Wettelijk kader

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Het wettelijk kader dat de begroting en jaarrekening regelt is in drie niveaus te onderscheiden. Dit zijn:

  1. Wet- en regelgeving van Rijkswege;
  2. Provinciale begrotingsrichtlijnen en toetsingsaspecten;
  3. Gemeentelijke kaderstelling.

Het doel van de wet- en regelgeving is het kunnen realiseren van de beleidsdoelstellingen met behoud van de getrouwheid en rechtmatigheid van de cijfers enerzijds en een gezonde duurzame financiële positie anderzijds. De begroting wordt getoetst door de provincie (art 203 gemeentewet) en de jaarrekening wordt getoetst door de accountant (Besluit accountantscontrole decentrale overheden (BADO). De toetsing door de accountant wordt ook beschreven in het controleprotocol dat jaarlijks door de raad wordt vastgesteld.

1. Wet- en regelgeving van Rijkswege

In eerste instantie wordt het wettelijk (financieel) kader gegeven door wet- en regelgeving van Rijkswege. Het is geen keuze maar voorgeschreven regels waar de gemeente zich aan moet conformeren. Hogere wetgeving zijn:

  • Grondwet;
  • Gemeentewet;
  • Financiële verhoudingswet;
  • Wet Financiering decentrale overheden (Fido);
  • Uitvoeringsregeling financiering decentrale overheden;
  • Wet Houdbare overheidsfinanciën (HOF);
  • Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden (RUDDO);
  • Regeling taakvelden en Iv3;
  • Besluit leningsvoorwaarden decentrale overheden;
  • Besluit accountantscontrole decentrale overheden (BADO);
  • Besluit Begroting en Verantwoording (BBV).

2. Provincie begrotingsrichtlijnen en toetsingsaspecten

De Provinciaal toezichthouder geeft een financieel kader met de begrotingsrichtlijnen en toetsingsaspecten. De wettelijke grondslag van het toezicht ligt in art 203 Gemeentewet.

De Provincie Utrecht heeft het gemeenschappelijk financieel toezichtskader 2020 gepubliceerd op haar website en de benaderen via onderstaande link. Dit is het meest actuele kader, zoals alle provincies dat toepassen. Het provinciaal toezicht ligt zeer dicht bij de gemeentelijke financiële praktijk. Tweemaal per jaar is een overleg tussen de gemeente en de provincie over de financiële positie. De provincie heeft op 31 maart 2021 een brief verstuurd aan de raden over de begrotingsrichtlijnen en toetsingsaspecten voor de begroting 2022. 

https://www.provincie-utrecht.nl/onderwerpen/bestuurlijke-zaken/interbestuurlijk-toezicht#toezicht  

3. Gemeentelijke kaderstelling

In derde instantie wordt het financieel kader gegeven door de eigen gemeentelijke kaderstelling. Dat zijn de financiële nota’s en verordeningen. Een aantal van deze zijn verordeningen zijn/worden in 2021 geactualiseerd. 

  • Financiële verordeningen ex art 212 Gemeentewet; Vastgesteld in februari 2021.
  • Financiële nota Reserves en Voorzieningen;  Vast te stellen in juni 2021.
  • Financiële nota Investeren, Activeren en Afschrijven; Vast te stellen in juni 2021.
  • Treasurystatuut; Vastgesteld in april 2019.