Bijlagen

Ad. 1 Gemeentefonds

Terug naar navigatie - Gemeente

De inkomsten die de gemeente Baarn ontvangt vanuit de algemene uitkering exclusief de compensatie jeugdzorg dalen in 2026 met ruim € 2 miljoen  t.o.v. 2025.  Door de compensatie vanuit de Voorjaarsnota 2025 wordt dit grotendeels gecompenseerd. Echter de inflatie van jaar op jaar zit hier bijvoorbeeld tussen. De definitieve Meicirculaire 2025 wordt middels een raadsinformatiebrief aan u verzonden. Daarin vermelden wij het definitieve effect op het begrotingssaldo.

Ontwikkeling van het gemeentefonds

Allereerst maakt het kabinet een bedrag beschikbaar om de terugval in het gemeentefonds te dempen. Ook draagt het Rijk bij aan de tekorten voor de jeugdzorg en worden de gemeenten pas met ingang van 2028 aangeslagen voor de maatregelen in het kader van de Hervormingsagenda Jeugd. Daar staat wel tegenover dat die taakstelling vanaf 2028 geen € 1 miljard bedraagt, zoals tot nu toe het geval was, maar € 1,5 miljard. Voor de eerste twee jaren is dit een flinke verlichting van de bezuinigingsopgave, maar bezuinigen blijft nodig. Daar komt bij dat de financiële zorgen vanaf 2028, met name bij de jeugdzorg, alleen maar toenemen.

Verzachten van het ingroeipad van de Hervormingsagenda Jeugd

In 2021 concludeerde een arbitragecommissie dat de gemeenten moesten worden gecompenseerd voor de tekorten in de jeugdzorg. Per saldo betrof het een compensatie van € 1,8 miljard. De maatregelen die in de Hervormingsagenda Jeugd worden uitgewerkt, moeten tot een kostenbesparing van ongeveer € 1 miljard leiden. De volledige besparing wordt nu opgeschoven en hoeft pas met ingang van 2028 te worden gerealiseerd, in plaats van in 2026.

Gemeenten die hun taakstelling voor 2026 en 2027 al hadden gerealiseerd, kunnen dit bedrag ten gunste brengen van de algemene middelen. Voor de meeste gemeenten was het echter al een opgave om de taakstelling voor 2025 in te vullen met structurele maatregelen. Deze gemeenten krijgen nu twee jaar uitstel om de verhoogde taakstelling te realiseren. 

Forse resterende opgave Hervormingsagenda Jeugd vanaf 2028
Gemeenten die de lijn van de voorjaarsnota volgen en ervoor kiezen om de taakstelling bij de jeugdzorg te leggen, zullen zich moeten voorbereiden op het nemen van stevige maatregelen. In 2028 is de taakstelling € 1,2 miljard hoger dan in 2025. Voor een gemiddelde gemeente van 25.000 inwoners betekent dit dat er in 2028 voor ongeveer € 1,5 miljoen aan extra besparingen moeten zijn gerealiseerd ten opzichte van 2025. In de gemeente Baarn is deze taakstelling al financieel verwerkt in de begroting, echter dit betekent niet dat deze al geheel is ingevuld. Zie ook de jaarrekening 2024. Daar komt de inkomstentaakstelling nog bovenop, al is de verwachting dat die budgettair neutraal uitvalt voor gemeenten.

Financieringsarrangement WMO
Doordat de vergrijzing de komende jaren toeneemt, stijgt naar verwachting het beroep op de WMO ook. Rijk en gemeenten zijn in gesprek over een nieuw financieringsarrangement voor de WMO. Daartoe wordt ieder jaar € 75 miljoen structureel aan het gemeentefonds toegevoegd. Hierdoor ontstaat een oplopende reeks. Ook voor 2029 wordt weer € 75 miljoen structureel aan het gemeentefonds toegevoegd. In de gemeente Baarn blijven we binnen de beschikbare budgetten op dit onderwerp.

De bezuinigingsplannen kunnen nog niet de ijskast in
De voorjaarsnota geeft gemeenten op korte termijn wat lucht, maar die ademruimte is tijdelijk. Zeker is dat de bezuinigingsplannen nog niet worden losgelaten. Er blijft ook in onze gemeente nog een stevige opgave staan. Zeker op het gebied van jeugdzorg blijft werk maken van de hervormingsopgave noodzakelijk om te komen tot een kostenbeheersing. Anders dreigen structurele tegenvallers, die andere beleidsterreinen onder druk zetten. De komende jaren zijn cruciaal voor gemeenten om de nu verkregen ruimte slim in te zetten en structurele oplossingen te ontwikkelen. Voorbeeld hiervan is de inzet op het lokaal team. 

Op 21 mei 2025 is er een nadere toelichting ontvangen van de VNG, deze kwam te laat om in zijn geheel in deze Perspectiefnota 2026-2029 te verwerken en verwerking van de gemaakte opmerkingen zal meegenomen worden bij het opstellen van de Begroting 2026-2029. De Meicirculaire 2025 wordt hierin ook meegenomen, u ontvangt hiervoor nog een separaat RIB.

Verloop algemene uitkering Begroting Begroting Begroting Begroting
2026 2027 2028 2029
Stand algemene uitkering meicirculaire 2024 -45.189 -45.460 -45.573 -45.915
Mutatie september circulaire 2024 -689 -611 -617 -631
Mutatie december circulaire 2024 -98 -162 -223 -284
Stand algemene uitkering -45.976 -46.233 -46.413 -46.830
Voorjaarsnota 2025 - Index en LPO -1.039 -1.109 -1.110 -1.203
Voorjaarsnota 2025 - Jeugdzorg -600 -600 -100 -100
Totaal te verwachten bij de meicirculaire -1.639 -1.709 -1.210 -1.303
Totaal -47.615 -47.942 -47.623 -48.133
Bedragen x € 1.000,-

 

 

Ad. 2 Actualisatie Meerjaren Investeringsplan (MIP)

Terug naar navigatie - Meerjaren investeringplan

Actualisatie Meerjareninvesteringsplan 

Het meerjareninvesteringsplan MIP 2026-2029 is voor deze Perspectiefnota geactualiseerd. Basis is het in de begroting 2025-2028 opgenomen MIP. De planning van de investeringen is aangepast op basis van de meest recente inzichten. Dit leidt tot (incidentele) voordelen in de jaren 2025 tot en met 2028. Daarnaast zijn vanuit het IHP de voorbereidingskredieten toegevoegd van de verschillende onderwijshuisvesting projecten vanuit de oorspronkelijke budgetten.

Aandachtspunten investeringen

Vanuit het IHP zijn de voorbereidingskredieten toegevoegd van de verschillende onderwijshuisvesting projecten vanuit de oorspronkelijke budgetten. Deze voorbereidingskredieten waren als pro memorie (pm) opgenomen in het IHP, op basis van de geldende normen is het voorbereidingskrediet opgenomen. Dit is 8% van het totale in het IHP opgenomen krediet. Let op, dit percentage geldt niet voor eerder door de raad vastgestelde voorbereidingskredieten. Aangezien de voorbereidingskredieten in 5 jaar conform onze verordening worden afgeschreven heeft dit effect op de kapitaallasten. Het effect hiervan is toegelicht en opgenomen in het hoofdstuk Intensivering uitvoeren beleid en versterking uitvoeringskracht.

Voor de investeringen in de openbare ruimte (wegen en groen) is er een stelpost kapitaallasten opgenomen. 

Een eerste kritische beoordeling van de investeringen op basis van beschikbare capaciteit en haalbaarheid heeft geleid tot het meer in de tijd spreiden van de investeringen met betrekking tot onderwijshuisvesting Aloysius, vervangen straatverlichting, de Brink, gedeeltelijk in de tijd verschuiven van realisatiekosten Brinkhuis en fietspad Soest-Hilversum. Dit leidt ertoe dat kapitaallasten later in de tijd gaan lopen wat voor de huidige begroting en opvolgende jaren een voordeel is. Dit voordeel is zichtbaar gemaakt onder punt 3. Actualisatie MIP investeringen in de tabel Totaal financieel beleid. 

Daarnaast is de investering van het Baarnsch Lyceum en de Guido de Bres in het eerste geval weer opgevoerd en in het tweede geval conform IHP meegenomen voor het jaar 2029, de laatstgenoemde heeft niet direct financieel effect op de jaarschijven. Het weer opnemen van het Baarnsch lyceum heeft te maken met het in de vorige PPN 2025-2028 laten vervallen van de combinatie investering Waldheim/Baarnsch Lyceum. Ten onrechte is ervan uit gegaan nadat het Waldheim had aangegeven het bedrag niet nodig te hebben, dat de gehele investering zou vervallen. In 2025 zijn er diverse overleggen geweest met het Baarnsch Lyceum waaruit blijkt dat zij meer leerlingen hebben dan de oorspronkelijke 950 leerlingen.

Tot slot is € 4.000.000 extra opgenomen t.b.v. het Cultuurhuis en € 1.150.000 t.b.v. duurzaamheidsinvesteringen maatschappelijk vastgoed zoals verwoord in het raadsvoorstel zaak 1197368. Daarnaast wordt er ook gekeken naar de verbouwing van de oudbouw gemeentehuis (PM). Voor deze verbouwing loopt momenteel (juni 2025) een onderzoek op welke manier we de oudbouw willen verduurzamen en opknappen. Mogelijk brengt dit in 2026 kosten met zich mee.

Planning MUOR

Van de volgende projecten start in 2026 de voorbereiding:

  • herinrichting Wijkamplaan (onderdeel van de doorfietsroute);
  • vervanging Breemeentje (onderdeel van de doorfietsroute);
  • herinrichting Van Reenenlaan en omgeving;
  • herinrichting parkzone Kemphaanlaan (in verband met nieuwbouw Omthuis).

De voorbereiding van bovenstaande projecten omvat onder andere participatie, het opstellen van ontwerpen en het uitvoeren van diverse (technische) onderzoeken. Nadat de voorbereidingsfase is doorlopen wordt gestart met het opstellen van bestekken en de aanbesteding. Tevens wordt in 2026 gestart met het onderzoek voor de herinrichting van het Stationsplein en aanpassing van de kruising Stationsweg/Vondelllaan/Prins Hendriklaan/Kettingweg/Stationsplein. In 2027 wordt gestart met de voorbereiding van de herinrichting Staatsliedenwijk.

 

Meerjareninvesteringsplan 2025-2029 (bedragen x € 1.000)
Investeringscategorie Omschrijving kredieten 2025 2026 2027 2028 2029 Status Besluit
Diverse Grond Poort van Baarn 0 300 0 0 T Jaarrekening 2022 en 2023
Diverse Inrichting terrein gronddepot 2017 0 0 0 0 386 T Jaarrekening 2022 en 2023
Openbare ruimte Fietspad Soest-Hilversum 0 0 0 292 T Jaarrekening 2022 en 2023
Openbare ruimte Stationsweg wegen 0 0 0 425 0 T Jaarrekening 2022 en 2023
Openbare ruimte Stationsweg riolering 0 0 0 455 0 T Jaarrekening 2022 en 2023
Gebouwen Cultuurhuis 311 300 11.800 4.000 T Raad 8-12-2021 en 3-7-2024
Gebouwen Verduurzaming gemeentelijk vastgoed 0 1.334 0 0 T/R Najaar 2021
Speeltoestellen Speeltoestellen 170 85 85 85 85 T/R Begroting 2022
Verharding Brink 2020 (verschoven naar 2030) 0 0 0 0 T Jaarrekening 2020
Gebouwen IHP Onderwijshuisvesting (concept) 644 6.066 5.137 0 0 R PPN 2023
Gebouwen Gemeentehuis, verbouw 0 0 0 T PPN 2023
Gebouwen Project locatie Hoofdstraat 1 250 250 500 0 2.700 T PPN 2023
Verlichting Vervanging openbare verlichting 706 800 800 800 200 T PPN 2024/PPN 2025
Bestuur Aanpassen meubilair raadzaal 50 0 0 0 0 T PPN 2025
Crisisbeheersing/brandweerzorg Brandputten 100 0 0 0 R PPN 2025
Mobiliteit Poort van Baarn 0 0 0 0 1.000 R PPN 2025
Informatie Nieuwe hardware 0 78 0 0 R PPN 2025
Openbare ruimte Doorfietsroute Amersfoort - Hilversum 450 450 400 0 R Begroting 2024
Meerjaren uitvoeringsprogramma openbare ruimte (MUOR 2024)
Openbare ruimte Voorbereiding projecten MUOR 265 315 565 500 500 R PPN 2026
Openbare ruimte Uitvoering aanleg en constructie verharding 1.590 1.675 1.415 2.663 2.500 R PPN 2026
Openbare ruimte Uitvoering Civieltechnische kunstwerken 30 540 R PPN 2026
Openbare ruimte Uitvoering Groen 233 233 233 155 155 T/R Raad 21 april 2021
Openbare ruimte Uitvoering Vervanging Riolering 2.150 2.090 2.090 2.070 2.070 R PPN 2026
Totaal 6.949 13.976 23.565 11.445 9.596
Investeringen (kapitaalllasten opgenomen in PPN 2026)
Gebouwen Verduurzaming gemeentelijk vastgoed 1.152 PPN 2026
Gebouwen IHP Onderwijshuisvesting Guido de Bres 322 3708 PPN 2026
Gebouwen IHP Onderwijshuisvesting Baarnsch Lyceum 280 3220 PPN 2026
Gebouwen Verduurzaming en verbouwing oudbouw gemeentehuis p.m. PPN 2025
Totaal 280 1.152 322 3.220 3.708
Totaal na vaststelling PPN 2025 7.229 15.128 23.887 14.665 13.304
R = Reservering; T= toekenning

Ad. 3 Verbonden Partijen

Terug naar navigatie - verbon

De gemeente werkt samen met een groot aantal verbonden partijen. Verbonden partijen zijn in verband met de schaalgrootte van onze gemeente onmisbaar om uitvoering te geven aan verschillende gemeentelijke taken. Als gemeente zijn wij uiteindelijk verantwoordelijk voor de realisatie van de beoogde doelstellingen van de beleidsprogramma's waaraan de verbonden partij een bijdrage levert. De bijdrage aan de verbonden partijen stijgt voor 2026. 

De raad heeft op 16 april 2025 een motie aangenomen waarin aangedrongen wordt op de nullijn voor de jaren 2026 en 2027. Voor 2026 zal dit gezien het moment moeilijker worden, voor 2027 is dit het uitgangspunt. Over de voortgang van de beoogde gesprekken wordt gerapporteerd in de P&C cyclus. 

De bijdrage aan de verbonden partijen stijgt in 2026 fors minder dan in 2025. Onder andere BBS verwacht geen structurele stijging maar juist een besparing. Wel zal door de verandering van de organisatie om dit te bereiken in 2026 een incidentele uitgave op ons afkomen. De gemeentelijke bijdrage voor Baarn aan de GGD voor 2026 wordt € 1.312.045. Dat was in 2025 € 1.360.000 en dus gaat het hier om daling van € 1.360.000 minus € 1.312.045 is gelijk aan € 38.955. De daling is vooral toe te schrijven aan de lagere huisvestingskosten van de jeugdgezondheidszorg in Baarn na de verhuizing in 2024. In mindere mate komt de daling ook door het niet meer afnemen van het product ViA (voorkomen huisuitzetting door integrale aanpak) en lagere schatting van het aantal meldingen MAB (meld- en adviespunt bezorgd) in 2026 ten opzichte van 2025. Het door de GGDrU begrote bedrag voor 2026 past binnen onze gemeentebegroting. De stijging van RMN wordt gecompenseerd in de afvalheffing, maar er is teruggekoppeld dat de verhoging niet aanvaardbaar is. De meeste kadernota's (en in sommige gevallen ook de begroting) van de verbonden partijen zijn door de raad inmiddels vastgesteld. In de praktijk gaan de verbonden partijen zeer terughoudend om met verhogingen. 

2. Verbonden partijen en regionale samenwerking 2026 2027 2028 2029 Budget 2025 % wijz.
VRU 67 N 67 N 67 N 67 N 2.011 3,33%
RID 41 N 41 N 41 N 41 N 1.069 3,84%
BBS 0 N 0 N 0 N 0 N 0,00%
GGDrU -38 V -38 V -38 V -38 V 1.360 -2,79%
RWA AMFORS 0 N 0 N 0 N 0 N 714 0,00%
RMN 294 N 294 N 294 N 294 N 4.167 7,06%
RUD* pm N pm N pm N pm N 614 0,00%
Regio Amersfoort 0 N 0 N 0 N 0 N 120 pm
Totale kosten verbonden partijen 364 N 364 N 364 N 364 N
Een min teken (-) geeft een positief saldo weer bedragen x € 1000
* begroting is nog niet opgesteld

Ad. 4 Indexering

Terug naar navigatie - Indexering

Voor de Programmabegroting 2026-2029 worden conform besluit bij de perspectiefnota 2023 (383207) verschillende indexeringen toegepast. Er wordt dan onderscheid gemaakt in:

  1. Loongevoelige budgetten
  2. Prijsgevoelige budgetten
  3. Subsidie budgetten

Voor de indexering wordt gebruik gemaakt van kerngegevenstabel MEV gepubliceerd door het Centraal Economisch Plan bureau (CEP) tabel Prijzen, overheid nationale cpi en cao-loon marktsector. Voor berekening wordt de loon-en prijsbijstelling voor het jaar (t) vastgesteld op basis van de voorlopige ramingen voor het jaar t+1. Omdat de loon- prijsbijstelling pas definitief wordt vastgesteld in het macrokader (t-1) zal deze in het daaropvolgende jaar  worden gecorrigeerd.

Voorbeeld

CPB Maart 2025            Jaar T
 
Prijsgevoelige budgetten begroting 2026   2026 T+1
CPI 2026 op basis CEP 2025   2% T+1
Vastgestelde index 2024 op basis van CEP 2025  5,20%   T-1
Begrote indexatie in 2024 was 13,80%   T-1
Te weinig/teveel geindexeerd in 2024 -8,60% -8,60%  
       
Indexatie voor de begroting 2026   -6,60%  

Deze methode van indexeren zorgt ervoor dat budgetten (achteraf na opstellen van de begroting) die te hoog of te laag werden geïndexeerd, worden gecorrigeerd. Voor de indexatie wordt gebruik gemaakt van de kerngegevenstabel raming februari 2025 (CEP 2025). Voor het berekenen van de indexatie wordt er gekeken naar "prijzen, overheid, afgeleide cpi en cao-loon marktsector”. Op basis van de huidige systematiek worden de prijsgevoelige budgetten geïndexeerd met -6,6% en subsidiebudgetten met -4 %. In de tabel op blz. 11 zijn de daadwerkelijke mutaties naar aanleiding van onderstaande toelichting verwerkt.

Algemeen
De indexering zoals de gemeente Baarn deze toepast heeft door het terugkijken van t-1 een behoorlijke daling tot gevolg voor het begrotingsjaar 2026. Opgemerkt dient te worden dat de voorgestelde ombuigingen vanuit Berenschot en zoals deze zijn opgenomen in deze perspectiefnota geen rekening hebben gehouden met een negatieve indexering. Als we, deze nu toepassen op onderstaande onderwerpen is de verwachting dat we extra moeten ombuigen om het nu opgenomen bedrag te halen. Daarnaast is de systematiek zoals we hierboven in de tabel hebben opgenomen pas vanaf 2022 toegepast. Het is waarschijnlijk zo dat budgetten waar dit indertijd is op toegepast, niet allemaal op het zogenaamde nul-scenario stonden. Hierbij zijn de budgetten op dat moment niet in alle gevallen reëel geweest als uitgangspunt. Met andere woorden zero based budgetting verder uitvoeren is essentieel om weer greep te krijgen op een gedeelte van onze beschikbare budgetten. 

Subsidies
Bij subsidies blijkt dat het oorspronkelijke begrotingsbudget 2024 niet voldoende was voor alle subsidies. De aanpassing doorvoeren van -4% betekent minder subsidies tot een bedrag van € 237.800 verstrekken. Bij de begroting 2026 kijken we in samenhang met de voorgestelde ombuigingen op PIT en de sportsubsidies of deze bezuiniging op een aantal onderwerpen zou moeten worden teruggedraaid en haalbaar is. 

Sociaal Domein
Op het Sociaal domein zou op basis van de berekening een negatieve indexering toegepast worden van 2,7%. Dit betekent dat de diverse budgetten met ruim 
€ 300.000 zouden worden verlaagd. Mede gezien de al opgelegde taakstelling binnen Jeugdzorg, de verwachte procentuele stijging van kosten en ruimte overschrijding in de jaarrekening 2024, raden wij een verlaging af. En stellen wij de nul lijn voor. Hiermee wijken we af van de systematiek, maar zelfs de nullijn is al een opgave op zich. 

OZB en overige belastingen
De OZB verlagen betekent minder vrij besteedbaar budget de komende jaren. Daarnaast is bij de ombuigingen uitgegaan van de huidige stand van de begroting 2026 en verder zonder deze korting met structureel effect. Om dan toch voldoende ruimte te behouden zien we twee mogelijkheden. Wel verlagen van de OZB en overige belastingen met ruim € 507.000  conform de systematiek, maar tegelijkertijd een ombuiging voor hetzelfde bedrag toevoegen. Omdat we dit niet willen, stellen we voor om de bijstelling van het tarief te houden op de nul procent. 

Overige uitgaven en inkomsten
Bij de overige uitgaven en inkomsten hebben we beoordeeld of de budgetten een verlaging van 6,6% aan kunnen. Voor de helft van de beoordeelde budgetten hebben we geconstateerd dat op grond van de jaarrekening 2024 een verlaging niet wenselijk zou zijn. We verwachten dan een toekomstig tekort op die posten. Voorstel is om zo snel mogelijk doch uiterlijk voor de begroting 2026 bij de grootste posten de diepte in te gaan en budgetten bij te stellen. Hiermee kunnen we het zero based budget proces verder vorm geven. Voor nu gaan we uit van een verlaging op posten waar wel ruimte is of waar (relatief eenvoudig) op bezuinigd kan worden. Posten waarbij we hebben geconstateerd dat we op basis gegevens 2024 een toekomstig tekort zouden veroorzaken zijn o.a. te betalen belasting, abonnementen (brede zin), verzekeringen en diensten door derden. Per saldo resteert een voordeel van € 261.500, bestaande uit lagere begrote opbrengsten (huren/pachten/ov. opbrengsten) en lagere begrote uitgaven.  

In 2025 zullen de salarislasten op basis van de nieuwe CAO worden aangepast en alsnog in de begroting van 2025 worden verwerkt. De gevolgen voor de jaren 2026-2029 zijn ook verwerkt in deze nota. 

Heffingen: voor de heffingen (zoals de rioolheffing en de afvalstoffenheffing) is het uitgangspunt dat de lasten geheel worden gedekt door de baten (de tarieven). Dus 100% kostendekkend. Er is een ombuiging voorgesteld bij de afvalstoffenheffing.

Ad. 5 Stand Algemene Reserve

Terug naar navigatie - onzichtbaar

Omschrijving (toelichting)

Algemene reserve verloop 2021-2024

Onderstaande tabel geeft het verloop van de algemene reserve van de afgelopen jaren weer. Zoals u kunt zien is er ondanks de onttrekkingen per saldo sprake van een jaarlijkse toevoeging.  

Excel-tabel

Verloop AR afgelopen jaren
Beginstand Onttrekking (saldo) Eindstand Toevoeging saldo JR
2021 € 16.136.000 € 601.000 € 16.737.000 € 2.021.000
2022 € 18.758.000 € -2.169.000 € 16.589.000 € 3.330.000
2023 € 19.919.000 € -2.459.000 € 17.460.000 € 3.458.044
2024 € 20.918.044 € -2.647.000 € 18.271.044 € 2.717.000
Totalen € -6.674.000 € 11.526.044
(zie stand algemene reserve 1-1-2025) € 18.271.044
Terug naar navigatie - Stand algemene reserve

Algemene reserve

De ontwikkeling van de algemene reserve wordt in de onderstaande tabel weergegeven.  Met verwerking van het (voorlopig) resultaat jaarrekening 2024 is het saldo van de algemene reserve op 1 januari 2026 bijna € 15,8 miljoen. 

Verwachte toevoegingen komende jaren

De komende jaren  verwachten wij bedragen toe te voegen aan de algemene reserve. Vanwege het feit dat de hoogte van deze bedragen en het tijdstip waarop wij deze ontvangen onzeker is, mag hier vanuit de richtlijnen geen rekening mee worden gehouden bij het opstellen van de begroting. Middelen die toegevoegd worden aan de algemene reserve komen voort uit:

  1. het afstoten van maatschappelijk vastgoed (conform het plan maatschappelijk vastgoed);
  2. de verkoop van gronden zoals Poorthuis (naar verwachting vanaf 2028) en de Baarnsche zoom ( naar verwachting vanaf 2028 1e deel)

De komende jaren daalt het saldo vervolgens naar circa  € 11 miljoen (2029). Enerzijds door het dekken van incidentele lasten uit Perspectiefnota's, de College agenda 2022-2026 en de begroting; de lijn is dat alle incidentele uitgaven ten laste worden gebracht van de algemene reserve.  Anderzijds is er sprake van verwachte toevoegingen uit verkoop grond en maatschappelijk vastgoed. Deze is niet in dit saldo meegenomen. Als u deze verwachte uitgaven wel meeneemt komt het saldo op € 15,5 miljoen zonder Baarnsche Zoom in 2029.

De hoogte van de algemene reserve gekoppeld aan de benodigde weerstandscapaciteit.

Bij het behandelen van het raadsvoorstel; "financiële uitgangspunten en keuze en scenario's" (raadsvergadering van 28 februari 2024) heeft de raad besloten om de ondergrens van € 10 miljoen voor de algemene reserve los te laten. De hoogte van de algemene reserve wordt vanaf 2024 gekoppeld aan de benodigde weerstandscapaciteit. Deze capaciteit wordt in de begroting berekend aan de hand van de risico’s. Hoe groter de omvang en kans van risico's, hoe hoger de algemene reserve dient te zijn en andersom.

De benodigde weerstandscapaciteit is vastgelegd in de nota Risicomanagement & Weerstandsvermogen 2024 - 2029. Voor de ratio weerstandsvermogen streeft de gemeente naar een ratio van 1.0 waarbij de toegestane ondergrens  0,8 bedraagt. Bij de jaarrekening en in de begroting is de benodigde weerstandscapaciteit opgenomen in de verplichte paragraaf ‘Weerstandsvermogen en risicobeheersing’. Hiermee is het risicomanagement onderdeel van onze planning en control cyclus. Er wordt minimaal twee keer per jaar een nieuwe inventarisatie gemaakt van de mogelijke risico's. Voor de gemeente Baarn is dit in 2025 begroot op € 8,5 miljoen. In de jaarrekening 2024 is dit bedrag toegenomen en zijn de werkelijke risico's berekend op een bedrag van € 10 miljoen. Het risicobedrag is toegenomen door klimaatrisico's, negatieve effecten herijking gemeentefonds en garantstellingen voor geldleningen.

Door de benodigde weerstandscapaciteit te koppelen aan de algemene reserve kan de minimale hoogte van de algemene reserve fluctueren. Bij het actualiseren van de ‘nota Reserves en Voorzieningen’ wordt een voorstel gedaan met regels voor de hoogte en de inzet van de algemene reserve en het gebruik van bestemmingsreserves. De nota Reserves en Voorzieningen is in het najaar van 2024 geactualiseerd.

Verloop overzicht algemene Reserve 2025-2029
Bron Omschrijving verloop 2025 2026 2027 2028 2029
Beginstand 18.271.000 15.793.699 12.320.799 11.642.399 11.050.199
Raadsbesluit 2023 Uitvoeringsplan informatiebeleid en omgevingswet -75.000 -173.000
Begroting 2023 Duurzaamheid en strategisch adviseur duurzaamheid -143.000
Begroting 2023 Bijlessen en burgebegroting -45.000
Raadsbesluit 2023 Inhuurbudget begroting 2023 -350.000 -200.000
Raadsbesluit 2022 Perspectiefnota 2023 - beginsaldo* - burgerpeiling 2 jaarlijks -15.000 -15.000
Raadsbesluit 2022 IHP PPN 2023 -25.000
Raadsbesluit 2022 IHP PPN 2023 -6.921 -36.000 -36.000 -36.000 -36.000
Raadsbesluit 2023 Motie extra subsidie speeldoos -120.000 -120.000 -120.000
Perspectiefnota 2024 Uitv. Besluit en beleid - Leren & ontwikkelen tlv Alg.reserve -125.000
Perspectiefnota 2025 Geraamde incidentele lasten PPN 2025 -413.000 -220.000 -195.000
Raadsbesluit 2024 Marimbaschool -90.000 -90.000 -90.000
PPN 2025 (3 juli 2024) Dekken korting opschalingskorting uit algemene reserve -675.000
PPN 2025 (3 juli 2024) Instellen dekkingsreserve kapitaallasten inv verduurzaming gemeentelijk vastgoed tlv AR -1.343.000
Begroting 2025-2028 Incidentele budgetten tlv algemene reserve -389.000 -34.000
Begroting 2025-2028 925798 Jeugd op de Agenda -293.000 -185.500
Gewijzigde Begroting 2025 IHP Tijdelijke huisvesting Aloysius, Sloop Poorthuis en huisvesting KWS -752.600 -287.400 -62.400
Gewijzigde Begroting 2025 Uitvoering Toekomstvisie Sportaccommodaties De Geerenweg -34.000 -62.000
Gewijzigde Begroting 2025 MJOP uitvoering strategisch plan vastgoed -90.000
Jaarrekening 2024 Resultaat 2024 voorlopig 2.717.000
Jaarrekening 2024 Bestuursopdracht ombuigingen -60.000
Jaarrekening 2024 Smart City beleid -40.000
Jaarrekening 2024 Hoog peil cultuur behouden en broedplaats -75.000
Jaarrekening 2024 Herstel tekortkoming NEN-inspectie De Speeldoos -60.000
Jaarrekening 2024 Integrale toegang -40.000
Jaarrekening 2024 Alleenverdienersproblematiek 2023-2024 -19.780
Jaarrekening 2024 Wijkaanpak aardgasvrij Eemdal-Noord -50.000
Jaarrekening 2024 P&O kennis en ontwikkeling -100.000
Jaarrekening 2024 Applicatiebeheer Geo-basisregistraties -50.000
Jaarrekening 2024 Functiehuis HR21 -100.000
Jaarrekening 2024 Toevoeging voorziening MJOP (voorstel april 2025) -565.000
PPN 2026 PPN2026 - Transitie informatievoorziening BBS PM
PPN 2026 PPN2026 - Inrichtingskosten nieuwe uitvoeringsorganisatie -280.000
PPN 2026 PPN2026 - Uitbreiding lokaal team sociaal domein -200.000 -400.000
PPN 2026 PPN2026 - Samen veilig -110.000 -110.000 -110.000
PPN 2026 PPN2026 - Inrichtingskosten uitbreiding belastingsamenwerking PM
PPN 2026 PPN 2026 - IHP kosten tijdelijke huisvesting Baarnsch lyceum -378.000 -122.000 -65.000
PPN 2026 PPN 2026 - Toekomstperspectief woningbouwontwikkeling tot 2040 -25.000
Totaal mutaties -2.477.301 -3.472.900 -678.400 -561.000 -36.000
Eindstand 15.793.699 12.320.799 11.642.399 11.081.399 11.014.199
Bedragen x € 1,-
Verwachtte toevoeging de komende jaren*
Grondverkoop Montini 1.200.000
Afstoten maatschappelijk vastgoed zknr. 883944 Eemnesserweg 15 500.000
Verkoop Poorthuis 1.200.000
Oosterstraat 175B en Drakenburgerweg 25 640.000
Pand bosbadlaan 2 Woning 800.000
Opbrengst verkoop Boemerang 150.000
Verkoop Baarnsche Zoom PM PM
1.850.000 640.000 0 2.000.000 0
Verwachtte eindstand op basis van aanname 17.643.699 14.810.799 14.132.399 15.571.399 15.535.399
Bedragen x € 1,-
* vanwege de onzekerheid over het tijdstip waarop de bedragen binnen komen en de onzekerheid van de hoogte van de verschillende bedragen wordt conform de richtlijnen voor de begroting hier niet meegerekend.

Ad. 6 Voorbeelden OZB verhoging

Terug naar navigatie - Voorbeelden OZB verhoging

In de tabel hieronder ziet u enkele voorbeelden van het effect van een WOZ waarde bij 1%, 6,25% en -6,6% bij verschillende WOZ waarden voor woningen, eigenaar niet-woning en gebruiker niet-woning. 

Woning
WOZ-waarde € 300.000 € 500.000 € 750.000
Tarief 2025 0,0861% 0,0861% 0,0861%
OZB 2025 € 258,30 € 430,50 € 645,75
OZB 2026 bij stijging 1% € 260,88 € 434,81 € 652,21
OZB 2026 bij stijging 6,25% € 274,44 € 457,41 € 686,11
OZB 2026 bij daling 6,6% € 241,25 € 402,09 € 603,13
Eigenaar niet-woning
WOZ-waarde € 300.000 € 500.000 € 750.000
Tarief 2025 0,2893% 0,2893% 0,2893%
OZB 2025 € 867,90 € 1.446,50 € 2.169,75
OZB 2026 bij stijging 1% € 876,58 € 1.460,97 € 2.191,45
OZB 2026 bij stijging 6,25% € 922,14 € 1.536,91 € 2.305,36
OZB 2026 bij daling 6,6% € 810,62 € 1.351,03 € 2.026,55
Gebruik niet-woning
WOZ-waarde € 300.000 € 500.000 € 750.000
Tarief 2025 0,2402% 0,2402% 0,2402%
OZB 2025 € 720,60 € 1.201,00 € 1.801,50
OZB 2026 bij stijging 1% € 727,81 € 1.213,01 € 1.819,52
OZB 2026 bij stijging 6,25% € 765,64 € 1.276,06 € 1.914,09
OZB 2026 bij daling 6,6% € 673,04 € 1.121,73 € 1.682,60

Ad. 7 Verwerking opmerkingen raadsleden

Terug naar navigatie - sss

Op 6 mei 2025 heeft het college de raad geïnformeerd middels een presentatie over de intensivering van de beleidsuitvoering en het versterken van de uitvoeringskracht. De volgende samenvattende conclusies zijn aan het eind van de avond gedeeld met de aanwezige raadsleden. In deze bijlage ziet u wat het college ermee gaat doen en heeft gedaan.

Samenvatting conclusies

•    Speeldoos opnemen in de PPN en duiden waarom deze niet in beeld is voor de ombuigingen
Reactie college: tekst en kosten toegevoegd in risicoparagraaf

•    Zorgen over de bezuinigingen op PIT > wat gaat het effect zijn?
Reactie college: Bij de ombuiging PIT Baarn is nadere toelichting toegevoegd.

•    OZB-scenario’s uitwerken en inzichtelijk maken wat verschillende percentages OZB-verhoging concreet betekenen voor woningen/niet-woningen met verschillende WOZ-waarden. 
Reactie college: Bijlage 6 toegevoegd met voorbeelden.

•    Er is draagvlak voor het verhogen van overige belastingen
Reactie college: We gaan zo spoedig mogelijk de wijzigingen doorvoeren, we verwachten u bij de begroting 2026 nadere informatie te verstrekken.

•    Breed draagvlak op aanpassingen afval
Reactie college: We gaan zo spoedig mogelijk de wijzigingen doorvoeren, waarbij de bezuiniging mogelijk gedeeltelijk eerder ingaat dan 2027. Bij de begroting 2026 is dit naar verwachting uitgewerkt.

•    Bij investeringen in het verduurzamen van vastgoed, is behoefte aan een beschrijving van wat die investeringen opleveren.
Reactie college: U heeft bij behandeling van het bijbehorende raadsvoorstel een extra handout gekregen met extra informatie. Kort samengevat minder toekomstige meerkosten, behalen van de eigen CO2 doelstelling van 55%.

•   Er is behoefte aan terughoudendheid bij het opdracht geven tot nieuwe onderzoeken. Waar de raad zelf opdrachten tot onderzoek overweegt, bestaat de wens om vooraf inzicht te krijgen in de te verwachte kosten en opbrengsten.
Reactie college: Wij nemen uw advies mee

•    Op dienstverlening mag worden bespaard door daarin minder te doen.
Reactie college: Binnen de ombuiging is hier rekening mee gehouden. Uw suggesties worden daarnaast nog verder uitgewerkt voor de begroting 2026

•    Sturing op subsidies kan zakelijker / moderner dan nu
Reactie college: De sturing op subsidies wordt zakelijker. Voor de evenementen subsidies is inmiddels een nieuwe regeling aangenomen en voor cultuursubsidies is deze in ontwikkeling. Beoordeling van deze subsidies wordt voortaan neergelegd bij een onafhankelijke commissie en evenementen worden vanaf 2026 getoetst op de bijdrage aan beleidsdoelen van de gemeente. Voor elke regeling is er een subsidieplafond. Deze worden gepubliceerd.

•    Leges: breed draagvlak voor eerst betalen, dan gesprek / advies
Reactie college: Bij de invulling van de ombuiging zoals opgenomen wordt hier rekening mee gehouden.

•    In de context van de verzakelijking die uit sommige suggesties spreekt, is ook de wens geuit om gelijktijdig wel naast de inwoner te blijven staan.
Reactie college: Bij de uitwerking van de ombuigingen staat het belang van de inwoners voorop binnen de financiële mogelijkheden.

•    Zorg over proces van besluitvorming - zie de PPN als kader om richting te geven.
Reactie college: PPN is kader voor de begroting 2026.