Weerstandsvermogen en Risicobeheersing

Beleid gemeente Baarn

Terug naar navigatie - Beleid gemeente Baarn

Het risicomanagement binnen de gemeente Baarn wordt uitgevoerd op basis van de nota Risicomanagement 2017 - 2022. In deze nota is vastgesteld dat de gemeente Baarn streeft naar een ratio weerstandsvermogen voor de programma’s van 1,0, waarbij als toegestane bandbreedte een bovengrens geldt van 1,2 en een ondergrens van 0,8.

Financiële vertaling van de risico’s
Op basis van het risicobeleid is het gewenste weerstandsvermogen bepaald door de risico’s te kwantificeren naar hun maximale financiële impact maal de kans dat het risico zich voor kan doen. In deze paragraaf opgenomen risico’s zijn niet limitatief. Risico’s met geringe financiële impact of risico’s waarvan het financiële effect niet bekend is, zijn buiten beschouwing gelaten.

Hierbij zijn alleen risico’s meegenomen:

• die een maximale financiële impact hebben van € 100.000 of meer;
• waarvan de kans dat het risico zich in werkelijkheid voordoet groter is dan 10%;
• waarvan de kans maal de financiële impact minimaal € 10.000 bedraagt.

Voor de beoordeling is de onderstaande schaalindeling gehanteerd.

Risico Omschreven als Geschatte kans van Rekenpercentage
Klein Onwaarschijnlijk 0% - 20% 10%
Gemiddeld Aannemelijk 21% - 50% 35%
Groot Waarschijnlijk 51% - 90% 70%
Bedragen x € 1.000,-

De risicoanalyse vindt tweemaal per jaar plaats, waardoor deze paragraaf (begroting 2021) aansluit op de risicoanalyse van de jaarrekening 2019.

Inventarisatie weerstandscapaciteit
Het weerstandsvermogen wordt gedefinieerd als “het vermogen van de gemeente Baarn om niet-structurele financiële risico’s op te kunnen vangen teneinde zijn taken te kunnen voortzetten”. Het weerstandsvermogen bestaat uit die middelen waarover de gemeente Baarn beschikt om niet begrote kosten te dekken en die risico’s waarvoor geen voorzieningen zijn getroffen of verzekeringen zijn afgesloten. Dit betreft alleen de incidentele risico’s.

Voor de vaststelling van het weerstandsvermogen neemt de gemeente Baarn uitsluitend de algemene reserve als uitgangspunt. De onbenutte belastingcapaciteit en de post voor onvoorzien worden niet meegenomen in de berekening. Deze vormen een additionele capaciteit (reserve) om mogelijke structurele risico’s op te vangen binnen de begroting wanneer dit nodig blijkt.

 

 

Risico-inventarisatie

Terug naar navigatie - Risico-inventarisatie

Risico-inventarisatie
Ten opzichte van de risicoanalyse in de jaarrekening 2019 is de gewenste weerstandscapaciteit toegenomen van € 4,3 miljoen naar € 4,6 miljoen.

In de onderstaande tabellen worden de mutaties ten opzichte van de Jaarrekening 2019 weergegeven:

Mutatie Aantal Bedrag
Ongewijzigd 13 0
Vermeerdering 0 0
Vermindering 4 -1.085
Nieuw 2 1.313
Totaal 228
Bedragen x € 1.000,-
In de onderstaande tabellen worden de mutaties ten opzichte van de jaarrekening 2019 weergegeven:
Risico Benodigde capaciteit
dec-19 jul-20
Bedrijfsrisico's 1.354 1.419
Eigendomsrisico's 197 0
Beleidsrisico 1.846 2.207
Aansprakelijkheidsrisico 926 926
Totaal 4.323 4.552
Bedragen x € 1.000,-

Totaaloverzicht risico’s met financiële vertaling

Terug naar navigatie - Totaaloverzicht risico’s met financiële vertaling
Nr Benoemde risico's Maximum Kans Inc/Struct Jaarrekening Bedrag Mutatie
2019 risico
Bedrijfsrisico's
1 Handhaving Wabo 100 Klein Structureel 10 10 Ongewijzigd
2 Informatiebeheer 250 Klein Structureel 25 25 Ongewijzigd
3 AVG-1 2.160 Klein Structureel 756 216 Afname
4 AVG-2 1.080 Klein Structureel 378 108 Afname
5 Informatiebeheer Cybercrime 100 Klein Structureel 10 10 Ongewijzigd
6 Gemeenschappelijke regeling RID 500 Gemiddeld Incidenteel 175 175 Ongewijzigd
7 Coronacrisis 1.250 Groot Incidenteel 0 875 Nieuw
Totaal bedrijfsrisico's 5.440 1.354 1.419
Eigendomsrisico's
1 Onderhoud niet-strategisch vastgoed 562 197 0 Afname
Totaal eigendomsrisico's 562 197 0
Beleidsrisico's
1 Wettelijke gemeentetaak Wmo HV 310 217 0 Afname
2 Uitvoeringsorganisatie BBS 400 Groot Structureel 140 280 Toename
3 Gemeenschappelijke regeling RWA/Amfors 1.800 Gemiddeld Incidenteel 630 630 Ongewijzigd
4 Wettelijke taak Jeugdzorg 540 Groot Structureel 378 378 Ongewijzigd
5 SiSa verantwoording VVE 134 Klein Incidenteel 13 13 Ongewijzigd
6 Afvalverwerking 669 Groot Structureel 468 468 Ongewijzigd
7 Herverdeling algemene uitkering 1.250 Gemiddeld Structureel 0 438 Nieuw
Totaal beleidsrisico's 5.103 1.846 2.207
Aansprakelijkheidsrisico's
1 Gewaarborgde geldleningen Eemland Woningen 1.747 Klein Incidenteel 175 175 Ongewijzigd
2 Gewaarborgde geldleningen sportclubs 856 Klein Incidenteel 86 86 Ongewijzigd
3 Aansprakelijkheid planontwikkeling 3.600 Klein Incidenteel 360 360 Ongewijzigd
4 Aansprakelijkheid gasontvanstation 400 Groot Incidenteel 280 280 Ongewijzigd
5 Aansprakelijkheid bagger-dossier 250 Klein Incidenteel 25 25 Ongewijzigd
Totaal aansprakelijkheidsrisico's 6.853 926 926
Totaal risico's 17.958 4.323 4.552
Bedragen x € 1.000,-

Toelichting risico's

Bedrijfsrisico's

1. Handhaving Wet algemene bepalingen omgevingsrecht
De gemeente handhaaft de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. Deze wet combineert een aantal vergunningen en algemene regels op het gebied van de ruimtelijke ordening, veiligheid en milieu. De gemeente voert deze taken in medebewind uit. De uitvoering van deze taken kan leiden tot directe schade of aansprakelijkheid. De maximale financiële schade als dit risico zich voordoet wordt geschat op € 100.000. De kans dat dit risico zich voordoet is klein.

2. Informatiebeheer
Bij Informatiebeheer kunnen (applicatieve) incidenten plaatsvinden met (grote) impact op bedrijfsvoering/dienstverlening. Ook bestaat het risico op onvolkomenheden van (nieuwe) regelgeving waarvoor maatregelen getroffen moeten worden. Het risico dat dit soort incidenten zich voordoet wordt klein geschat.

AVG; Op 25 mei 2018 is de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) ingegaan. Deze verordening vervangt de oude privacywet ‘bescherming persoonsgegevens’. De AVG heeft twee categorieën overtredingen geïntroduceerd: AVG-1 en AVG-2. Inmiddels zijn de medewerkers goed bekend met AVG en daarom is het risico van ‘gemiddeld’ naar ‘klein’ verlaagd.

3. AVG-1
Als de verwerkingsverantwoordelijke een overtreding begaat van de meer fundamentele verplichtingen uit de AVG kan deze worden bestraft met een boete van de hoogste categorie. Bij deze categorie hoort bijvoorbeeld schenden van rechten van betrokkene zoals recht van inzage, recht op gegevenswisseling en recht op dataportabiliteit. Bij deze overtredingen hoort een geldboete van maximaal € 20.000.000 of 4% van de omzet. Een geldboete van € 20.000.000 is voor de gemeente niet reëel en daarom is 4% van de totale begroting als uitgangspunt genomen voor het bepalen van de maximale financiële impact. Inmiddels zijn de medewerkers goed bekend met AVG en daarom is het risico van ‘gemiddeld’ naar ‘klein’ verlaagd.

4. AVG-2;
Overtredingen die niet onder categorie AVG-1 vallen kunnen beboet worden met een geldboete van maximaal € 10.000.000 of 2% van de omzet. Het gaat hier bijvoorbeeld om het niet melden van datalekken of het niet of onvoldoende treffen van beveiligingsmaatregelen. Ook hier is een geldboete van € 10.000.000 niet reëel. 2% van de totale begroting is als uitgangspunt genomen voor de maximale financiële impact.

5. Informatiebeveiliging/Cybercrime
Bij de informatiebeveiliging bestaat het risico op datalekken of cybercrime of cyberaanvallen (ddos, ransomware, phishing, malware, etc.). De kans dat dit risico zich voordoet is klein.

6. Gemeenschappelijke regeling RID
Bij deze gemeenschappelijke regeling kunnen (infrastructurele) incidenten plaatsvinden. Het risico dat dit soort incidenten zich voordoet wordt op ‘gemiddeld’ geschat.

7 COVID-19
De impact van de coronacrisis op de economie is groot en wordt nog maar net zichtbaar. In 2020 heeft het Rijk steunmaatregelen uitgevoerd om de eerste klappen van het bedrijfsleven op te vangen. Deze maatregelen worden nu versoberd. Daarnaast wordt de ontslagregeling versoepeld. De verwachting is een forse stijging van faillissementen en werkloosheid (+40%). Hierdoor zal in 2021 naar verwachting ook een stevig extra beroep worden gedaan op bijstandsuitkeringen, bijzondere bijstand en schuldhulpverlening. Dit risico wordt ingeschat op € 1,0 miljoen met een grote kans van optreden.

Naast de individuele inkomensonzekerheid kent corona nog tal van andere kosten en risico’s. Denk daarbij aan extra steun voor ondernemers (mogelijke kwijtschelding belastingen, extra steun voor sport en cultuur en extra kosten voor handhaving van de 1,5 meter samenleving. De raad wordt sinds de zomer van 2020 hierover met regelmaat geïnformeerd. Voor 2021 wordt het risico ingeschat op € 0,5 miljoen met een grote kans van optreden.

Het totale risico wordt geschat op € 1,5 miljoen. In programma 4 is voor 2021 € 250.000 als incidenteel budget opgenomen voor incidentele stimuleringsmaatregelen om de gevolgen van COVID-19 in Baarn te bestrijden. Het overige risico van € 1,25 miljoen. is opgenomen in de risicoparagraaf.


Eigendomsrisico’s

1. Onderhoudskosten niet-strategisch vastgoed
Dit risico is komen te vervallen.


Beleidsrisico’s

1. Wettelijke gemeentetaak Wmo HV
In 2019 is de bijdrage voor WMO-voorzieningen veranderd. In de begroting 2021 zijn de gevolgen van deze verandering verwerkt. Hiermee is het risico komen te vervallen.

2. Gemeenschappelijke regeling BBS (W&I)
Per eind 2019 ontvingen 372 Baarnse inwoners een uitkering op grond van de Participatiewet, IOAW, IOAZ of Bbz. De uitgaven aan bijstandsuitkeringen (BUIG budget) zullen in 2021 naar alle waarschijnlijkheid stijgen door de toestroom van uitkeringsgerechtigden naar aanleiding van de corona-crisis. De verwachtte stijging ligt op 40% van het huidige aantal uitkeringsgerechtigden in juli 2021 (schatting). Tevens hebben we te maken met een stijgend aantal TOZO uitkeringen. Per 1 juli 2020 bedroeg het aantal toegekende TOZO 1&2 uitkeringen 650. Het financiële volume van BBS ligt rond € 5,8 miljoen per jaar. De risicoreserve is gebaseerd op het meerdere boven de verplichte eigen bijdrage van 7,5% voor de gemeente. Door de toegenomen onzekerheid is het risico verhoogd van gemiddeld naar groot.

3. Gemeenschappelijke regeling RWA/Amfors
Op basis van de eerdere keuze van de deelnemende gemeenten dat de focus van RWA/Amfors zich primair op de Sw-doelgroep richt, krimpt de organisatie. De omvang van de ondersteunende organisatie krimpt mee met die van de Sw-populatie. De daling in omvang kan vooralsnog door verdere automatisering en digitalisering en vereenvoudiging van de organisatiestructuur op passende wijze worden opgevangen. Om het mogelijke effect hiervan op langere termijn in beeld te brengen is op verzoek van het Bestuur RWA en de Raad van Commissarissen Amfors in 2020 een toekomstvisie opgesteld. De komende jaren focust RWA Amfors zich op het uitrollen van de toekomstvisie Twee29 (2021 - 2029). Naar aanleiding van de evaluatie en kerntakendiscussie BBS zullen in 2021 ook de mogelijkheden worden onderzocht om RWA Amfors open te stellen voor inwoners met een indicatie garantiebaan. Welke opgave we als gemeente op dat moment aan RWA/Amfors meegeven hangt ook samen met landelijke en regionale ontwikkelingen. Afhankelijk van bovenstaande ontwikkelingen bestaat op de lange termijn het risico tot opheffing van het SW-bedrijf. Het risicobedrag is gebaseerd op de indicatieve ontmantelingskosten, de te verwachten frictiekosten (werknemersrechten; 33,2 fte eind 2019) en het saldo vreemd vermogen minus bezit. Bij de verdeling van deze kosten wordt uitgegaan van het eigendomsaandeel van de gemeenten, zijnde 9% voor de gemeente Baarn.

4. Wettelijke taak Jeugdzorg
Sinds 2015 is de gemeente verantwoordelijk voor de uitvoering van de Jeugdwet en hiermee de zorg voor jeugdigen. Naast het toekennen van zorg door de gemeente is ook een doorverwijzing mogelijk door huisartsen, jeugdartsen en medisch specialisten. De gemeente heeft hier weinig invloed op, terwijl zij wel verantwoordelijk is voor de uitgaven die met deze verwijzing samenhangen.

In de regio Amersfoort vindt een verevening van zorgkosten plaats op de dure en niet veel voorkomende zorg. In 2019 is de basis waarop zorgkosten worden verevend gewijzigd in samenhang met een andere manier van inkopen. De verevening pakt wisselend uit voor Baarn. In 2021 gaan we de risicoverevening evalueren.

In de regio Amersfoort hebben gemeenten samen met een groep van jeugdhulpaanbieders collectieve afspraken gemaakt over de meerjarige levering van (specialistische) hulp aan jeugdigen met complexe problemen. Deze aanbieders hebben moeite de hulp te bieden binnen het financieel kader zoals dat er ligt. Het risico dat de kosten hoger uitvallen ten opzichte van de laatste indicatie (jaarrekening 2019) blijft ongewijzigd.

Het bedrag is een samenstelling van het risico van de kostentoename en het risico van het opnemen van de verwachte structurele voorzetting van de algemene uitkering (€ 409.000) vanaf 2022.

5. Niet voldoen aan de wet- en regelgeving (Sisa)
Vanaf 2014 moeten gemeenten de verantwoording over de specifieke uitkeringen via de Single information Single audit (SiSa) aanleveren aan het CBS. De dead-line is, evenals voor de jaarrekening, gesteld op 15 juli in het opvolgende jaar van het controlejaar. Wanneer de informatie niet tijdig of niet volledig is bevonden, riskeert de gemeente een boete van ca. € 134.000. Het risico dat de gemeente Baarn deze informatie niet op tijd of niet volledig verstrekt is klein.

6. Afvalverwerking
De verwerking en vermarkting van grondstoffen en restafval gebeurt op een internationale markt waarin vele belangen meespelen en ontwikkelingen niet altijd voorspelbaar zijn. Wel is duidelijk dat sprake is van een trend van stijging van de kosten (bijvoorbeeld voor transport en verwerking van PMD) en daling van de vergoedingen (bijvoorbeeld voor oud papier en karton). Daarnaast zijn er landelijke ontwikkelingen, zoals de stijgende belasting op het verbranden van restafval en nieuwe afspraken binnen de Raamovereenkomst Verpakkingen. Deze ontwikkelingen brengen een risico met zich mee voor de kosten in het gesloten systeem van afvalinzameling en –verwerking. Ondanks de tarievenwijziging die in de begroting 2021 is doorgevoerd blijft het risico ongewijzigd bestaan.

7. Herverdeling algemene uitkering
Het Ministerie van Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties staan nog steeds achter de invoering van een nieuw verdeelmodel dat beter aansluit op de kostenverschillen tussen gemeenten en een groot aantal knelpunten in de huidige verdeling kan wegnemen. Het streven is de besluitvorming over de nieuwe verdeling nog dit jaar af te ronden. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) deelt deze opvatting. De ingangsdatum van de nieuwe verdeling van het gemeentefonds wordt uitgesteld tot 1 januari 2022.

De planning is dat het effect van de nieuwe verdeelsleutel bij de decembercirculaire 2020 bekend wordt gemaakt. Frontin Pauw, autoriteit op het gebied van het gemeentefonds, adviseert kleinere plattelandsgemeenten rekening te houden met een nadelig effect van maximaal € 100 per inwoner en hiervan € 50 op te nemen als stelpost in de begroting en € 50 in de risicoparagraaf. De herverdeling zou vooral leiden tot een nadeel voor kleinere ( plattelands) gemeenten en een voordeel voor grote gemeenten. Wij schatten in dat het nadelig effect voor Baarn van € 50 per inwoner reëel is. Dit effect is opgenomen in de raming ten laste van het begrotingssaldo. Dit leidt tot een korting van € 1,25 miljoen in 2025, dat vanaf 2022 in 4 jaar in gelijke stappen moet worden bereikt. De overige € 50 per inwoner van het maximale risico is opgenomen in de risicoparagraaf met een risico inschatting gemiddeld. Het risico is gemiddeld, omdat Baarn geen plattelandsgemeente is.


Aansprakelijkheidsrisico’s

De aansprakelijkheden worden opgenomen in de risicoreserve wanneer vrij grote onzekerheid bestaat over de hoogte van de bedragen en over het daadwerkelijk aansprakelijk zijn. In het geval hierover wel voldoende zekerheid betstaat, zal een voorziening worden getroffen ten laste van het resultaat van het betreffende boekjaar. In deze paragraaf is onderscheid gemaakt tussen twee soorten aansprakelijkheidsrisico’s. Aansprakelijkheidsrisico’s als gevolg van garantstelling voor derden bij het opnemen van leningen (1 en 2) en aansprakelijkheidsrisico als gevolg van onrechtmatige handeling of nalatigheid (3 tot en met 5).

1. Garantiestelling Woningbouwcorporaties
Voor diverse partijen staat de gemeente borg voor de opgenomen leningen door die partijen. Het gaat om de woningbouwcorporatie Eemland Wonen en een aantal sportclubs. Woningbouwcorporaties die leningen aangaan voor bouwprojecten krijgen in de regel een borgstelling door het Waarborgfonds Sociale Woningbouw. Woningbouwcorporatie Eemland Wonen heeft een aantal leningen geherfinancierd en daarvoor bij de gemeente borgstelling toegekend gekregen. Ultimo 2019 gaat het om € 1.747.418. Gelet op de kredietwaardigheid van de corporatie en het Waarborgfonds Sociale Woningbouw is het risico klein.

2. Garantiestelling sportclubs
De gemeente staat ook borg voor de opgenomen leningen voor diverse stichtingen, verenigingen of sportclubs. Hier gaat om een borgstelling van in totaal € 856.351(ultimo 2019). Ook hier is het risico klein. Voor sportclubs wordt alleen borg verstrekt indien de stichting Waarborgfonds Sport met goed gevolg een financieel onderzoek heeft uitgevoerd bij de sportclubs.

3. Aansprakelijkheid planontwikkeling
Gemeente Baarn is medio 2014 aansprakelijk gesteld inzake de planontwikkeling op en rondom het parkeerterrein Laanstraat. De gemeente ontkent deze aansprakelijkheid. Het risico wordt vooralsnog ingeschat als ‘klein’. In 2015 is de positie van de gemeente voorgelegd voor een second opinion. De uitkomst van deze second opinion versterkt de gemeente in het handhaven van de huidige positie.

4. Verplaatsen van gasontvangstation
De gemeenteraad heeft eind 2017 besloten het gasontvangstation aan de Drakenburgerweg 25a te verplaatsen naar de overzijde van de Drakenburgerweg. Hiervoor is een budget beschikbaar gesteld van € 1,6 miljoen, met een marge van 25%. Het risico dat deze marge wordt ingezet is groot. In overleg met de controlerend accountant is voor het bedrag van € 1,6 miljoen een voorziening getroffen ten laste van de algemene reserve.

5. Rechtszaak over de melding voor het storten van de bagger
Een marktpartij heeft de gemeente aansprakelijk gesteld voor de door haar te lijden schade voor het ten onrechte accepteren van de melding voor het storten van bagger nabij de Eem. De gemeente heeft deze aansprakelijkheid afgewezen.

In januari 2019 heeft de rechtbank vastgesteld dat de gemeente niet aansprakelijk is. Momenteel loopt de zaak in hoger beroep.

 

Algemeen risicoreserve

Terug naar navigatie - Algemeen risicoreserve

De “Risicoreserve” is een onderdeel van de algemene reserve. De “Risicoreserve” moet hoog genoeg zijn om alle incidentele risico's te kunnen opvangen.

Benodigde weerstandscapaciteit

Terug naar navigatie - Benodigde weerstandscapaciteit

Het weerstandsvermogen is het verhoudingsgetal tussen de beschikbare weerstandscapaciteit en de benodigde weerstandscapaciteit. De beschikbare weerstandscapaciteit betreft de algemene reserve. De totale omvang van de risico’s juli 2020 bedraagt € 18,0 miljoen (ultimo 2019 € 15,8 miljoen). Wanneer de maximale financiële impact maal de kans wordt berekend, ontstaat een benodigde weerstandscapaciteit van € 4,6 miljoen (ultimo 2019 € 4,3 miljoen) om de incidentele risico’s op te vangen.

 

 

Peildatum Bruto Weerstandscapaciteit Weerstands-
risico Benodigd Beschikbaar vermogen
Ultimo 2018 17.062 4.241 13.778 3,25
Ultimo 2019 15.825 4.323 12.344 2,86
Begroting 2020 15.756 4.359 13.303 3,05
Begroting 2021 17.958 4.552 12.344 2,71
Begroting 2021 17.958 4.552 15.677 3,44
Bedragen x € 1.000,-

Het weerstandvermogen komt in juli 2020 uit op 2,71 (de blauw gemarkeerde regel). In dit verhoudingsgetal wordt het huidige risicoprofiel afgezet tegen de weerstandscapaciteit die de gemeente Baarn in de huidige meerjarenbegroting kan aanwenden. Deze ratio geeft aan dat de weerstandspositie sterk is.

Het beschikbare saldo van de algemene reserve van € 12,3 miljoen is het saldo vóór resultaatbestemming van de jaarrekening 2019.

In de groen gemarkeerde regel is het saldo van de algemene reserve doorgerekend met het saldo van:

• de jaarrekening 2019 (€ 2,7 miljoen negatief);
• de opheffing en overboeking naar de algemene reserve van dekkingsreserves NBS en BSN (respectievelijk € 5,4 miljoen en € 4,2 miljoen);
• de begrote aanspraken op de algemene reserve in het boekjaar 2020 (€ 3,4 miljoen).

Ultimo 2020 is het saldo van de algemene reserve (op begrotingsbasis) € 15,9 miljoen. Dit geeft dan een ratio van 3,44.

Het weerstandsvermogen voldoet aan de minimumeis uit de nota Risicomanagement 2017 - 2022 van 0,8. De gemeente streeft een ratio van minimaal 1,0 na. Hier wordt ruim aan voldaan.

Financiële kengetallen

Terug naar navigatie - Financiële kengetallen

Sinds 2015 kent het BBV de bepaling dat gemeenten in hun jaarstukken (begroting en jaarrekening) een set van zes verplichte financiële kengetallen moet opnemen in de paragraaf “Weerstandsvermogen en Risicobeheersing”. Deze zijn bestemd voor interne en externe benchmarking van de financiële positie. Het betreft de:

1. Netto schuldquote (leningen O/G);
2. Netto schuldquote gecorrigeerd voor verstrekte leningen (leningen O/G minus leningen U/G);
3. Solvabiliteit;
4. Grondexploitatie;
5. Structurele exploitatieruimte;
6. Woonlasten tov landelijk gemiddelde voorgaand jaar.

 

Financiele kengetallen 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021
Netto schuldquote 48,7% 45,4% 44,6% 38,1% 36,3% 37,2% 52,3%
Netto schuldquote gecorrigeerd voor uitgezette leningen 45,2% 45,4% 44,6% 38,1% 35,2% 36,1% 50,9%
Solvabiliteit 41,0% 44,0% 43,0% 44,0% 39,0% 38,0% 24,0%
Grondexploitatie 7,3% 2,5% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0%
Structurele exploitatieruimte 2,04% 2,41% 1,39% -0,18% 0,15% 2,01% 1,91%
Woonlasten 782 814 812 803 815 859 1.008
Landelijke woonlasten (bron: Coelo) 716 723 723 721 740 776 *nnd
Bedragen x € 1.000,-

Door de herfinanciering van de BNG lening 40.104525 stijgt de schuldpositie en daalt de solvabiliteit.

De structurele exploitatieruimte blijft in vergelijking met voorgaand jaar ongeveer rond de 2%.

De stijging van de woonlasten komt door de stijging van de afvalstoffenheffing.

De landelijke woonlasten worden gepresenteerd vanuit de COELO atlas. Deze is voor 2021 nog niet uitgegeven.

Bij het vaststellen van de “Regeling vaststelling kengetallen” zijn bewust geen normen mee gegeven. De Rijksoverheid vindt dat dit een eigen keuze van de decentrale overheid is. Baarn heeft geen normen vastgesteld maar volgt de indicaties die de VNG geeft. Enige belangrijke indicaties zijn de 100% norm voor de schuldpositie en de 20% norm voor de solvabiliteit.