Programma 2: Sociaal Domein

Positieve gezondheid en actief deelnemen aan de samenleving zijn uitgangspunten in ons beleid Sociaal Domein. Door te investeren in een actieve leefstijl, stimuleren wij de zelfredzaamheid van onze inwoners. Op deze manier zetten wij in op het voorkómen van problemen. In 2021 zetten wij een aantal maatregelen in om een actieve leefstijl te bevorderen, zoals de verbinding tussen kunst & cultuur en het sociaal domein, het maatjesproject en het project laagdrempelige dagactiviteiten. Verschillende activiteiten vallen onder de noemer ‘Actieve leefstijl Sociaal Domein', zoals het programma Wandel Baarn Vitaal (Baarnse Atletiek Vereniging samen met de Baarnse huisartsen), de beweegprogramma’s GALM en Sociaal Vitaal, het vroeg signaleren van problemen bij statushouders en de verhuiscoach. We gaan een project valpreventie starten in samenwerking met zorgaanbieders, Stichting Sport en Bewegen Senioren Baarn en Welzijn Baarn. Dit zijn activiteiten voor de leeftijdsgroepen volwassenen en ouderen, maar ook voor jeugdigen zetten we in op diverse activiteiten gericht op een actieve leefstijl. We bieden cultuur- en sportkennismaking aan op de basisscholen.

Met de inzet van (rijks)middelen voor een lokaal sportakkoord werken we de plannen uit voor multifunctioneel gebruik van het ijsbaanterrein. De Stichting Baarnse IJsbanen coördineert en leidt dit proces. Vele Baarnse organisaties worden erbij betrokken, bijvoorbeeld Sportcentrum de Trits, Sportivun, sportverenigingen en Welzijn Baarn en Crescendo. Toen binnensport door corona niet mogelijk was hebben verschillende sportclubs ervaren hoe goed het is om buiten te bewegen op het ijsbaanterrein. De Stichting Baarnse IJsbanen gaat hen in 2021 ook zeker weer faciliteren.

In 2019 hebben we de subsidies voor de exploitatie van sportaccommodaties herverdeeld. De subsidieregeling Exploitatiesubsidie voor sportaccommodaties evalueren we in 2021 met de betrokken sportstichtingen en sportverenigingen. Mogelijk is de regeling te verbeteren en passen we deze aan naar aanleiding van de evaluatie.

Kunst en cultuur heeft een artistieke waarde. Gemeente Baarn ondersteunt dit omdat het bijdraagt aan de verbetering van participatie en vitaliteit in de samenleving. Daarom werken we vanuit de portefeuille kunst en cultuur integraal samen. In het sociaal domein draagt zowel de deelname aan culturele activiteiten als de beleving van kunst en cultuur bij aan de vitaliteit en ontwikkeling van inwoners en jeugd. Dat helpt bij de preventie van zorgvragen. Binnen het fysiek domein levert kunst en cultuur een belangrijke bijdrage aan het versterken van de levendigheid en aantrekkingskracht van het centrum. Daarom subsidiëren wij onder meer culturele evenementen in het centrum van Baarn. Regionale en lokale samenwerking vormen hierbij het uitgangspunt. Ook in 2021 steunen wij initiatieven, onder meer een plan om M.C. Escher in Baarn beter zichtbaar te maken.

Het culturele leven is voor een groot deel tot stilstand gekomen door de coronamaatregelen. De sector is economisch zwaar getroffen door het wegvallen van inkomsten. De toekomst is onzeker, in beperkte mate is het opstarten van activiteiten weer mogelijk, echter wel in afgeslankte vorm. Het is te verwachten dat in de nabije toekomst verzoeken voor financiële ondersteuning zullen komen vanuit de sector om de organisaties overeind te houden.

Uw raad heeft in mei 2020 een motie aangenomen die de gemeente de gelegenheid geeft drie locaties voor de huisvesting uit te werken. Deze drie scenario’s moeten voorzien zijn van een gedegen financiële onderbouwing en inspelen op ontwikkelingen gerelateerd aan de coronacrisis en locatie specifieke omstandigheden. Ook is er aandacht voor het actualiseren van het Programma van Eisen, dat inmiddels 4 jaar oud is en een moderniseringsslag vraagt.

Hiermee is het raadsbesluit van maart 2019 ingetrokken en wordt in december 2020 een nieuw raadsvoorstel gepresenteerd. Voor de uitwerking van deze motie werken wij nauw samen met programma 3, als het gaat om het verlevendigen van het centrum.

Als eind 2020 een besluit wordt genomen, zal dit betekenen dat de oplevering op z’n vroegst in september 2023 plaatsvindt.

Wij streven naar een aanpak waarin alle inwoners naar vermogen mee kunnen doen. De aanwezigheid van eenzaamheid past daar niet bij. In 2020 zijn wij aan de slag gegaan met het uitvoeringsprogramma “Een tegen Eenzaamheid”. De acties die wij hebben ondernomen, zoals de (vanwege corona digitale) bijeenkomst om te komen tot een brede coalitie en het opzetten van het signaleringspunt eenzaamheid, hebben ertoe bijgedragen dat “eenzaamheid” steeds meer herkend wordt en dat wij met z’n allen moeilijk bereikbare inwoners toch kunnen bereiken. Om deze succesvolle aanpak door te zetten in 2021 is het noodzakelijk dat een aanjaagfunctie blijft bestaan, zoals in 2020 uitgevoerd door twee projectleiders van Welzijn Baarn. Er is echter vanaf 2021 geen Rijksbudget meer om daarvoor in te zetten. Binnen de bestaande subsidiebudgetten gaan wij afspraken maken met onze maatschappelijke partners zoals Welzijn Baarn om deze aanjaagfunctie te behouden.

Respijtzorg is een Wmo voorziening. Om overbelasting van mantelzorgers te voorkomen en ook om kosten te besparen, willen we meer inzetten op vrijwilligers als respijtzorg. Dit betekent het inzetten van vrijwilligers die getraind worden op kennis van bepaalde ziektebeelden en hoe hiermee om te gaan. Zij kunnen dan tijdelijk worden ingezet om ondersteuning van mantelzorgers in de thuissituatie over te nemen. Wij zien een gezamenlijke verantwoordelijkheid om dit met welzijnspartijen en zorgaanbieders op te pakken.

Vrijwilligers zijn het cement van de samenleving. Wij willen mensen die met pensioen gaan verleiden om hun vrije tijd meer in te zetten voor de Baarnse samenleving. Dit kan door het doen van vrijwilligerswerk; er zijn veel verschillende soorten werkzaamheden in verschillende vormen. Mensen willen zich niet altijd structureel en voor langere tijd verbinden, daarom is vrijwilligerswerk op projectbasis een vorm die sommigen meer zal aanspreken.

Uit signalen van de maatschappelijke organisaties blijkt dat er een groep is die structureel ‘’stut en steun’’ nodig heeft. Dit kunnen onder andere ouderen zijn met psychische of somatische problematiek die niet meer behandelaar is, statushouders die niet meer leerbaar zijn. We willen hier passende arrangementen op gaan inzetten. Om dit te kunnen doen is inzicht nodig in de grootte van de doelgroep en de (verschillende) kenmerken van de doelgroep.

Wij zijn gestart met de pilots laagdrempelige dagactiviteiten en maatjes voor de duur van 1 jaar. De eerste positieve resultaten zijn zichtbaar, maar de coronacrisis had en heeft nog steeds invloed op de uitvoering van de pilots. Om de pilots goed tot hun recht te laten komen en goed te kunnen meten wat de effecten zijn, gaan wij deze met 1 jaar verlengen.

Samen met het onderwijs en de zorg (onder andere met de GGDrU) gaan wij intensiever aan de slag met een gemeentegerichte aanpak kansengelijkheid op het gebied van taalontwikkelingsachterstanden van kinderen in de leeftijd van 2,5 - 12 jaar.

Wij bieden al een voorschools programma aan voor kinderen in de leeftijd van 2,5 tot 4 jaar. Ook hebben wij twee taalplusklassen voor kinderen van groep 1 en 2 met een taalachterstand en we faciliteren de Voorleesexpress voor een aantal gezinnen. Dit aanbod gaan wij uitbreiden met 3 taalplusklassen bestemd voor kinderen van groep 3 t/m 8. Ook subsidiëren wij eenmalige incentives om ernstige ontwikkelingsachterstanden in te halen zoals het faciliteren van een onderwijsassistent in de kleutergroep op openbare basisschool de Uitkijck. Dit alles doen wij met het grotere doel om analfabetisme en laaggeletterdheid te voorkomen en deze kinderen een betere, gelijke kans te bieden om op latere leeftijd zelfstandig te kunnen functioneren in de maatschappij.

Wij bekostigen deze activiteiten met de Specifieke uitkering onderwijsachterstandbeleid die wij jaarlijks van het Rijk ontvangen.

Inwoners kunnen met vragen op het gebied van bijvoorbeeld wonen, welzijn, zorg en gezondheid op verschillende plekken terecht. Zo is er: PIT Baarn, Lokaal Team en Loket Wonen, Zorg en Welzijn. Daarnaast is er de uitvoeringsorganisatie Werk & Inkomen BBS in Soest. De uitdaging en wens is de toegang tot deze organisaties zo optimaal mogelijk te organiseren.

In het collegeprogramma is aangegeven dat behoefte bestaat aan een meer duidelijke toegang tot informatie en advies, zorg en ondersteuning om onze inwoners beter te kunnen bedienen. We richten ons op een geschikte, centrale locatie voor PIT Baarn waarbij het Lokaal Team en het Loket Wonen, Zorg en Welzijn eveneens een plek krijgen binnen dezelfde huisvesting. Op dit moment bevinden we ons in de eerste fase van het project. In 2021 wordt de volgende stap gezet; de implementatie van de Integrale Toegang.

In het collegeprogramma is eveneens beschreven dat we onderzoek doen naar versterking van de samenwerking tussen Lokaal Team, PIT en huisartsen.

De Integrale Toegang en samenwerking tussen verschillende partners, ook met het Baarns Contact Centrum, heeft als doel de dienstverlening, processen en activiteiten efficiënter te maken. Inwoners kunnen terecht op 1 plek, zowel fysiek als digitaal. Het verbeteren van de samenwerking en dienstverlening is een belangrijk aandachtspunt.

In de begroting 2020 is een structureel bedrag van € 60.000 voor de implementatie opgenomen. De verwachting is dat dit bedrag nodig is om de Integrale Toegang goed vorm te geven.

Zelf begeleiden is een basisfunctie (naast vraagverheldering en regie) die onvoldoende van de grond komt in de sociale (wijk) teams in onze regio. Dit blijkt uit een recente inventarisatie naar de uitvoering door de sociale (wijk) teams. Vanwege een te krappe bezetting ligt de focus van de teams bij vraagverheldering en regievoering en wordt begeleiding daardoor (te) veel uitbesteed aan jeugdzorgaanbieders, met name p*q aanbieders.

Ook komt uit deze inventarisatie naar voren, dat het niet helder is wat onder de eigen begeleiding wordt verstaan. Er zijn geen regionale afspraken over de definiëring en er wordt bij de zorg voor jeugd en Wmo niet op een identieke wijze geregistreerd.

Voor jeugd is het essentieel de eigen begeleidingsfunctie te versterken, om samen met de Breed Spectrum Aanbieders (BSA) uitvoering te kunnen geven aan de beoogde transformatie (onderdeel van de transformatieplannen BSA en gemeenten). Sociale (wijk)teams en de gebiedsgerichte ambulante teams BSA gaan in de toekomst nauwer met elkaar samenwerken in de ondersteuning van kinderen/gezinnen.

Voor het herijken van de opdracht aan het Lokaal Team sluiten wij aan bij de regionale ontwikkeling waarbij het versterken van de eigen begeleidingsfunctie van de sociale (wijk) teams wordt onderzocht. Besluitvorming over de herijking van de opdracht van het lokaal team vindt plaats in 2021 vanwege de regionale ontwikkelingen en nog onduidelijke effecten van de corona-crisis. Daarom is in de begroting € 80.000 incidenteel opgenomen om de extra capaciteit van 1 FTE nog 1 jaar aan te houden.

Het doelgroepenvervoer staat de komende periode voor een behoorlijke opgave. Per 9 december 2023 draagt de provincie haar rol als contractbeheerder van de regiotaxi contracten definitief over aan de gemeenten. De ontvlechting uit de provincie moet al in 2021 beginnen. Bovendien zijn in de toekomst ontwikkelingen te verwachten die de balans tussen de vraag naar en het aanbod van vervoer verder onder druk zetten (zoals vergrijzing, langer zelfstandig thuis wonen, concentratie van OV op hoofdassen, etc.). Hiermee staan we voor de opgave buiten de bestaande kaders te kijken naar wat nodig is voor een inclusief vervoerssysteem waarmee iedereen kan blijven meedoen aan de maatschappij. Met een afnemend budget moet in een groeiende vraag naar mobiliteit worden voorzien.

Om aan deze opgave te voldoen, gaan we in de regionale werkgroep onder andere opzetten van pilots. Bijvoorbeeld om vrijwilligersinitiatieven te ondersteunen, mensen te motiveren het openbaar vervoer te gebruiken en te onderzoeken hoe we vervoersvoorzieningen naar dagbesteding kunnen optimaliseren.

Eind 2019 heeft het Rijk een stelselwijziging aangekondigd binnen de domeinen Jeugd en Beschermd Wonen die consequenties heeft voor de manier waarop gemeenten (boven) regionaal samenwerken. Belangrijk onderdeel van de stelselwijziging is een minder vrijblijvende samenwerking tussen gemeenten in de Jeugdhulp- en Beschermd Wonen regio’s. In het tweede kwartaal van 2020 vond een benen-op-tafel overleg van bestuurders plaats over de toekomst van de regionale samenwerking in het sociaal domein. Gezamenlijk is de ambitie voor de regionale samenwerking verkend en unaniem is de bestuurlijk intentie uitgesproken de samenwerking verder te intensiveren. De volgende vraagstukken zijn aan de orde voor bestuurlijke verkenning:

• Een herbeoordeling van het uitgangspunt “lokaal wat kan en regionaal wat moet”. Gaan we dit handhaven of vragen de ontwikkelingen juist om een omdraaiing: regionaal wat regionaal kan en lokaal wat moet”?;
• Bepalen of en in hoeverre harmonisatie van beleid en uitvoering wenselijk is;
• Verkennen hoe wij omgaan met congruentie van regio’s. In dit kader aangeven wat de meest passende samenwerking is voor de verschillende opgaven in het sociaal domein;
• Met elkaar de belangrijkste randvoorwaarden en factoren bepalen die aandacht vragen in de verdere uitwerking.

In de tweede helft van 2020 wordt dit verder uitgewerkt, waarna we in 2021 de eerste stappen hierin kunnen zetten. Uiteraard is een verband te leggen met de stijging van de zorgkosten en hoe deze te beheersen.

Elke gemeente heeft de verplichting zorg te bieden aan haar inwoners. In de Regio Amersfoort werken we samen bij de inkoop van Wmo (begeleiding en respijtzorg) en Jeugdhulp. Door de jaren heen zien we een toename van de zorgkosten. De vraag naar zorg is groter dan de toegekende budgetten. Er is in 2017, 2018 en 2019 een toename te zien in de zorgvraag en daarmee de lasten voor Jeugdhulp en Wmo. Het risico op financiële tekorten blijft, doordat de beschikbare budgetten niet voorzien in de werkelijke groei van de zorgvraag.

Er zijn inhoudelijke ontwikkelingen die de stijging verklaren. Voorbeelden hiervan zijn het langer zelfstandig blijven wonen van ouderen waarbij zorg en ondersteuning nodig is en het zelfstandig gaan wonen of blijven wonen van mensen met GGZ problematiek. Voor de Jeugdhulp zijn de gemeenten in de regio Amersfoort en zeven grote zorgaanbieders in 2019 een bijzondere samenwerking aangegaan om jongeren met complexe problematiek beter te ondersteunen. In het kader van deze zogenaamde Breed Spectrum- samenwerking zijn tussen gemeenten en zorgaanbieders collectieve afspraken (inclusief financiering) gemaakt voor de periode 2019 - 2022 over het leveren van betere en betaalbare (gespecialiseerde) jeugdhulp op maat.

Deze samenwerking staat onder druk vanwege financiële tekorten. Voor de inkoop van Wmo en Jeugdhulp zijn maatregelen genomen om de kosten te beheersen. Ook lokaal werken we aan beheersing van de zorgkosten.

Bij de gemeente Baarn is de afgelopen jaren het bedrag van de inkoop van zorg hoger dan het begrote bedrag. Overschrijdingen zijn tot 2019 opgevangen binnen het totale budget voor het Sociaal domein. De verwachting is dat we nu het hoogtepunt van de kostencurve benaderen en dat we de overschrijding niet meer kunnen opvangen binnen programma 2. We hebben dit in de begroting 2021 opgenomen als risico voor de gemeente.

Voor de kosten van de regionale inkoop 2021 hebben wij als uitgangspunt de realisatie 2019 + indexering 2020 en 2021. gehanteerd. De oplopende taakstelling uit de Perspectiefnota 2021 tot € 1,3 miljoen in 2024 is terug gebracht tot een taakstelling van € 409.000 vanaf 2022. Dit is verder toegelicht in paragraaf 1.2 van de financiële begroting. Hiermee anticiperen wij dat de jaarlijkse extra bijdrage van het Rijk zoals ontvangen in 2020 en 2021 structureel wordt doorgetrokken naar 2022 en verder.

Zorgkosten
Door de invoering van het abonnementstarief zijn in 2019 en 2020 het aantal cliënten en de daarbij komende kosten sterk gestegen. Daarbij is de eigen bijdrage juist sterk verlaagd. Door deze combinatie zijn de totale kosten voor de gemeente per cliënt veel hoger. Dit maakt de achterliggende demografische ontwikkelingen, zijnde de vergrijzing, van een groter belang. De verwachting is dan ook dat de kosten voor de Wmo ook in 2021 door blijven groeien.

Wijziging woonplaatsbeginsel Jeugdwet
Sinds 1 januari 2015 zijn gemeenten in het kader van de Jeugdwet verantwoordelijk voor alle ondersteuning, hulp en zorg van en aan jeugdigen bij opgroei-, opvoedings- en psychische problemen en stoornissen. Om te bepalen welke gemeente verantwoordelijk is voor deze hulp aan jeugdigen, is het woonplaatsbeginsel opgesteld en beschreven in de Jeugdwet. De huidige definitie voor het woonplaatsbeginsel is dat die gemeente (financieel) verantwoordelijkheid is waar de feitelijke woonplaats van de ouder met gezag ligt.

Deze definitie levert problemen op. Om die reden wordt het woonplaatsbeginsel gewijzigd. De nieuwe definitie van het woonplaatsbeginsel wordt in de Jeugdwet opgenomen en daarom moet de wet worden gewijzigd. De invoering van het nieuwe woonplaatsbeginsel Jeugd is met het oog op een zorgvuldige overgang en gelet op de gevolgen van de coronacrisis, met één jaar uitgesteld naar 1 januari 2022. Hiermee blijft de verdeling van de integratie-uitkering Voogdij/18+ in 2021, net als in eerdere jaren, gebaseerd op het historisch zorggebruik in jaar t-2.

Schulddienstverlening en minimabeleid
In 2020 zijn de herijking van het Baarnse minimabeleid 2021 - 2024 en het Uitvoeringsplan schulddienstverlening gemeente Baarn 2021 - 2024 door het college vastgesteld en met de raad gedeeld. Dit kan in 2021 een reallocatie van middelen binnen de bestaande begroting tot gevolg hebben.

Handhaving sociaal domein
Sinds geruime tijd zijn gemeenten verantwoordelijk voor toezicht en handhaving op rechtmatige uitvoering van de Participatiewet. In 2015 is daar de verantwoordelijkheid voor toezicht op de kwaliteit en rechtmatigheid binnen de WMO bijgekomen, evenals het toezicht op rechtmatigheid binnen de Jeugdwet. Om bovenstaande ondersteuning duurzaam te kunnen blijven aanbieden is het belangrijk dat de beschikbare middelen effectief en rechtmatig worden ingezet. Hier komt nog bij dat deze middelen steeds verder afnemen.

Het is de verantwoordelijkheid van de BBS gemeenten misbruik en oneigenlijk gebruik van beschikbare middelen te voorkomen en hier, waar nodig, tegen op te treden. In december 2020 besluit de raad over het Beleidsplan Toezicht en Handhaving Sociaal Domein 2021-2024 Baarn Bunschoten Soest. Dit beleidsplan beschrijft hoe de BBS gemeenten deze verantwoordelijkheid invullen. In 2021 wordt dit beleid geïmplementeerd in de uitvoeringspraktijk via BBS Uitvoeringsorganisatie. Dit kan financiële gevolgen hebben voor zowel de kosten als de baten. Deze gevolgen zijn op het moment van schrijven nog niet inzichtelijk. Ter zijner tijd zal de raad hierover worden geïnformeerd.

Nieuwe Wet Inburgering
Gemeenten worden per 1 juli 2021 verantwoordelijk voor het regelen van inburgering en alles wat er bij participeren en integreren komt kijken. Binnen deze wet liggen tal van taken waar de gemeente verantwoordelijk voor wordt, zoals het opzetten van een Plan Inburgering en Participatie (PIP), drie leerroutes gebaseerd op verschillende manieren van leren, en de koppeling naar de arbeidsmarkt. Deze taken zullen nieuwe kosten met zich meebrengen die voor een deel worden gecompenseerd door extra inkomsten vanuit het Rijk. De gemeente is bezig met de voorbereiding om deze nieuwe wet Inburgering te kunnen organiseren; in de loop van 2021 zal hierover nadere besluitvorming plaatsvinden. Het is wel duidelijk is dat deze nieuwe taken op de begroting zullen drukken.

Doordecentralisatie Beschermd Wonen en Maatschappelijke Opvang per 2021
Landelijk wordt de ‘doordecentralisatie’ van de verdeling van middelen voor beschermd wonen per 2021 voorbereid. Waar de centrumgemeenten nu nog de middelen ontvangen voor beschermd wonen, worden de middelen per 2021 stapsgewijs verdeeld over alle gemeenten. Voor maatschappelijke opvang (MO) wordt in 2026 bekeken of dit ook moet gebeuren.

We maken nadere samenwerkingsafspraken over de regionale verantwoordelijkheid voor de doelgroep Beschermd Wonen en Maatschappelijke Opvang. Ook bevestigen we de invulling van de lokale verantwoordelijkheid van iedere individuele gemeente op het gebied van preventie, nazorg, en uitstroom uit regionale voorzieningen.

Per 2021 wordt de Wet langdurige zorg (Wlz) opengesteld voor cliënten met een psychische stoornis, waardoor een aantal cliënten Beschermd Wonen kan uitstromen naar de Wlz.

Pilot Samen Sterk en Gewoon Thuis
Samen Sterk is en groep mensen uit de buurt die leuke dingen samen doen en elkaar helpt. Een groep van Samen Sterk bestaat uit ongeveer 8 mensen die elke week bij elkaar komen. Alle deelnemers hebben een kwetsbaarheid en hebben soms begeleiding nodig. Er is een begeleider aanwezig tijdens de bijeenkomsten. Met Gewoon Thuis krijgen personen die in aanmerking komen voor Beschermd Wonen de kans om zich verder te ontwikkelen in hun eigen omgeving met 24/7 ondersteuning. Ze wonen zelfstandig in de wijk en kunnen terugvallen op het team van Gewoon Thuis.

Wet verplichte GGZ
De Wet Verplichte GGZ (WvGGZ) is ingegaan op 1 januari 2020. De WvGGZ voorziet in de mogelijkheid om verplichte zorg toe te passen wanneer sprake is van ernstig nadeel en een psychische stoornis. Hiervoor richt de gemeente een meldpunt in en wordt een verkennend onderzoek gedaan als daar aanleiding toe is. De meldfunctie en het verkennend onderzoek is belegd bij de GGDrU voor een periode van twee jaar, ingaande 1 januari 2020. Eind 2021 vindt een evaluatie plaats.

Huiselijk geweld en kindermishandeling
Op het gebied van huiselijk geweld en kindermishandeling wordt veel gedaan aan voorkoming van, signalering, toeleiding en interventie. Vanuit een motie van de PvdA is gevraagd om de ontwikkelingen rondom huiselijk geweld meer inzichtelijk te maken. Met name om meer inzicht te geven in de kwaliteit en effectiviteit van de samenwerking tussen de veiligheidsketen en de hulpverleningsketen. Hier wordt vanaf het vierde kwartaal van 2020 invulling aan gegeven.

Toelichting 17 en 18

Absoluut verzuim:
Een jongere staat niet ingeschreven bij een school en heeft daar geen vrijstelling voor.

Relatief verzuim:
Een jongere verzuimt de lessen zonder geldige reden.
Onze ambitie is in principe dat alle jongeren ingeschreven zijn bij een school, maar realistisch gezien kunnen we niet elk geval voorkómen. Daarom hebben we 0,5 begroot. Het cijfer van 0,5 betekent voor Baarn 2 jongeren. Immers, ondanks alle afspraken die we met het onderwijs hebben gemaakt om verzuim te voorkómen kunnen nog op enig moment 2 gevallen optreden. We blijven echter continu in gesprek met het onderwijs over het verzuim.
Het relatief verzuim stellen we gelijk met het landelijk gemiddelde. Het huidige hogere percentage werd veroorzaakt door drie leerlingen die door ernstig spijbelen het cijfer hebben beïnvloed. Laten we die drie buiten beschouwing, dan maken juist minder leerlingen zich schuldig aan schoolverzuim. De leerplichtambtenaren doen er alles aan om verzuim te voorkomen.

Toelichting 19

Het percentage voortijdig schoolverlaters begroten we op 2,0, dus iets hoger dan het huidige cijfer omdat we weten dat door de - landelijk - verbeterde verzuimregistratie meer voortijdig schoolverlaters in beeld gekomen zijn dan in het laatste peiljaar 2016. De bestaande activiteiten zoals huisbezoeken door welzijnswerkers en regionale trajectbegeleiders zetten wij voort.

Toelichting 20

Onze ambitie sluit aan bij het NOC*NSF en de Vereniging Sport en Gemeenten die dit landelijk bepaalden op 75 procent in 2028. Om van 72 procent in 2016 naar 75 procent in 2028 te gaan subsidiëren we structureel laagdrempelige beweegactiviteiten voor jeugd en ouderen en jeugdsporttrainers bij verenigingen.

De genoemde percentages gaan uit van de definitie Richtlijnen Sportdeelname Onderzoek (RSO). Volgens de RSO is een sporter iemand die minimaal 12 keer per jaar aan sport doet (bevolking van 6-80 jaar). De website waarstaatjegemeente.nl hanteert een andere definitie: het percentage niet-wekelijkse sporters – bevolking van 19 jaar en ouder dat niet minstens één keer per week aan sport doet. Ook onder die definitie doet de Baarnse bevolking het iets beter dan landelijk gemiddeld: 46 procent niet-sporters in Baarn versus 49 procent landelijk.

Toelichting 21

Meer inwoners hebben een baan. Dit bereiken wij door intensievere inzet op mensen met een indicatie banenafspraak, het creëren van integrale toegang en flexibel aanbod voor statushouders, de sluitende aanpak jeugdwerkeloosheid, het stimuleren van sociaal ondernemerschap en het creëren van vier garantiebanen binnen de gemeente Baarn.

Toelichting 22

Er staan maar weinig jongeren met een delict voor de rechter. Dit willen we zo houden. Wij continueren hiervoor het Jongeren in de Openbare Ruimte (JOR) overleg waarin verschillende partners met elkaar samenwerken.

Toelichting 23

Om gezinnen duurzaam uit een armoedesituatie te krijgen, zorgen we ervoor dat mensen aan het werk gaan/blijven (zie toelichting 21) en pakken we schulden actief aan. De armoederegisseurs gaan mensen met betalingsachterstanden pro-actiever benaderen om meer mensen richting schuldhulpverlening te bewegen. We zetten het gebruik van de minimaregelingen in om meer zicht te krijgen op de gezinnen met kinderen in armoede. Ook signaleren we actiever via scholen en sportverenigingen door met deze instellingen afspraken hierover te maken.

Toelichting 24

Zie toelichting onder 21.

Toelichting 25

Met de ambitie 10 procent begroten we veel hoger dan de huidige 5 procent, maar we weten dat het Rijk met ingang van 2018 een bredere definitie van achterstandsleerlingen hanteert. Daarom worden nu meer achterstandsleerlingen geteld dan in 2012, de laatste meting op waarstaatjegemeente.nl. Niet alleen het lage schoolniveau van ouders geldt zoals voorheen, maar ook of ouders nieuwkomers zijn of in de schuldhulpverlening zitten. Voor Baarn geldt dat wij alle jeugdigen gelijke (taal)kansen willen geven door het inzetten van een voorschools programma vanaf de peuterleeftijd, een vroegschools programma met de taalplusklas, een efficiënt verzuimbeleid en door gerichte actie te ondernemen om het aantal voortijdig schoolverlaters te verminderen.

Toelichting 26

In het kader van de sluitende aanpak jeugdwerkloosheid brengen wij jongeren in beeld in de leeftijd van 23 tot 27 jaar zonder startkwalificatie, zonder onderwijsinschrijving, zonder werk en zonder uitkering. Waar mogelijk begeleiden wij hen naar een leer-werktraject.

Toelichting 27

Het aantal personen met een bijstandsuitkering daalde aanvankelijk maar vanwege de covid-19 is nu sprake van een forse toename met 40%. Desondanks streven wij naar uitstroom uit de bijstand van inwoners met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt. Dit doen wij via de geïntensiveerde inzet door BBS Uitvoeringsorganisatie op mensen met een indicatie banenafspraak en door het creëren van integrale toegang en flexibel aanbod voor statushouders.

Toelichting 28

Een groter aandeel van de BBS-doelgroep heeft een voorziening re-integratie. Dit bereiken wij door intensievere inzet op mensen met een indicatie banenafspraak, het creëren van integrale toegang en flexibel aanbod voor statushouders, de sluitende aanpak jeugdwerkeloosheid, het stimuleren van sociaal ondernemerschap en het creëren van garantiebanen binnen de gemeente Baarn.

Toelichting 29

Het aantal jongeren met jeugdhulp is relatief laag ten opzichte van het landelijk gemiddelde. Om dit zo te houden zetten we in op een sterke Basisinfrastructuur en een goed functionerend Lokaal Team.

Toelichting 30

Het aantal jongeren met jeugdbescherming is relatief laag ten opzichte van het landelijk gemiddelde. Om dit zo te houden zetten we in op een goed functionerend Lokaal Team en de samenwerking met Samen Veilig Midden Nederland.

Toelichting 31

Het aantal jongeren met jeugdreclassering is gelijk aan het landelijk gemiddelde en aan onze ambitie. Om dit zo te houden of zelfs af te laten nemen, continueren wij het Jongeren in de Openbare Ruimte (JOR) overleg waarin verschillende partners met elkaar samenwerken.

Toelichting 32

Het aantal cliënten met een maatwerkvoorziening vanuit de Wmo zal in 2021 waarschijnlijk verder toenemen. Wij verwachten dit op basis van zowel landelijke als lokale gegevens. Landelijk zien we de vergrijzing doorzetten, waarbij ook een toename is aan ambulante zorg. Lokaal zien we ook dat het aantal cliënten met een maatwerkvoorziening groeit. Voor een groot deel betreft dit de huishoudelijke hulp, maar ook maatwerkvoorzieningen als hulpmiddelen en woningaanpassingen vanuit de Wmo nemen toe.

Toelichting a

Het grootste deel van voorzieningen op de Wmo ligt bij de voorzieningen voor hulp in het huishouden en hulpmiddelen, waarvan het merendeel bij oudere inwoners ligt. Om een beter inzicht te krijgen in het zorggebruik van de middelbare inwoner wordt deze indicator aangepast.

Toelichting b

Meer cliënten hebben een voorziening participatie. Dit bereiken wij door intensievere inzet op mensen met een indicatie banenafspraak, de inzet van de tegenprestatie, het creëren van integrale toegang en flexibel aanbod voor statushouders, de sluitende aanpak jeugdwerkeloosheid, het stimuleren van sociaal ondernemerschap en het creëren van garantiebanen binnen de gemeente Baarn.

Toelichting c

De armoederegisseurs gaan mensen met betalingsachterstanden pro-actiever benaderen om meer mensen richting schuldhulpverlening te bewegen. Ook gaan we ondernemers actiever informeren over regelingen in het kader van inkomensvoorziening of schuldhulpverlening. Hierbij betrekken we ook de ondernemersnetwerken.

Toelichting d

Om mensen uit armoede te krijgen zorgen we ervoor dat mensen aan het werk gaan/blijven (zie toelichting b.) en pakken we schulden actief aan (zie toelichting c.).

Toelichting e

Het armoedebeleid inclusief de kindregelingen wordt herijkt, de inzet van de armoederegisseurs wordt verhoogd en er wordt een communicatieplan opgesteld om de bekendheid en het gebruik van de minima-kindregelingen te vergroten.

Toelichting f

Zie toelichting e.

Toelichting j

De medewerkers van het Lokaal Team en het loket Wonen, Zorg en Welzijn voeren een breed gesprek met de inwoners die een hulpvraag hebben. Zij denken mee over een passende oplossing en geven uitleg over de verschillende mogelijkheden. Hierdoor hebben we tot op heden bezwaren voorkomen. De ambitie is maximaal 5, omdat bij een toenemende vraag naar ondersteuning mogelijk toch bezwaren komen.

Toelichting k

Om onze ambitie te bereiken zetten wij in op een Integrale Toegang.

Opmerking a, g en h

De gegevens voor deze punten moeten komen uit verschillende zaaksystemen. Hiervoor moeten wij eerst een voorziening aanvragen, zodat op termijn een kwaliteitsmedewerker hier invulling aan kan geven.

Toelichting i, ii, en iii

Door in te zetten op preventieactiviteiten stimuleren wij de zelfredzaamheid, onder andere via de inzet van Wandel Baarn Vitaal, vroeg signalering problematiek statushouders en de verhuiscoach.

Toelichting iv en v

Om de eenzaamheid onder inwoners terug te dringen gaat de Lokale Coalitie Aanpak Eenzaamheid vanaf 2020 aan de slag met de acties uit het uitvoeringsprogramma, zoals het versterken van de samenwerking in Baarn en extra aandacht voor de moeilijk bereikbare inwoners.

Toelichting vi

Wij willen het percentage overbelaste mantelzorgers positief beïnvloeden. We doen dat door het vergroten van de eerstelijns contacten via de mantelzorgconsulent en door de signaleringsfunctie van andere professionals te vergroten.

Toelichting vii

Om een stijging van 92 naar 95 procent sportdeelname bij de jeugd te realiseren, voeren wij een breed programma van sportkennismakingsactiviteiten uit en subsidiëren we de sportverenigingen die sporttrainers –laten– opleiden.

Toelichting viii

De ambitie van 65% in 2020 is volgens ons realistisch. De generatie van 65-plussers in Nederland wordt sowieso steeds vitaler. Bovendien stimuleren wij de niet-sportief actieve Baarnaars om in beweging te komen via GALM, Sociaal Vitaal en Wandel Baarn Vitaal.

Toelichting ix

Om een stijging van 56 naar 60 procent inwoners met gezond gewicht te realiseren zetten wij in op leefstijlprogramma’s en bewustwordingscampagnes op de basisscholen en beweegprogramma’s voor volwassenen en senioren.