Programma 2 Sociaal domein

Wat is het beoogde maatschappelijke effect ?

Terug naar navigatie - Wat is het beoogde maatschappelijke effect ?

Als gemeente staan wij voor een gezonde samenleving die oog heeft voor mensen in kwetsbare situaties. Mensen die het nodig hebben, bieden we zorg, ondersteuning en bescherming. Wij stimuleren hen om hun eigen verantwoordelijkheid (weer) op te pakken, samen met hun directe omgeving. Goed onderwijs en de mogelijkheid om deel te nemen aan sport, ontspanning en kunst en cultuur vormen hierbij belangrijke randvoorwaarden.

De transformatie in het sociaal domein vraagt om een omslag in denken en doen. We kijken naar wat iemand zelf kan, al dan niet met hulp van het eigen netwerk. Dit betekent een nieuwe manier van denken en doen; niet alleen voor onze inwoners maar ook voor ons als gemeente.

De komende jaren krijgen de veranderingen in het sociaal domein verder vorm. De ervaringen en (monitor)gegevens uit de afgelopen jaren geven ons steeds meer inzicht in de werking van het systeem en de zorginhoudelijke en financiële effecten. Met deze input kunnen wij ons beleid en de bijbehorende procedures en systemen zo nodig bijstellen. Dit doen wij in samenwerking met diverse betrokkenen zoals adviesraden, klanten en zorgaanbieders.

Om dit effect te bereiken, geven we uitvoering aan de onderstaande strategische doelen. Deze zijn in 2018 in het project monitoring en sturing samen met een werkgroep namens de gemeenteraad geformuleerd en bij de Programmabegroting 2019 vastgesteld.

Strategische doelen

Terug naar navigatie - Strategische doelen

 

1 De inwoners van Baarn wonen, werken en leven zelfstandig.
2 De inwoners van Baarn voelen zich betrokken bij elkaar en zetten zich voor anderen in.
3 De inwoners van Baarn weten de juiste hulp, zorg en ondersteuning te krijgen.

Op hoofdlijnen

Terug naar navigatie - Op hoofdlijnen

Het Sociaal Domein bestaat uit veel verschillende onderwerpen: Zorg, onderwijs, kunst en cultuur, sport, participatie jeugd en Wmo. De veranderingen in het sociale domein krijgen steeds meer vorm. De ervaringen en (monitor)gegevens uit de afgelopen jaren geven ons steeds meer inzicht in de werking van het systeem en de zorginhoudelijke en financiële effecten. Met deze input kunnen wij ons beleid en de bijbehorende procedures en systemen zo nodig bijstellen. De urgentie om het instrumentarium voor het sociaal domein verder te ontwikkelen, is groot. Het is van belang om meer te kunnen sturen op de ontwikkeling van de zorgkosten en rendement. Wij hebben daarbij nadrukkelijk oog voor een efficiënte inzet van middelen waarmee wij de continuïteit van de zorg kunnen borgen

Wat betekent het voor onze inwoners ?

Terug naar navigatie - Wat betekent het voor onze inwoners ?

Een belangrijk uitgangspunt in het Sociaal domein is dat wij uitgaan van de eigen kracht van onze inwoners op het gebied van zelfredzaamheid. In het collegeprogramma is aangegeven dat er behoefte is aan een duidelijke toegang tot informatie en advies, zorg en ondersteuning, om onze inwoners beter te kunnen bedienen. Daar waar ondersteuning nodig is op het gebied van zorg, welzijn en hulp helpen wij. Wij vinden het belangrijk dat het aanbod laagdrempelig, zichtbaar en toegankelijk is. De uitdaging en wens is om de toegang tot deze organisaties zo optimaal mogelijk te organiseren.

Financieel overzicht

Terug naar navigatie - Financieel overzicht
Programma 2 : Sociaal Domein 2022 2023 2024 2025
Verbonden Partijen
BBS 118 N 118 N 118 N 118 N
GGDrU 25 N 25 N 25 N 25 N
RWA Amfors 0 0 0 0
Jeugdzorg en Wmo
Wmo : Vervoersvoorzieningen 19 N 19 N 19 N 19 N
Wmo : Woonvoorzieningen 72 N 72 N 72 N 72 N
Wmo : Rolstoelvoorzieningen 76 N 76 N 76 N 76 N
Wmo : Hulp in huishouden 72 N 72 N 72 N 72 N
Wmo : Eigen bijdragen (abonnementstarief) 105 N 105 N 105 N 105 N
Jeugd/Wmo : Zwaardere zorgtrajecten 500 N 500 N 500 N 500 N
Jeugd/Wmo : lichtere ambulante zorgtrajecten 250 N 250 N 250 N 250 N
Hogere indexatie 2021 regionale inkoop dan 2,5% 60 N 60 N 60 N 60 N
Hogere indexatie 2022 regionale inkoop dan 2,5% 50 N 50 N 50 N 50 N
Onderschrijding diverse budgetten -201 V -201 V -201 V -201 V
Incidentele ontwikkelingen
Haalbaarheidsstudie IHP 25 N
Dekking vrije ruimte afschrijvingen -25 V
Totaal 1.146 N 1.146 N 1.146 N 1.146 N
Reservelijst structurele ontwikkelingen
Herijking lokaal team nnb nnb nnb nnb
Totaal 0 0 0 0
Een min teken (-) geeft een positief saldo weer en bedragen zijn weergegeven in duizendtallen

Verbonden partijen

Terug naar navigatie - Verbonden partijen

BBS

In de Kadernota BBS 2022 vraagt BBS om extra middelen naar aanleiding van: stijging van het aantal bijstandsgerechtigden, Opleidingen, Banenafspraak/doelgroepenregister en nieuwe aanpak BBZ. In totaal vraagt BBS om een structurele verhoging van € 340.000 van het budget vanaf 2022 en een incidentele verhoging van € 230.000 in 2022. Voor Baarn zal dit ongeveer uitkomen op een structurele stijging van € 118.000 vanaf 2022.

Als gevolg van Covid-19 en het verwachte einde aan de grootschalige ondersteuning van bedrijven verwachten we een stijging van de werkloosheid van de huidige 4% van de beroepsbevolking nu naar 6,5% over een jaar. De stijging zal vanaf 2022 hoogstwaarschijnlijk ook leiden tot een groei van het aantal bijstandsgerechtigden. Omdat de praktijk uitwijst dat ook in slechte economische tijden slechts een klein deel van de WW'ers doorstroomt in de bijstand denken we dat deze groei lager zal liggen. Voor onze raming baseren wij ons op de beschikkingen Participatiewet die wij ontvangen van het Rijk. In de Tussenrapportage 2022 kunnen wij op basis hiervan een meer reële inschatting maken van de ontvangsten en kosten voor 2022 en zullen we volgens de gebruikelijke systematiek voorstellen de begroting te wijzigen.

GGDrU

De GGDrU heeft vanuit haar wettelijke taak (Wet Publieke gezondheid) op het gebied van infectiebestrijding een grote rol in de bestrijding van het coronavirus. In de Kaderbrief 2022 wordt aangenomen dat het coronavirus nog zeker langere tijd blijft en dat hiervoor het testen en contactonderzoek door de GGD voorlopig door blijft gaan. In 2022 zal naar verwachting de inzet van de crisisorganisatie die hiervoor is opgezet worden geëvalueerd en wordt gekeken wat er nodig is om de crisisorganisatie op een toekomstbestendige manier verder vorm te geven. Gemeenten krijgen de inwoner- of kindbijdragen aan de GGD ook gecompenseerd uit het gemeentefonds wanneer de GGD door corona niet in staat is om basistaken uit te voeren. Niet geleverd maatwerk hoeft uiteraard niet te worden vergoed. 

In 2022 wordt het rijksvaccinatieprogramma uitgebreid. In eerste instantie financiert het RIVM deze uitbreiding. Wanneer het gemeentefonds voor dit doel is verhoogd zal de GGD de kosten doorrekenen aan de gemeenten.

Inkoop van prenatale huisbezoeken bij Jeugdgezondheidszorg is vanaf 2021 een wettelijke verantwoordelijkheid van gemeenten voor gezinnen in een kwetsbare situatie. Hiervoor zal in de meicirculaire 2021 (geoormerkt) geld worden toegekend.

Informatieveiligheid binnen de GGDrU moet verder ontwikkeld en geborgd worden en daarom is een degelijke en structurele invulling van informatiebeveiliging en bescherming van persoonsgegevens in de reguliere organisatie nodig. Vanaf 2022 worden hiervoor de inwoner- en kindbijdrage verhoogd.

De gemeentelijke bijdrage voor 2022 is gebaseerd op de concept Ontwerpbegroting 2022. De indexatie van de bedragen, geringe volumewijzigingen en de versterking van AVG maatregelen leiden samen tot een verhoging van de bijdrage aan de GGDrU van € 25.000.

RWA AMFORS

Het negatieve resultaat na bestemming over de begrotingsjaren 2019 t/m 2025 moet worden aangevuld door de deelnemende gemeenten. Uit de nog vast te stellen meerjarenbegroting van Amfors tot en met 2025, blijkt vooralsnog dat de aanvulling door de deelnemende gemeenten jaarlijks iets zal afnemen. De gemeentelijke bijdrage voor Baarn past binnen de begroting.

Schulddienstverlening

De financiële verwachting 2020-2023 voor schulddienstverlening ingeschat op € 278.000 per jaar. Hieronder vallen de kosten voor de inzet van de armoederegisseurs (€ 48.000) en de kosten voor dienstverlening door Kredietbank Nederland (€ 185.000) en Zuidweg & Partners (€ 45.000). Vanaf 2021 wordt extra ingezet op de uitbreiding van armoederegisseurs. Op deze manier kan adequaat worden gereageerd op meerdere signalen die binnenkomen waaruit blijkt dat er financiële problemen zijn, of ontstaan. Deze extra inzet past binnen de begroting.

Structurele ontwikkelingen

Terug naar navigatie - Structurele ontwikkelingen

Integraal huisvestingsplan (IHP)

De actualisatie van het IHP wordt naar verwachting in november 2021 in de gemeenteraad behandeld. Het IHP wordt samen met schoolbesturen opgesteld. Er wordt gekeken naar allerlei aspecten die raakvlakken hebben met de huisvesting van scholen, zoals samenwerking, onderwijsaanbod, leerling prognoses, ruimtebehoefte, functie van schoolgebouwen en -pleinen, huisvestingsambitie en (verkeers)veiligheid. Het IHP biedt een doorkijk voor de komende 16 jaar. Voor de oudere schoolgebouwen wordt in het IHP een voorstel gedaan voor kwaliteitsverbetering van de huisvesting gedurende deze periode, bijvoorbeeld via renovatie of vervangende nieuwbouw. Daarnaast biedt het IHP perspectief voor scholen die op basis van actuele leerlingprognoses een structureel ruimtetekort hebben. Investeringen in renovatie, uitbreiding of nieuwbouw leiden tot extra structurele kapitaallasten voor de gemeente. Uitvoering van dergelijke maatregelen zal niet voor 2023 plaatsvinden. Dit betekent dat de financiële vertaling van het IHP wordt meegenomen bij de behandeling van de PPN 2023.

Verduurzaming centrumscholen

In het Integraal Huisvestingsplan (IHP) uit 2018 is rekening gehouden met een gemeentelijke bijdrage van € 200.000 voor elk van de drie centrumscholen. Voor de St. Aloysius is deze bijdrage in 2020 toegekend en de verduurzaming wordt samen met groot onderhoud in 2021 uitgevoerd. Voor de andere twee centrumscholen blijft deze bijdrage nog beschikbaar. Bij de actualisatie van het IHP wordt een perspectief voor de huisvesting van deze scholen ontwikkeld waarmee er ook duidelijkheid komt over de inzet van deze middelen. Deze bijdrage is verwerkt in het meerjaren investeringsplan (MIP) en verschoven naar 2025 (zie bijlage 2).

Bemoeizorg 

In Baarn hebben we het proces van bemoeizorg goed geregeld. Meldingen komen binnen bij het meldpunt Advies en Bezorgd (MAB) van de GGD en worden van daaruit doorgeleid naar het lokaal team of naar bemoeizorg van Leger des Heils of Kwintes. De afgelopen jaren is het aantal meldingen bij het meldpunt toegenomen van 3 in 2018 tot 7 in 2020. De kosten hiervan worden regionaal gefinancierd door centrumgemeente Amersfoort, Baarn zet hiervoor geen lokale middelen in anders dan het lokaal team.
De gemeente Veenendaal heeft besloten om maatschappelijke opvang en beschermd wonen per 2022 niet langer onder het centrumgemeentegebied van Amersfoort te laten vallen, maar onder centrumgemeente Ede. Amersfoort stelt voor om het onderdeel bemoeizorg niet meer regionaal maar volledig lokaal te financieren, wat een verschuiving van taken en financiering oplevert van €250.000 van regionale naar lokale budgetten. Welk bedrag Baarn hierdoor uit lokale middelen moet inzetten is nu nog niet duidelijk.

Jeugdzorg en Wmo

Terug naar navigatie - Jeugdzorg en Wmo

De uitgaven voor Wmo en Jeugd zijn ook in 2020 aanzienlijk toegenomen. Dit geldt niet alleen voor de sinds 2015 gedecentraliseerde taken zoals regionaal ingekochte jeugdzorg en Wmo, maar ook voor de zogenaamde Wmo-oud voorzieningen zoals Wmo huishoudelijke hulp, rolstoelvoorzieningen, woonvoorzieningen en vervoersvoorzieningen. 

Regionaal ingekochte Jeugdzorg en Wmo

Bij de begroting 2021-2024 zijn de uitgaven voor de gedecentraliseerde taken opgenomen op basis van de actuele jaarrekeningcijfers 2019. Ook is rekening gehouden met een hogere indexatie dan normaal op basis van de vastgestelde inkoopbesluiten. We hebben het uitgangspunt bij het bepalen van de raming om voor deze taken een hogere indexatie (2,5%) toe te kennen vanuit de algemene middelen dan voor de andere budgetten ( 1,5%) om tot een reëlere opgave te komen van de taakstelling op de uitgaven van de zorgproductie.  Toch zal ook naar dit uitgangspunt moeten worden gekeken, want de indexatie wordt jaarlijks hoger dan 2,5%. 

Bij de begroting 2021 is in de meerjarenraming een stelpost van € 0,4 mln. opgenomen vanaf 2023. Dit verhoudt zich tot de landelijke € 300 miljoen extra, die kabinet tot nu toe (jaarlijks) incidenteel aan gemeenten toekent. Zoals bekend is dit te weinig voor het landelijk tekort van € 1,7 miljard en heeft de VNG hier een arbitragezaak over gestart om (sneller) tot compensatie te komen voor de gemeenten. De uitspraak in de arbitragezaak, die in mei 2021 wordt verwacht is bepalend in hoeverre vanaf 2022 meer geld van het rijk komt.  

Om de opgenomen raming in de begroting 2021-2024 te kunnen realiseren was een ontwikkelopgave opgenomen om de uitgaven te monitoren en te verklaren waar de stijging tot nu toe door wordt veroorzaakt. Dit moet ons handvatten bieden om maatregelen te kunnen nemen om de uitgaven binnen de opgenomen raming te krijgen en te houden. Deze ontwikkelopgave is nog niet afgerond. Wel zijn de voorlopige cijfers van 2020 bekend en die laten weer aanzienlijke overschrijding zien van in totaal € 1,2 mln. Hiervan wordt een deel (€ 0,2 miljoen) opgevangen door budgetten waar op over was binnen de begroting. Dit betreft de budgetten voor uitvoeringskosten sociaal domein (€ 120.000), peuterspeelzalen (€ 68.000) en onderwijsachterstandenbeleid (€ 13.000). 

Zolang de analyse van de meerkosten en de keuze over de te nemen maatregelen nog niet zijn afgerond, kan nog niet een taakstelling worden opgenomen. Ook de uitkomst van de arbitragezaak zal hier een rol in spelen. Onder een taakstelling behoort een reëel fundament te liggen. De (voorlopige) uitkomsten van productie over 2020 zijn daarom voorzichtigheidshalve eerst structureel verwerkt in de begrotingscijfers.

Wel is bekend dat een belangrijke oorzaak voor de overschrijding van de zorgkosten in 2020 te herleiden is naar de vereveningsafspraak. Dit is een solidariteitsafspraak met de gemeente, waarmee wij gezamenlijk de zorg inkopen. Ten aanzien van deze productie is een solidariteitsafspraak gemaakt met andere gemeente binnen het Amersfoortverband. Gemeenten zijn solidair op deze uitgaven. De verdeelsleutel onder deze solidariteitsafspraak is in 2019 gewijzigd. In 2019 kregen we € 0,4 mln. terug op basis van deze afspraak. Voor 2020 moeten we € 0,55 mln. moeten betalen. Of dit komt door de nieuwe afspraak of doordat Baarn meer gebruik heeft gemaakt van (overwegend) zwaardere zorg wordt onderzocht. Dit moet duidelijkheid geven over de te nemen maatregel en financieringsafspraak en in hoeverre dit tekort incidenteel of structureel is.

Wij verwachten hier naar de begroting toe een betere uitspraak over te kunnen doen en actuelere raming op te nemen. 

In de bestuurlijke samenvatting is het dekkingsvoorstel beschreven van het effect van de overschrijding van 2020 voor de meerjarenbegroting. 

Wmo-oud voorzieningen

In onderstaande tabel is de bijstelling van de Wmo- oud voorzieningen budgetten nader toegelicht.

Bijstelling budgetten WMO Begroting 2022 Gem. uitgaven 2019/2020 Bijstelling
Vervoersvoorzieningen - uitgaven 390 409 19
Woonvoorzieningen - uitgaven 120 192 72
Rolstoelvoorzieningen - uitgaven 122 198 76
Hulp in huishouden- uitgaven 1.795 1.867 72
Hulp in huishouden- eigen bijdrage -257 -152 105
Totale bijstelling 2.170 2.514 344

Incidentele ontwikkelingen

Terug naar navigatie - Incidentele ontwikkelingen

Nationaal Programma Onderwijs & knelpunt reguliere formatie onderwijs divers
In februari heeft het demissionair Kabinet het Nationaal Programma Onderwijs (NPO) aangekondigd als instrument om achterstanden door corona in te lopen. Voor het NPO is € 8,5 miljard vrijgemaakt en krijgen scholen – van voorschool tot hoger onderwijs – middelen om in te zetten om achterstanden terug te dringen. Scholen moeten hiervoor een scan van achterstanden maken en een schoolplan opstellen waarin is beschreven wat zij gaan doen. De scan en het plan moeten de scholen overleggen met gemeenten. Daarnaast moeten scholen kiezen uit een keuzemenu of lijst met effectieve interventies voor onderwijsachterstandsbestrijding; deze lijst wordt in april bekend gemaakt. Voor gemeenten is de rol weggelegd te signaleren dat er in een bepaalde wijk achterstanden zijn opgelopen, maar ook om witte vlekken in het aanbod op te vullen. Dit door partijen te verbinden en aanvullend aanbod te financieren. Voorbeelden hiervan kunnen zijn verlengde schooldagen, gratis huiswerkbegeleiding en bijlessen, sport en cultuur, zomer- en weekendscholen, loopbaanbegeleiding, aanbod in samenwerking met bibliotheken en coaching en tutoring van leerlingen. 
Gemeenten ontvangen hiervoor van het Rijk extra middelen, te weten: 84 miljoen in 2021, 182 miljoen in 2022 en 80 miljoen in 2023. Het Rijk heeft nog niet uitgewerkt hoeveel middelen elke gemeente krijgt en of dit uitgekeerd gaat worden door middels van een nieuwe specifieke uitkering of wordt toegevoegd aan de specifieke uitkering Gemeentelijk Onderwijs Achterstandenbeleid (GOAB) die wij al jaarlijks van het Rijk ontvangen.

Bovengenoemde extra werkzaamheden kunnen niet uitgevoerd worden binnen de bestaande formatie. We gaan er vooralsnog vanuit dat de uitvoering van het NPO kan worden betaald vanuit de extra rijksmiddelen.
In het tweede kwartaal wordt duidelijk wat de voorwaarden voor de extra middelen zijn en of wij de extra middelen van het Rijk mogen inzetten voor de uitvoering van het NPO.
Indien dit niet is toegestaan wordt voor de uitvoering bij het opstellen van de begroting 2022 de extra formatie verwerkt voor € 42.000 in 2022 en 2023 voor de uitvoering van het programma met een incidentele dekking van € 42.000 voor 2022 en 2023 ten laste van de algemene reserve.

De huidige formatie van onderwijs staat onder druk. Deze extra formatie biedt ook de benodigde verlichting voor de werkzaamheden ten aanzien van het leerlingenvervoer. Hiermee kunnen we actief participeren in het regionale project doelgroepenvervoer, gericht op kostenbeperking en integrale inkoop leerlingenvervoer, vervoer naar zorg en Regiotaxi.

Haalbaarheidsstudie in 2022 schoolhuisvesting
Het IHP biedt op een globaal niveau een door gemeente en schoolbesturen gedragen toekomstperspectief voor de schoolgebouwen en een planningsvoorstel voor de uitvoering. Om te zorgen dat aansluitend op het vaststellen van het plan ook uitwerking kan worden gegeven aan de perspectieven in het IHP, houden we rekening met externe inhuur voor een haalbaarheidsstudie in 2022. Dit moet voor één van de in het IHP geformuleerde projecten leiden tot een concreet projectplan (welke functie(s)/partij(en), welke maatregelen, eventueel welke locatie, wel of geen tijdelijke huisvesting, kostenindicatie, dekking, etc.). Dit projectplan wordt vervolgens weer voorgelegd aan de gemeenteraad en dat is ook het moment waarop krediet voor een project kan worden aangevraagd. Voor een dergelijke haalbaarheidsstudie is in 2022 € 25.000 incidenteel nodig.

Structurele ontwikkelingen reservelijst

Terug naar navigatie - Structurele ontwikkelingen reservelijst

Herijking lokaal team

Het Lokaal Team is vijf jaar geleden gestart met de decentralisaties in het sociaal domein. Sindsdien zijn de werkzaamheden sterk toegenomen: een groter aantal cliënten, complexe zorgvragen, lijntjes met huisartsen en onderwijs en meer registratieverplichtingen. De tijdelijke uitbreiding met 1fte sinds 2020 moet nu structureel worden.

De transformatie in het sociaal domein gaat uit van meer preventie, zorg aan de voorkant van het traject en meer zorg nabij. Op termijn wordt daarmee specialistische en dure zorg voorkomen. Er is daarom in de regio besloten dat de lokale teams meer zelf begeleiding gaan bieden. Vanuit inwonersperspectief is het ook gewenst om meer zorg nabij en direct te kunnen bieden. Zeker met het oog op de effecten van Corona verwachten we hier een sterk groeiende vraag.
Dit betekent voor Baarn 1 fte erbij.

In de aanloop naar de begroting wordt deze gewenste uitbreiding onderbouwd met cijfers over de ontwikkeling van cliënten aantallen en te verwachte besparingen op termijn in zorgkosten via de regionale inkoop.