
5 Betaalde aflossing / Te betalen aflossing 16.117 6.239 4.771 1.514 4.810 1.327
6 Herfinanciering (laagste van 4 en 5) 5.000 4.771 1.514 4.810 1.327
7 Renterisisco op vaste schuld (2+6) -626 4.480 4.771 1.514 4.810 1.327
Begrotingstotaal 66.129 60.720 60.838 60.351 59.360 59.236
8 Renterisiconorm (20% begrotingstotaal) 13.226 12.144 12.168 12.070 11.872 11.847
9a Ruimte onder renterisiconorm (8-7) 13.852 7.664 7.397 10.556 7.062 10.520
9b Overschrijding renterisoconorm (7-8)
Bedragen x € 1.000,-

Omslagrente

Terug naar navigatie - Omslagrente

De omslagrente wordt bij de begroting berekend door de werkelijk aan de taakvelden toe te rekenen rente (in euro’s) te delen door de boekwaarde per 1 januari van de vaste activa die integraal zijn gefinancierd. Het gecalculeerde omslagrentepercentage mag binnen een marge van 0,5% worden afgerond.

Schema rentetoerekening cf BBV 2022 Rekening Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting
2020 2021 2022 2023 2024 2025
a1 Externe rentelasten over lange financiering 677 150 131 154 171 201
a2 Externe rentelasten over korte financiering 0 0 0 0 0 0
b1 Externe rentebaten 0 0 0 0 0 0
1 Saldo rentelasten en rentebaten 677 150 131 154 171 201
c1 Rente die aan de GREX moet worden toegerekend 0 0 0 0 0 0
c2 Rente van projectfinanciering die aan betreffende taakveld wordt toegerekend 0 0 0 0 0 0
c3 Rentebate van doorverstrekte leningen indien daar een specifieke lening voor is 0 0 0 0 0 0
aangetrokken die aan taakveld moet worden toegerekend.
2 Saldo toe te rekenen rente 0 0 0 0 0 0
3 Saldo door te berekenen externe rente (1 + 2) 677 150 131 154 171 201
d1 Rente eigen vermogen 0 0 0 0 0 0
d2 Rente over voorzieningen 0 0 0 0 0 0
4 Totaal aan taakvelden toe te rekenen rente 0 0 0 0 0 0
5 Aan taakvelden toe te rekenen rente (3 + 4) 677 150 131 154 171 201
e Werkelijk aan taakvelden toegerekende rente (renteomslag) -938 -237 -293 -292 -322 -318
6 Renteresultaat op taakveld treasury -261 -87 -162 -138 -151 -117
Beoordeling hoogte renteomslag
Boekwaarde investeringen per 1 januari 48.857 60.963 65.260 71.867 70.983 70.067
Aan taakvelden toe te rekenen rente -938 -237 -293 -292 -322 -318
Renteomslag 1,92% 0,39% 0,45% 0,41% 0,45% 0,45%
Verschil (moet minder zijn dan 0,5%)
Renteomslag 2022 - 2025 2,00% 0,50% 0,50% 0,50% 0,50% 0,50%
Bedragen x € 1.000

Belastingcapaciteit

Terug naar navigatie - Belastingcapaciteit

De resterende belastingcapaciteit is de ruimte die bestaat waarmee de OZB eigenaren woning, afvalstoffenheffing en rioolheffing verhoogd kan worden zonder dat voor de OZB het redelijk peil en voor de heffingen de 100% kostendekkendheid overschreden worden.

Voor de OZB is de grens het redelijk peil. Deze is voor 2022 vastgesteld op 0,1800% WOZ waarde (Meicirculaire 2021 bijlage 4.17 pag 100). Het redelijk peil is de grens die een gemeente moet hanteren voor een toekenning van de artikel 12 status. Het percentage dat in Baarn wordt toegepast bedraagt voor 2022 0,0926%.

Voor de afvalstoffenheffing en de rioolheffing is het na te streven dekkingspercentage vastgesteld op 100%. Bij hogere baten dan de kosten zal een reserve/voorziening gevormd moeten worden met de overtollige baten. Deze kunnen in een later stadium weer ingezet worden. Overigens niet anders dan voor de taak waarvoor ze geïnd zijn. In de paragraaf Lokale heffingen is de kostendekkendheid voor de afvalstoffenheffing en rioolheffing berekend op 100%. Dat houdt in dat hier geen capaciteit meer is de heffing te verhogen.

Tabel: resterende belastingcapaciteit

Belastingcapaciteit 2022 Rekening Begroting Begroting
2020 2021 2022
WOZ waarde woningen 3.994.191 4.002.395 4.382.622
Procentueel
Redelijk peil 0,1853% 0,1809% 0,1800%
Tarief Baarn 0,1059% 0,0983% 0,0926%
Financieel
Redelijk peil 7.401 7.240 7.889
Tarief Baarn 4.230 3.934 4.058
Heffingen
Afvalstoffenheffing 0 0 0
Rioolheffing 0 0 0
Resterende belastingcapaciteit 3.171 3.306 3.830
Bedragen x € 1.000,-