Programma 2 : Sociaal domein

Programma 2 : Financiële tabel

Terug naar navigatie - Programma 2 : Financiële tabel
Product (bedrag * € 1.000) Omschrijving Begroting Werkelijk Prognose Afwijking
Bij begroting/werkelijk/prognose: += lasten;- = baten. Bij afwijking +=voordeel;-=nadeel.
Lasten
200 Vitaliteit 6.872 6.075 6.997 -125
210 Basis/toegang 4.284 2.192 4.175 109
220 Participatie, WMO en jeugdzorg 22.668 18.658 23.596 -928
Totaal Lasten 33.824 26.925 34.768 -944
Baten
200 Vitaliteit -1.613 -859 -1.743 130
210 Basis/toegang -336 -434 -385 49
220 Participatie, WMO en jeugdzorg*1) -8.801 -10.740 -9.015 214
Totaal Baten -10.750 -12.033 -11.143 393
Saldo
200 Vitaliteit 5.259 5.216 5.254 5
210 Basis/toegang 3.948 1.758 3.790 158
220 Participatie, WMO en jeugdzorg 13.867 7.918 14.581 -714
Saldo voor bestemming 23.074 14.892 23.625 -551
Storting reserves
Onttrekking reserves -417 -397 -20
Saldo reserves conform begroting -417 0 -397 -20
Saldo na bestemming 22.657 14.892 23.228 -571

Programma 2 : Financiële analyse lasten

Terug naar navigatie - Programma 2 : Financiële analyse lasten

Product 200 Vitaliteit

In de RIB (117810) van 20 mei 2020 is de raad geïnformeerd over de coulante opstelling naar ontvangers van subsidie in 2020 in verband met het coronavirus. Hiervoor zijn richtlijnen opgesteld voor de subsidie-afrekening. Deze richtlijnen bepaalt nog niets over eventuele extra steun die sommige organisaties nodig zullen hebben om te blijven voortbestaan. De effecten van deze RIB zijn PM meegenomen (zie ook product 490).

De uitgaven voor onderhoud sport zijn (€ 160.000) hoger dan begroot. De oorzaak is vooral dat de uitgaven sinds 2019 inclusief BTW moeten worden verantwoord. Hiervoor ontvangen we een SPUK-vergoeding van het rijk (€ 155.000). Deze BTW kosten en de uitkering zijn (nog) niet begroot aan de inkomsten en uitgavenkant van de begroting.

Er is minder toegekend dan aangevraagd, vanwege het uitkeringsplafond 79,9% van het aangevraagde bedrag. De verwachting is dat we 80% van de btw-kosten vergoed krijgen.
Verder is er een onderschrijding op diverse overige budgetten. De verwachting is dat hiermee de ‘korting’ kan worden opgevangen.

Verder is er voor 2020 een onderschrijding (€ 77.000) van de kapitaallasten in verband met het uitstel van de investering van de Speeldoos. Meerjarig is deze kapitaallast inmiddels naar 2023 verschoven.

Onderwijshuisvesting
Bij het product onderwijshuisvesting heeft een afwaardering van € 240.000 plaatsgevonden voor de gebouwen Montini en Gaspard, omdat deze gebouwen geen onderwijsfunctie meer vervullen en moeten worden gesloopt. Er staan nog twee uitbreidingen van lokalen geactiveerd met een restantlooptijd van 24 jaar.

Budget peuterspeelzalen en overige subsidies

Het voordeel van € 141.000 wordt veroorzaakt doordat het budget peuterspeelzalen te ruim is. Deze ruimte willen we benutten als dekking voor het tekort dat op de zorgkosten ontstaat. Verder blijft € 21.000 over door minder subsidie aanvragen van instellingen en verenigingen, wellicht veroorzaakt door de corona situatie.

Product 210 Basis/toegang

Het budget voor vernieuwing sociaal domein is alleen gebruikt voor de verlenging van de pilots maatjes en dagbestedingscoach. Er zijn geen nieuwe pilots gestart om ruimte te houden voor prioriteiten waarover wordt besloten bij de herijking van de nota sociaal domein. Daarnaast is er in de coronaperiode weinig beroep gedaan op het stimuleringsbudget. Hier blijft naar verwachting € 106.000 over.

Na bijstelling van de prognose voor volksgezondheid aan de hand van de gewijzigde begroting GGD blijft € 21.000 over. Bij de Tussenrapportage hielden we rekening met een grotere uitgave voor huisvesting en maatwerk van de GGD dan nu nodig blijkt. De bijstelling van de begroting bij de Tussenrapportage was daardoor te groot.

De prognose voor specialistische inhuur bij het lokaal team valt € 40.000 lager uit dan de begroting. Vooralsnog lijkt het erop dat de meerkosten vanwege ziekte en zwangerschapsverlof binnen de begrote bedragen kunnen worden opgevangen.

De lasten voor regiotaxi vallen hoger uit dan de begroting. Dit komt omdat de begroting niet is aangepast aan de bijdrage die de provincie hierin doet. Het nadeel van € 49.000 wordt dan ook gecompenseerd door de baten die niet zijn begroot. Per saldo is er geen effect.

Voor leerlingenvervoer verwachten we een tekort van € 56.000. In de schoolsluitingsperiode is 80% van de normale kosten bevoorschot aan de vervoerders. Later dit jaar zal hierover een afrekening plaatsvinden. We verwachten dat dit niet zal leiden tot (grote) teruggaven aan de gemeente, omdat vervoerders deze kosten moeilijk elders kunnen declareren.

Vanwege corona is het budget voor pilots in doelgroepenvervoer en het door ontwikkelen van het vervoerslandschap niet ingezet. Dit betekent een voordeel van € 19.000.

Product 220 Participatie, Wmo en Jeugdzorg

De Zomerrapportage BBS laat voor Baarn een overschrijding zien van € 263.000. BBS heeft recent deze rapportage ter informatie aan de raad verstuurd. In de rapportage is de overschrijding toegelicht.

Het aantal uitkeringsgerechtigden is in Baarn minder gestegen dan de landelijke trend. Hierdoor verwachten we het extra budget (de begroting is gewijzigd op basis van de definitieve beschikking van de rijksmiddelen) niet nodig te hebben. Vanaf maart is het aantal WW-uitkeringen echter flink gestegen. Een deel van de ontvangers komt na afloop van de WW in de bijstand en dat geldt op den duur ook voor mensen die door de corona crisis hun baan kwijtraken in een bedrijf dat nog gaat inkrimpen of sluiten. Door het na-ijl effect van zowel de steunmaatregelen als de WW verwachten we de grootste bestandsgroei pas in ‘21 en zelfs ‘22.

De septembercirculaire 2020 laat voor Baarn een hoger bedrag zien voor WSW (voordeel programma 4). Dit bedrag is bestemd voor het opvangen van exploitatietekorten bij sociale werkbedrijven als gevolg van de coronamaatregelen en moeten wij doorbetalen aan RWA/Amfors op basis van de samenwerkingsovereenkomst. Voor sociale werkvoorziening ontstaat hierdoor een overschrijding van € 71.000 (nadeel programma 3). Voor de prognose op totaalniveau is het effect budgettair neutraal.

Voor armoedebestrijding verwachten we minder kosten te maken dan voorzien voor hetzelfde aanbod. Voor schulddienstverlening is bij Tussenrapportage al gemeld dat sprake is van een structureel overschot. Dit budget kan worden herzien nadat het uitvoeringsplan schulddienstverlening is vastgesteld door het college. Het voordeel ten opzichte van de begroting bedraagt € 177.000.

Bij inburgering is het extra budget uit de meicirculaire nog niet ingezet ter voorbereiding op de regietaak die in 2021 naar de gemeenten komt. In totaal verwachten we in 2020 een voordeel van € 69.000. Voorbereiding wordt nog opgestart en structureel zijn de middelen zeker nodig.

De kosten voor hulpmiddelen Wmo zijn wisselvallig en vallen dit jaar waarschijnlijk wat hoger uit. Daarbij verwachten we dit jaar een stijging van de huishoudelijke hulp met 10% in het aantal klanten. Dit veroorzaakt een overschrijding op het budget voor Wmo oud van  € 205.000.

Opnieuw wordt voor zorg en ondersteuning minder besteed via Pgb’s Wmo. Op basis van de prognose door de Sociale Verzekeringsbank denken we dit jaar € 25.000 over te houden.

Op de regionale inkoop van zorg en ondersteuning verwachten we een overschrijding van € 1.198.000. De prognose op basis van de uitgaven tot en met het 3e kwartaal 2020 vanuit de regio Amersfoort laat een kostenstijging van 19 % zien ten opzichte van de realisatie over 2019. Deze toename wordt voor een deel veroorzaakt door de verevening van zorgkosten. Daarnaast stijgen zowel het volume als de inzet van duurdere zorg. De toename in de zorgkosten is een landelijke ontwikkeling die we lokaal gaan analyseren.
Wellicht ten overvloede melden wij dat sprake is van een uitzonderlijke situatie, waar we als regio nu financieel in verkeren. Corona heeft een duidelijk effect op deze financiële prognose. De financiële prognose kent daarmee onzekerheden. Dit vertaalt zich meer dan anders in onzekerheden over de ontwikkeling van de indicaties, mogelijke inhaaleffecten van zorg en verschuiving in de zwaarte van de te leveren zorg, die we regionaal en lokaal blijven analyseren en er op proberen te sturen.

Het overgehevelde budget uit 2019 voor armoedebestrijding wordt niet benut in 2020.
De herijking van het minimabeleid 2017-2019 is verplaatst naar kwartaal 4 2020. Het communicatieplan maakt onderdeel uit van deze herijking. De kosten die hieruit voortvloeien zullen pas in 2021 gemaakt worden. Daarom zal de raad worden voorgesteld het bijbehorende budget ad. € 20.000 nog een keer over te hevelen (naar 2021).

Programma 2 : Financiële analyse baten

Terug naar navigatie - Programma 2 : Financiële analyse baten

Product 200 Vitaliteit
Het culturele leven is voor een groot deel tot stilstand gekomen door de coronamaatregelen. De toekomst is onzeker, in beperkte mate is het opstarten van activiteiten per juni jl. weer mogelijk. Om de acute liquiditeitsproblemen die ontstaan zijn bij een aantal culturele instellingen in Baarn zijn de huur en erfpachtbetalingen tot eind 2020 uitgesteld ((RIB 119939). In november 2020 volgt het besluit over het al dan niet kwijtschelden van de huur. Het risico bedraagt € 70.000. Dit eventuele effect is nog niet in de cijfers verwerkt (zie ook product 490).

De verwachte uitkering voor de SPUK bedraag € 130.000 (80% van de BTW op de uitgaven).

Product 210 Basis/toegang
De ontvangsten van de provincie voor regiotaxi zijn niet structureel begroot (zie onder financiële analyse lasten). Het voordeel op de baten bedraagt € 49.000.

Product 220 Participatie, Wmo en Jeugdzorg
De definitieve beschikking 2020 van de BUIG-middelen laat een voordeel zien van € 294.000.

De eigen bijdragen Wmo vallen lager uit dan begroot. De invoering van het abonnementstarief heeft deze trend in 2019 al in gang gezet. Door corona zijn er over 2 maanden geen eigen bijdragen ontvangen, waardoor de totale inkomsten verder zijn gedaald. We verwachten een nadeel van € 127.000.

Programma 2 : Financiële analyse mutaties reserves