2. Uitgangspunten perspectiefnota 2023-2026

Bij het opstellen van de Perspectiefnota is het belangrijkste uitgangspunt "de inwoner centraal". Dit doen wij onder andere vanuit onze visie op dienstverlening in onze werkwijze, houding en gedrag. We zijn bereikbaar via alle kanalen en zijn altijd in contact met onze inwoners.

Als gemeente zetten wij in op een vitale gemeenschap en hebben oog voor mensen in kwetsbare situaties en bieden waar nodig zorg, ondersteuning en bescherming. Wij stimuleren hen om met hun directe omgeving de eigen verantwoordelijkheid te pakken en zorg te hebben voor elkaar.

Vanuit de toekomstvisie en structuurvisie 'Baarn in 2030" ondernemen we activiteiten en voeren taken uit die nodig zijn voor een aantrekkelijk woon-, werk- en leefklimaat. Waarbij inwoners en ondernemers de ruimte krijgen voor initiatieven die wij regisseren, ondersteunen en stimuleren. Met aandacht voor behoud van de Baarnse identiteit. 

Dit alles doen wij met betrokken medewerkers die ondersteund en geadviseerd worden vanuit de verschillende disciplines van bedrijfsvoering. Hierdoor zijn wij in staat om goede producten en diensten te leveren aan de inwoners en ondernemers van Baarn

Daarnaast werken wij regionaal samen. Door samen te werken met andere gemeenten, blijven we als gemeente nu en in de toekomst lokaal en regionaal van belang. We werken primair voor de Baarnse inwoners en bedrijven ook als we buiten onze gemeentegrenzen de samenwerking opzoeken. We beseffen ons dat een sterke zelfstandige gemeente ook betekent dat ze open staat voor samenwerking met andere gemeenten als dat de continuïteit en de kwaliteit van onze dienstverlening versterkt en onze kwetsbaarheid vermindert. Daarom werken wij samen in acht verbonden partijen. Verbonden partijen dienen een publiek, openbaar belang. Als gemeente blijven wij  uiteindelijk verantwoordelijk voor het realiseren van de beoogde doelstellingen van de beleidsprogramma’s waaraan de verbonden partijen een bijdrage leveren.  De manier waarop wij samenwerken en het toetsingskader is vastgelegd in de nota Regionale samenwerking en verbonden partijen 2020. 

De financiële vooruitzichten zijn op dit moment nog onverminderd onzeker. De financiële consequenties van de herijking van het Gemeentefonds, de tegemoetkoming in de zorgkosten voor de jeugd en de duurzaamheids- en ruimtelijke opgaven zorgen ervoor dat we nog steeds spreken over 'dagkoersen'. Vanwege de recente gemeenteraadsverkiezingen en het nieuwe college is deze Perspectiefnota beleidsarm van aard. De uitgangspunten zijn besproken met onze toezichthouder Provincie Utrecht. De manier van verwerken van de herijking Gemeentefonds voor het jaar 2026, de wijze van indexeren, de ontwikkeling in de arbeidsmarkt en economie zijn uitvoerig besproken. Deze leiden voor nu niet tot benodigde aanpassingen van de nota zoals deze voorligt.

In deze Perspectiefnota maken wij onderscheid in "onvermijdbaar", "voortzetting vastgesteld/huidig beleid" en "anticiperen op ontwikkelingen".  In de onderstaande tabellen is een gespecificeerd overzicht van onderwerpen en financiële effecten opgenomen. 

Dekkingsvoorstellen zijn opgenomen in het raadsvoorstel Perspectiefnota.

2.1 Onvermijdbaar

2.1a Verbonden Partijen

Terug naar navigatie - Verbonden partijen

Verbonden partijen dienen een publiek, openbaar belang. De gemeente blijft uiteindelijk verantwoordelijk voor het realiseren van de beoogde doelstellingen van de beleidsprogramma’s waaraan de verbonden partijen in meer of mindere mate een bijdrage leveren. De raad heeft een kaderstellende en controlerende taak en ziet erop toe dat de verbonden partijen bijdragen aan de doelstellingen in de programma’s.

Op basis van de conceptbegrotingen van de verbonden partijen is sprake van een structurele toename van de gemeentelijke bijdrage met ruim € 0,6 miljoen. Dit betreft vooral toename van lasten door stijging van personele kosten (CAO) en prijsstijgingen (inflatie).


Bij de RUD is sprake van een stijging van  (€ 79.000). Dit wordt vooral veroorzaakt door het verschuiven van bodemtaken van provincies naar gemeenten als uitvloeisel van de invoering van de Omgevingswet. De mate waarin gemeenten hiervoor financieel worden gecompenseerd is nog niet duidelijk en vormt daardoor een risico.


De grootste toename in financiële bijdrage is te zien bij de RMN en de BBS.

Bijdrage RMN

Op basis van het huidige uitgangspunt van kostendekkende tarieven wordt deze kostenstijging in principe doorberekend in de gemeentelijke tarieven Afvalstoffenheffing 2023. Overigens zijn in de begroting van de RMN naast de kosten voor afvalinzameling (RMN) ook de kosten van afvalverwerking (AVU) opgenomen. Zowel bij RMN als AVU stijgen deze. Bij AVU door ontwikkelingen op de markt voor afvalverwerking en wijziging in aantal te verwerken tonnages. Bij de RMN als gevolg van stijgende personele kosten en in 2023 een extra (incidentele) route in het kader van VANG (Van Afval Naar Grondstof). Er is nog overleg gaande tussen de gemeente en RMN over de oorzaken van de stijgende bijdrage en de onderbouwing daarvan. RMN beleidsplan tekstueel ingevoegd bij onvermijdelijk hangt geen bedrag aan. “RMN heeft aangegeven diverse nieuwe functies aan te willen stellen binnen hun organisatie. Daarmee breiden zij hun capaciteit uit. Dit brengt extra kosten met zich mee. Het zal gaan over de nieuwe functies van: inkoop & contractmanager, controller, werkvoorbereider, manager bedrijfsvoering en informatiemanager. Volgens RMN zijn deze sleutelfuncties cruciaal voor het op orde krijgen van de basis. Om de bedrijfsvoering op orde te krijgen dient RMN de executiekracht te verbeteren. RMN doelt hierbij op het vermogen om besluiten te nemen en deze ook daadwerkelijk te implementeren. Het doel is kort gezegd om de dagelijkse routines te verbeteren en leiderschap te vestigen.”  

Bijdrage BBS

De toename in financiële bijdrage aan BBS wordt voor € 160.000 veroorzaakt door de indexatie van de budgetten met 4% vanwege de hoge inflatie. Daarnaast is de hogere bijdrage toe te schrijven aan hogere lasten voor de BUIG uitkeringen. BBS voorziet een stijging van de kosten voor deze uitkeringen. De gemeente Baarn volgt deze inschatting niet, maar raamt het budget hiervoor als 105% van de rijksinkomsten die hier tegenover staan. Het budget voor uitkeringen stijgt hierdoor met € 124.000. Doordat ook de rijksinkomsten hiervoor stijgen komt de verhoging van de lasten netto neer op € 79.000. Tot slot neemt BBS bijdragen mee voor hun taak bij inburgering en de uitbreiding bij het lokaal team (raadsvoorstel 306308). Dit betreft ontwikkelingen waar budgetten voor beschikbaar zijn en leidt dus niet tot een extra lastenstijging bij de gemeente.

2. Verbonden partijen progr. 2023 2024 2025 2026
VRU 1 33 N 32 N 32 N 32 N
RID 1 23 N 22 N 16 N 21 N
BBS 2 239 N 239 N 239 N 239 N
GGDrU 2 0 N 0 N 0 N 0 N
RWA AMFORS 2 -61 V -65 V -68 V -90 N
RMN 3 261 N 261 N 261 N 261 N
RUD 3 79 N 78 N 79 N 79 N
Totale kosten verbonden partijen 574 N 567 N 559 N 542 N
Een min teken (-) geeft een positief saldo weer bedragen x € 1000

2.1b Wettelijke taken

Terug naar navigatie - Wettelijke taken

In het onderstaand overzicht is aangegeven wat naar de mening van het college de onontkoombaarheden, naast de stijgende bijdragen voor verbonden partijen, zijn. Het college wenst de onderstaande bedragen op te nemen in de Programmabegroting 2023-2026.

Wettelijke taken

Vanuit wet- en regelgeving zijn er een aantal belangrijke ontwikkelingen. In het ruimtelijk domein start de implementatie van de Omgevingswet. Deze leidt tot een fundamentele verandering in de rolverdeling tussen overheid en inwoners rondom bijvoorbeeld vergunningverleningstrajecten. Voor een robuuste inrichting van de openbare ruimte op het gebied van klimaat, mobiliteit en energietransitie zijn investeringen nodig. Bijvoorbeeld door middel van de uitvoeringsagenda Klimaatadaptie. In het sociaal domein leiden wijzigingen en gebruik tot hogere kosten voor huishoudelijk hulp en bemoeizorg.

Implementatie Omgevingswet 

De invoering van de Omgevingswet gaat gepaard met verplichte inspanningen en stevige veranderopgaven. Deze werkzaamheden lopen vanaf 2023 tot de laatste overgangsdeadline in 2029. Denk aan het omgevingsplan, de omgevingsvisie en de transitie van beleid naar programma’s.  Zowel qua menskracht als qua expertise is aanvullende capaciteit noodzakelijk. Hier is momenteel geen dekking voor. Het Rijk zegde onlangs de gemeenten de komende vier jaar een bedrag toe als tegemoetkoming voor de invoeringskosten van de Omgevingswet. Die tegemoetkoming bedraagt voor dit jaar € 150 miljoen, en voor de komende jaren respectievelijk € 110 miljoen (2023), € 70 miljoen (2024) en € 80 miljoen (2025), maar dit biedt slecht deels soelaas voor individuele gemeenten. Het Rijk compenseert slechts een fractie van de werkelijke implementatiekosten. De aanname vanuit het Rijk is dat er op langere termijn een positief financieel effect te verwachten is door efficiencyvoordelen en maatschappelijke baten. 

Onder andere vanwege de gekozen koers in het Koersdocument Omgevingswet gemeente Baarn (202110317) vindt een groot deel van de werkzaamheden na inwerkingtreding nog plaats. Dat betekent dat ook na 2023 gedurende langere tijd een extra beroep zal worden gedaan op de organisatie. Voor het omgevingsplan kan dit zelfs doorlopen tot 2029. Voor de komende jaren zijn daarvoor incidentele middelen benodigd.

In de loop van het implementatietraject ontstaat inzicht in de structurele lasten van de nieuwe Omgevingswet. Deze zijn nu nog niet in te schatten. Later dit jaar wordt de legesverordening voor 2023 aan u voorgelegd waarin de aangepaste leges die hiermee samenhangen opgenomen zijn.  

Uitvoering IHP onderwijs voorbereidingskrediet IHP Kapitaallasten

Gemeenten hebben een wettelijke zorgplicht voor voldoende, adequate huisvesting voor het primair en voortgezet onderwijs binnen de gemeentegrenzen. De gemeente is onder meer verantwoordelijk voor uitbreiding en vervangende nieuwbouw van scholen. Bij het vaststellen van Integraal Huisvestingsplan Onderwijs in november 2021 is door de raad  besloten dat de financiële consequenties worden meegenomen bij de Perspectiefnota 2023-2026.  Voor de uitvoering worden voorbereidingskredieten gevraagd en extra lasten voor kapitaallasten en een scenariostudie.

Voorbereidingskrediet € 180.000 in 2023, structurele kapitaallasten investeringen € 93.360 in 2024, 
€ 192.837 in 2025 en € 256.317 in 2026 en incidentele uitgave van € 25.000 in 2025 voor een scenariostudie van Guido de Bres.

Het IHP gaat uit van een hoger ambitieniveau dan het huidige Bouwbesluit (bijvoorbeeld volledig energieneutraal in plaats van bijna energieneutraal) en de bedragen waarmee wordt gerekend per m2 voor nieuwbouw liggen hoger dan de VNG normbedragen. Daar staat (voor een deel) dan wel een financiële bijdrage van schoolbesturen tegenover.   

Huishoudelijke hulp, inkoop via BBS

De vraag naar huishoudelijke hulp neemt toe met als gevolg een doorgaande stijging van de kosten. De toename van de vraag is het gevolg van de invoering van het abonnementstarief,  vergrijzing en het langer zelfstandig wonen.  En daarnaast speelt Corona ook hierbij een belangrijke rol. Voor 2023 tot en met 2026 bedragen de extra lasten € 164.000 per jaar.

Bemoeizorg, inkopen bij zorgpartijen

Bemoeizorg is het bieden van (ongevraagde) hulp aan cliënten met (vaak) complexe problematiek die zorg mijden. Voorheen werd deze zorg gefinancierd door centrumgemeente Amersfoort. Door de uitreding van Veenendaal is het regionale budget fors verminderd. Regionaal is besloten dat het onderdeel bemoeizorg niet meer regionaal maar volledig lokaal gefinancierd moet worden. Op basis van ervaringscijfers van voorgaande jaren is de bijdrage van Baarn voor de inkoop van zorg bij diverse ketenpartners € 80.000,- op jaarbasis . Bij de Perspectiefnota 2021 was dit onderwerp al opgenomen als PM post. Inmiddels is duidelijk om welk het bedrag het gaat.

Licenties ICT t.b.v. raadsleden i.v.m. wettelijke plicht beschikbaar stellen devices

Gemeenten zijn verplicht om vanaf deze nieuwe raadsperiode devices beschikbaar te stellen aan raadsleden om hybride werken mogelijk te maken. Voor deze devices zijn licenties nodig, de geraamde lasten hiervoor zijn € 5.500 structureel.

Verhogen opleidingsbudget raadsleden

In de raad worden steeds complexere onderwerpen behandeld. Om raadsleden goed toe te rusten in de uitvoering van het raadswerk is er structureel extra opleidingsbudget van € 15.000 per jaar benodigd. 

Stijgende energieprijzen 

In december 2022 loopt ons huidige energiecontract af. De verwachting is dat de kosten (gas en elektra) voor 2023 e.v. met 20-30% zullen stijgen. Dit is natuurlijk afhankelijk van de ontwikkelingen om ons heen. Naar verwachting stijgen de energielasten met € 38.000 structureel. 

 

 

 

 

2.1c Continueren uitvoering

Terug naar navigatie - Voortzetting huidig beleid

Uniformering lokale teams

In de regio Amersfoort hebben alle gemeenten een lokaal team (wijkteam) die uitvoering geeft aan de WMO- en Jeugdwet. Het doel van de versterking en uniformering van de lokale teams is om de lokale teams zodanig te versterken en de werkwijze zodanig te uniformeren dat ze in staat zijn om hun hernieuwde rol in de keten van ondersteuning en zorg te vervullen. Om het lokaal team in Baarn te kunnen versterken en verbreden, is goede aansturing nodig en daarvoor is onvoldoende ruimte binnen de huidige bezetting. Dit doen we om de beweging van zware naar lichte hulp en ondersteuning dichtbij de leefwereld van onze inwoners te versterken. De exacte kosten hiervoor zijn nog niet bekend. Eerst wordt in kaart gebracht wat er op inhoud nodig is. De uniformering van de lokale teams heeft een samenhang met de taakgerichte inkoop 2024.

Integraal Beheerplan Openbare Ruimte (IBOR)

In het Integraal Beheerplan Openbare Ruimte (IBOR) staan de integrale vervangingsprojecten beschreven. Sinds de vaststelling van het IBOR zijn de materiaal-, personeel,- en brandstofprijzen gestegen waardoor de budgetten voor de in 2023 (en verder) geplande projecten ontoereikend zijn. De prijsstijgingen zijn grillig en verschillen sterk per product. Grofweg worden projecten in het IBOR tussen de 20-30% duurder. 

Programma Onvermijdbaar 2023 2024 2025 2026 Incidenteel/Structureel
3 Implementatie omgevingwet 326 N 158 N 103 N 98 N I
2 Uitvoering IHP onderwijs voorbereidingskrediet 180 N 75 N 25 N N I
2 IHP Kapitaallasten 93 N 192 N 256 N S
2 Huishoudelijke hulp, inkoop via BBS 165 N 165 N 165 N 165 N S
2 Bemoeizorg, inkopen bij zorgpartijen 80 N 80 N 80 N 80 N S
1 Licenties ICT t.b.v. raadsleden i.v.m. wettelijke plicht beschikbaar stellen devices 6 N 6 N 6 N 6 N S
1 Verhogen opleidingsbudget raadsleden 15 N 15 N 15 N 15 N S
9 Stijgende energieprijzen 38 N 38 N 38 N 38 N S
5 Uniformering lokale teams p.m. N p.m. N p.m. N p.m. N S
3 Integraal beheer openbare ruimte 7 N 12 N 19 N S
Totaal saldo 810 N 637 N 636 N 677 N
Een min teken (-) geeft een positief saldo weer bedragen x € 1000