Bijlagen

Ad. 1 Gemeentefonds

Terug naar navigatie - Gemeente

De inkomsten die de gemeente Baarn ontvangt vanuit de algemene uitkering dalen in 2026 met ruim € 3 miljoen t.o.v. 2023.  In de meicirculaire 2023 is er vanaf 2026 en verder € 1,0 miljoen structureel toegevoegd vanwege de invoering van de nieuwe financieringssytematiek. Dit bedrag is voor demping van het ravijn dat ontstaat vanaf 2026.  Vooruitlopend op de meicirculaire 2024 zijn de financiële mutaties zoals aangekondigd in de voorjaarsnota 2024 van het Rijk opgenomen in de onderstaande tabel. Het saldo van de Perspectiefnota wordt op basis van de meicirculaire 2024 definitief bijgesteld. De raadsinformatiebrief over de meicirculaire en het effect op de Perspectiefnota 2025 wordt in juni 2024 opgesteld.

 

Ontwikkeling van het gemeentefonds

Bij de voorjaarsnota 2024 is de opschalingkorting voor gemeente vanaf 2026 teruggedraaid. Hierdoor wordt het 'ravijn' vanaf 2026 wat minder diep. Tevens is bekend gemaakt dat de nieuwe financieringssystematiek al dit jaar wordt ingevoerd. Dit leidt tot een terugval in middelen op de lopende begroting voor 2025. Verder zijn er afspraken gemaakt over het beperken van de specifieke uitkeringen en aanpassing van de financiële verhoudingswet.

Overduidelijk is dat wij minder middelen ontvangen uit de algemene uitkering dan begroot. Zowel de herijking van de maatstaven van het gemeentefonds als, de nieuwe financieringssytematiek (loslaten trap op trap af systematiek) leiden voor de gemeente Baarn tot een korting op de algemene uitkering. In 2021 heeft de Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB) vastgesteld in zijn advies Rust-Reinheid-Regelmaat, dat de bestuurlijke en financiële verhoudingen tussen overheden uit balans zijn. In februari van dit jaar heeft het ROB dit advies opnieuw onder de aandacht gebracht met oog op de Bestuurlijke Overleggen Financiële Verhouding en (BOVF's).  Geconstateerd is dat er een disbalans is tussen taken, verantwoordelijkheden en bekostiging. De uitgaven voor de taken die naar gemeenten komen stijgen harder dan de inkomsten vanuit het Rijk. (Bijlage Ad. 1)

Herijking gemeentefonds

Op basis van de herijking van de maatstaven behoort de gemeente Baarn tot een grote nadeelgemeente. Op basis van het nieuwe verdeelmodel is het nadeel voor de gemeente Baarn maximaal € 148,00 per inwoner. Op basis van afspraken tussen de VNG en het Rijk is besloten de invoering gefaseerd te laten plaatsvinden. Tot 2026 is een deel van de herijking verwerkt. Indien er geen aanpassing plaatsvindt in de maatstaven en het maximum van € 60,00 per inwoner niet wordt gehandhaafd moet de gemeente Baarn voor de jaren vanaf 2027 het resterende deel van € 88,00 per inwoner (oplopend dus tot ruim 2,2 miljoen per jaar) in de begroting verwerken.

Nieuwe financieringssystematiek al in 2024

Vanaf 2024 wordt de koppeling tussen de uitkering gemeentefonds en de groei van de rijksuitgaven los gelaten. Vanaf 2024 wordt de uitkering gemeentefonds geïndexeerd op basis van de ontwikkeling (groei) van het bruto binnenlands product. De nieuwe financieringssystematiek brengt meer stabiliteit in de uitkering, maar schiet tekort om de groei van de uitgaven voor zorgkosten door vergrijzing en infrastructuur (uitbreiding, vernieuwing, renovatie, onderhoud en beheer) op te vangen. Het loslaten van de 'trap op trap af'-systematiek zorgt ervoor,  dat het gemeentefonds op basis van de geraamde groei van rijksuitgaven in 2026 ongeveer 2,3 miljard euro in 2026, oplopend tot 3,4 miljard euro in 2028 lager uitvalt dan als de koppeling met de rijksuitgaven in deze jaren voorgezet zou worden.

Specifieke uitkeringen

Gemeenten kunnen incidenteel extra geld krijgen om specifiek beleid van de Rijksoverheid uit te voeren. De middelen van de specifieke uitkering (SPUK) worden in een aantal gevallen onttrokken uit het gemeentefonds zoals de investeringen voor klimaat, woningbouw en stikstofreductie.  De Rijks overheid bepaalt of een gemeente in aanmerking komt voor deze uitkering maar ook hoeveel geld zij ontvangt en waar het aan besteed mag worden. Specifieke uitkeringen zorgen voor een enorme administratieve- en verantwoordingslast voor de gemeente. 

De SPUK uitkeringen zijn de afgelopen jaren in aantal en volume toegenomen met een stijging van ruim 800% in de afgelopen drie jaar. Bij de voorjaarsnota 2024 is besloten om in de toekomst de verantwoordingslasten te beperken en bestedingsvrijheid te bevorderen. Daarnaast zijn er inspanningen om de financiële verhoudingswet aan te passen en wordt er een plan uitgewerkt om te komen tot een vermindering van het aantal (nieuwe) specifieke uitkeringen.

WMO

Rijk en gemeenten gaan gezamenlijk werken aan de beheersbaarheid van de uitgaven in relatie tot de wettelijk zorgtaken van de Wmo en werken samen om het openeinde-deel van de regeling te beëindigen. Afgesproken is dat in de toekomst de Wmo 2015 niet langer via de algemene uitkering van het gemeentefonds gaat. Er is gekozen voor een aparte financiering waarvoor een ander bekostigingsvorm wordt gekozen. Afhankelijk van deze vorm wordt een geobjectiveerde indexering ontwikkeld die rekening houdt met de kostenontwikkeling, demografie en vergrijzing. 

Verloop algemene uitkering Begroting Begroting Begroting Begroting
2025 2026 2027 2028
Stand algemene uitkering meicirculaire 2023 -46.061 -42.057 -41.675 -39.818
Mutatie september circulaire 2023 -713 -621 -1.318 -3.335
Mutatie december circulaire 2023
Stand algemene uitkering -46.774 -42.678 -42.993 -43.153
Voorjaarsnota 2024 356 -1.365 -1.319 -1.300
Totaal te verwachten bij de meicirculaire 356 -1.365 -1.319 -1.300
Totaal -46.418 -44.043 -44.312 -44.453
Bedragen x € 1.000,-

 

 

Ad. 2 Actualisatie Meerjaren Investeringsplan (MIP)

Terug naar navigatie - Meerjaren investeringplan

Actualisatie Meerjareninvesteringsplan 

Het meerjareninvesteringsplan MIP 2025-2028 is voor deze Perspectiefnota geactualiseerd. Basis is het in de begroting 2024-2027 opgenomen MIP. De planning van de investeringen is aangepast op basis van de meest recente inzichten. Dit leidt tot (incidentele) voordelen in de jaren 2024 tot en met 2028 (zie onderdeel "investeringen verminderen/schrappen" bij het onderdeel "Perspectieven en uitwerking van de scenario's 2025".

Aandachtspunten investeringen

Voor de investeringen in de openbare ruimte (wegen en groen) is er een stelpost kapitaallasten opgenomen. Het IBOR wordt in 2024 geactualiseerd, de benodigde middelen en de planning zijn van invloed zijn op het MIP. Bij het opstellen van de begroting 2025 - 2028 wordt, vooruitlopend op vaststelling in de raad dit najaar, een zo'n reëel mogelijk inschatting en planning gepresenteerd in het MIP.

Voor vervangen van riolering is jaarlijks € 2 miljoen geraamd. Op dit bedrag zijn de al eerder geplande investeringen in riolering (Lage Vuursche en Stationsweg) in mindering gebracht. Voor deze projecten is immers al budget geraamd.

Een eerste kritische beoordeling van de investeringen op basis van beschikbare capaciteit en haalbaarheid heeft geleid tot het meer in de tijd spreiden van de investeringen met betrekking tot theater De Speeldoos, doorfietsroute Amersfoort-Hilversum, aanschaf bedrijfswagens, en het project locatie Hoofdstraat 1. Dit leidt ertoe dat kapitaallasten later in de tijd gaan lopen wat voor de huidige begroting een voordeel is. Dit voordeel is zichtbaar gemaakt bij het scenario "investeringen verminderen/schrappen".

De verschuivingen in tijd betreffen vooral onderwijshuisvesting, Speeldoos, Project locatie Hoofdstraat 1 en  doorfietsroute Amersfoort-Hilversum. Daarnaast is het investeringsbedrag voor vervanging openbare verlichting in de jaren 2025 tot en met 2027 teruggebracht van € 1,2 miljoen naar € 0,8 miljoen per jaar. Daarnaast is de geplande investering voor de Waldheim-Mavo geschrapt.

Meerjareninvesteringsplan 2024-2028 (bedragen x € 1.000)
Investeringscategorie Omschrijving kredieten 2024 2025 2026 2027 2028 Status Besluit
Diverse restantkredieten 2023 Grond Poort van Baarn 300 T Jaarrekening 2022 en 2023
Fietspad Soest-Hilversum 292 T Jaarrekening 2022 en 2023
Stationsweg wegen 425 T Jaarrekening 2022 en 2023
Stationsweg riolering 455 T Jaarrekening 2022 en 2023
IBOR 2024 Projecten 2024 beheer openbare ruimte 1.630 T Raad 27 maart 2024
Gebouwen De Speeldoos/Bibliotheek (incl. restant 2023) 176 611 4.000 T Raad 8 december 2021
Gebouwen Verduurzaming gemeentelijk vastgoed (incl. restant 2023) 985 300 T/R Najaar 2021
Riolering Riolering (Lage Vuursche) 319 319 T/R Raad 21 april 2021
Verharding Wegen (Lage Vuursche) 489 489 T/R Raad 21 april 2021
Verharding Doorfietsroute Amersfoort-Hilversum 100 450 450 400 R Begroting 2024
Groen Regulier 233 233 233 T/R Raad 21 april 2021
Speeltoestellen Speeltoestellen (incl. restant 2023) 130 85 85 85 T/R Begroting 2022
Speeltoestellen Aanleg skatebaan 280 T/R RB 2024
Bedrijfswagens 3 bedrijfswagens buitendienst (incl. restant 2023) 225 T/R Begroting 2022
Verharding Brink 2020 300 T Jaarrekening 2020
Gebouwen IHP Onderwijshuisvesting (incl. restant 2023) 180 3.930 7.588 R PPN 2023
Gebouwen Gemeentehuis (inclusief restant 2023) 1.379 T PPN 2023
Gebouwen Project locatie Hoofdstraat 1 (inclusief restant 2023) 250 250 2.000 1.200 T PPN 2023
Verlichting Vervanging openbare verlichting 1.200 800 800 800 R PPN 2024
Vastgoed Verbouwing De Leuning 150 T Raad februari 2024
Bestuur Vervangen audiovisuele apparatuur raadzaal 190 T Raad januari 2024
Totaal 6.220 3.631 7.759 15.106 2.080
Investeringen (kapitaalllasten opgenomen in PPN 2025)
Crisisbeheersing en brandweerzorg Brandputten 50 PPN 2025
Bestuur Aanpassing meubilair raadszaal 50 PPN 2025
Maatschappelijk vastgoed Verduurzaming oudbouw gemeentehuis p.m. PPN 2025
Mobiliteit Poort van Baarn 1.000 PPN 2025
Informatie Nieuwe hardware 78 PPN 2025
IBOR 2024
Openbare ruimte Aanleg en constructie verharding p.m. p.m. p.m. p.m. PPN 2025
Openbare ruimte Groen p.m. p.m. p.m. p.m. PPN 2025
Openbare ruimte Vervanging Riolering 1.681 1.681 2.000 1.545 PPN 2025
Totaal 1.781 2.759 2.000 1.545
Totaal na vaststelling PPN 2025 6.220 5.412 10.518 17.106 3.625
R = Reservering; T= toekenning

Ad. 3 Verbonden Partijen

Terug naar navigatie - verbon

De gemeente werkt samen met een groot aantal verbonden partijen. Verbonden partijen zijn in verband met de schaalgrootte van onze gemeente onmisbaar om uitvoering te geven aan verschillende gemeentelijke taken. Als gemeente zijn wij uiteindelijk verantwoordelijk voor de realisatie van de beoogde doelstellingen van de beleidsprogramma's waaraan de verbonden partij een bijdrage levert. De bijdrage aan de verbonden partijen stijgt voor 2025. 

Vanuit het scenario gerichte keuzes gaan wij aan de slag om richting de verbonden partijen een ombuigingsopdracht voor 2026 mee te geven. Hoe wij dit doen en hoeveel wij hier eventueel financieel kunnen besparen wordt toegelicht in het tweede deel van deze Perspectiefnota 

De bijdrage aan de verbonden partijen stijgt in 2025 fors mede door de verwachte CAO loonsverhoging, met uitzondering van het Regionaal Werkbedrijf Amersfoort (RWA). Gezien het financieel perspectief verwacht het College van de verbonden partijen terughoudendheid in de planvorming. Dit draagt het College actief uit in de reguliere gesprekken met deze partijen. De kadernota's 2025 van de verbonden partijen houden geen rekening met een taakstelling voor de komende jaren. Op basis van de door de verbonden partijen aangeleverde begrotingen voor 2025 en de daarin opgenomen bijdrage van gemeente voor 2025, zijn de onderstaande aanvullende bedragen opgenomen.

2. Verbonden partijen en regionale samenwerking programma 2025 2026 2027 2028
VRU 124 N 124 N 124 N 124 N
RID 58 N 58 N 58 N 58 N
BBS 188 N 188 N 188 N 188 N
GGDrU 60 N 60 N 60 N 60 N
RWA AMFORS -3 V -3 V -3 V -3 V
RMN 197 N 197 N 197 N 197 N
RUD 48 N 48 N 48 N 48 N
Regio Amersfoort 0 N 0 N 0 N 0 N
Totale kosten verbonden partijen 672 N 672 N 672 N 672 N
Een min teken (-) geeft een positief saldo weer bedragen x € 1000

Ad. 4 Indexering

Terug naar navigatie - Indexering

Voor de Programmabegroting 2025-2028 worden conform besluit bij de perspectiefnota 2023 (383207) verschillende indexeringen toegepast. Er wordt dan onderscheid gemaakt in:

  1. Loongevoelige budgetten
  2. Prijsgevoelige budgetten
  3. Subsidie budgetten

Voor de indexering gebruik te maken van kerngegevenstabel MEV gepubliceerd door het Centraal Economisch Plan bureau (CEP) tabel Prijzen, overheid nationale cpi en cao-loon marktsector. Voor berekening wordt de loon-en prijsbijstelling voor het jaar (t) vastgesteld op basis van de voorlopige ramingen voor het jaar t+1. Omdat de loon- prijsbijstelling pas definitief wordt vastgesteld vindt in het macrokader (t-1) zal dit in het jaar volgend worden gecorrigeerd.

Voorbeeld

Berekening prijsindex percentage voor de begroting 2025 (jaar T)
CPI 2025 op basis van CEP 2024  (afgeleide nationale consumentenprijsindex jaar T+1)   2,70%  
Vastgestelde index 2023 op basis van het CEP 2024 (jaar T-1) 3,00%    
Toegepaste indexatie begroting 2023-2026  2,60%   -/-
Te weinig/teveel geïndexeerd in 2023 0,40% 0,40% +/+
Indexatie voor de begroting 2025   3,10%  

Voor subsidies wordt een combinatie 2/3 loongevoelig en 1/3 prijsgevoelig budget toegepast.

Deze methode van indexeren zorgt ervoor dat budgetten (achteraf na opstellen van de begroting) die te hoog of te laag werden geïndexeerd, worden gecorrigeerd. Voor de indexatie wordt gebruik gemaakt van de kerngegevenstabel raming februari 2024 (CEP 2024). Voor het berekenen van de indexatie wordt er gekeken naar "prijzen, overheid, afgeleide cpi en cao-loon marktsector”. Op basis van de huidige systematiek worden de prijsgevoelige budgetten geïndexeerd met 3,1% en subsidiebudgetten met 5,4%. 

 

Eind dit jaar loopt de CAO 2024 gemeente af. Voor 2025 is er nog geen indexatie van de loonkosten bekend. In 2025 zullen de salarislasten op basis van de nieuwe CAO worden aangepast en alsnog in de begroting van 2025 worden verwerkt.

 

Heffingen : voor de heffingen (zoals de rioolheffing en de afvalstoffenheffing) is het uitgangspunt dat de lasten geheel worden gedekt door de baten (de tarieven). Dus 100% kostendekkend.

Ad. 5 Stand Algemene Reserve

Terug naar navigatie - Stand algemene reserve

Algemene reserve

De ontwikkeling van de algemene reserve wordt in de onderstaande tabel weergegeven. Met verwerking van het resultaat jaarrekening 2022 is het saldo van de algemene reserve op 1 januari 2024 bijna € 17,5 miljoen. 

Verwachte toevoegingen komende jaren

De komende jaren  verwachten wij bedragen toe te voegen aan de algemene reserve. Vanwege het feit dat de hoogte van deze bedragen en het tijdstip waarop wij deze ontvangen onzeker is, mag hier vanuit de richtlijnen geen rekening mee gehouden worden bij het opstellen van de begroting. Middelen die toegevoegd zullen worden aan de algemene reserve komen voort uit:

  1. het afstoten van maatschappelijk vastgoed (conform het plan maatschappelijk vastgoed);
  2. een verwacht positief jaarrekening resultaat 2023;
  3. en de verkoop van gronden zoals Montini en in de Baarnse zoom worden de komende tijd aan de algemene reserve toegevoegd.

Op 1 januari 2025 bedraagt de stand van de algemene reserve circa € 17,9 miljoen, inclusief het (voorlopige) rekeningresultaat 2023.

De komende jaren daalt het saldo vervolgens naar circa  € 16,7 miljoen. Enerzijds door het dekken van incidentele lasten uit Perspectiefnota's, de College agenda 2022-2026 en de begroting; de lijn is dat alle incidentele uitgaven ten laste worden gebracht van de algemene reserve.  Anderzijds is er sprake van verwachte toevoegingen uit verkoop grond en maatschappelijk vastgoed.

De hoogte van de algemene reserve gekoppeld aan de benodigde weerstandscapaciteit.

Bij het behandelen van het raadsvoorstel; "financiële uitgangspunten en keuze en scenario's" (raadsvergadering van 28 februari 2024) heeft de raad besloten om de ondergrens van € 10 miljoen voor de algemene reserve los te laten. De hoogte van de algemene reserve wordt vanaf 2024 gekoppeld aan de benodigde weerstandscapaciteit. Deze capaciteit wordt in de begroting berekend aan de hand van de risico’s. Hoe groter de omvang en kans van risico's, hoe hoger de algemene reserve dient te zijn en andersom.

De benodigde weerstandscapaciteit is vastgelegd in de nota risicomanagement & Weerstandsvermogen 2024 - 2029. Voor de ratio weerstandsvermogen streeft de gemeente naar een ratio van 1.0 waarbij de toegestane ondergrens  0,8 bedraagt. Bij de jaarrekening en in de begroting is de benodigde weerstandscapaciteit opgenomen in de verplichte paragraaf ‘Weerstandsvermogen en risicobeheersing’.  Hiermee is het risicomanagement onderdeel van onze planning en control cyclus. Er wordt minimaal twee keer per jaar een nieuwe inventarisatie gemaakt van de mogelijke risico's. Voor de gemeente Baarn is dit in 2024 begroot op € 5,7 miljoen. In de jaarrekening 2023 is dit bedrag toegenomen en zijn de werkelijke risico's berekend op een bedrag van € 8 miljoen. Het risicobedrag is toegenomen door klimaatrisico's, negatieve effecten herijking gemeentefonds en garantstellingen voor geldleningen.

Door de benodigde weerstandscapaciteit te koppelen aan de algemene reserve kan de minimale hoogte van de algemene reserve fluctueren. Bij het actualiseren van de ‘nota Reserves en Voorzieningen’ wordt een voorstel gedaan met regels voor de hoogte en de inzet van de algemene reserve en het gebruik van bestemmingsreserves. De nota Reserves en Voorzieningen wordt in het najaar van 2024 geactualiseerd.

 

Verloop overzicht algemene Reserve 2024-2028
Bron Omschrijving verloop 2024 2025 2026 2027 2028
Beginstand 17.460.029 17.917.627 16.259.627 15.400.627 15.049.627
Raadsbesluit 2024 Rekeningresultaat 2023 (voorlopig) 3.400.000
Begroting 2023 College agenda 2022-2026 -485.000 -190.000 -35.000
Begroting 2023 Perspectiefnota 2023 -231.000 -280.000 -264.000 -66.000 -51.000
Raadsbesluit 2024 Budgetoverheveling 2023 naar 2024 (voorstel) zknr. 885090 -1.076.959
Raadsbesluit 2020 Verrekening AR met voorziening wegen (234695) 115.000
Raadsbesluit 2023 Inhuurbudget begroting 2023 -400.000 -350.000 -200.000
Raadsbesluit 2023 IHP VBK HBL van 2024 naar 2023 (afschrijvingslasten) -15.000
Raadsbesluit 2023 Motie extra subsidie theater De Speeldoos -120.000 -120.000
Perspectiefnota 2024 Uitv. Besluit en beleid - Leren & ontwikkelen tlv Alg.reserve -125.000
Raadsbesluit 2024 Maatregelen Laanstraat -84.500
Raadsbesluit 2024 Ziekenhuislocatie Molenweg -372.000
Raadsbesluit 2024 Nutsgebouw / Kinderboerderij Cantonspark -130.000
Raadsbesluit 2024 Energie besparen door LED-veldverlichting bij sportvelden -142.943
Raadsbesluit 2024 Marimbaschool (voorstel) -90.000 -90.000 -90.000
Perspectiefnota 2025 Geraamde incidentele lasten PPN 2025* -503.000 -270.000 -195.000
Totaal mutaties 457.598 -1.658.000 -859.000 -351.000 -51.000
Eindstand 17.917.627 16.259.627 15.400.627 15.049.627 14.998.627
Bedragen x € 1,-
* Dekking incidente lasten van de verschillende incidenteel gevraagde budgetten bij de PPN 2025
Verwachtte toevoeging de komende jaren*
Grondverkoop Montini 1.200.000
Afstoten maatschappelijk vastgoed zknr. 883944 Eemnesserweg 15 500.000
Verkoop Baarnsche Zoom PM
1.200.000 500.000 0 0 0
Verwachtte eindstand op basis van aanname 19.117.627 17.959.627 17.100.627 16.749.627 16.698.627
Bedragen x € 1,-
* vanwege de onzekerheid over het tijdstip waarop de bedragen binnen komen en de onzekerheid van de hoogte van de verschillende bedragen wordt conform de richtlijnen voor de begroting hier niet meegerekend.

Ad. 6 Financiële uitgangspunten, vastgesteld op 28 februari 2024

Terug naar navigatie - nieuw

Financiële uitgangspunten, vastgesteld op 28 februari 2024

1. Structurele middelen begroting
De volgende vijf uitgangspunten zorgen samen voor balans tussen de structurele inkomsten en uitgaven in de begroting.

  1. De minimale eis is dat het eerste of het laatste jaar van elke meerjarenbegroting structureel sluitend is. (Conform minimale eis toezichthouder en advies VNG). De intentie blijft om de begroting de eerste twee jaar achtereenvolgend structureel sluitend te hebben. Hier kan gemotiveerd van worden afgeweken, bijvoorbeeld bij onzekere en veranderende inkomsten vanuit het Rijk. Afwijking van deze intentie wordt gemotiveerd vastgelegd in de perspectiefnota. 
  2. Uitgaven voor nieuwe initiatieven of onvoorziene kosten tijdens de uitvoering van de begroting worden gedekt binnen het toegewezen programmabudget (vervanging van bestaande uitgaven). Als de middelen binnen het programmabudget niet toereikend zijn, wordt door het College een afweging gemaakt binnen het hele begrotingskader.
  3. Bij onverwachte structurele financiële tegenvallers zoals korting op de algemene uitkering, of crisis van buitenaf, worden zowel de begroting als deze uitgangspunten van het volledige begrotingsbeleid opnieuw geëvalueerd. Er wordt geen enkel onderwerp of thema uitgesloten tijdens deze integrale heroverweging.
  4. Ieder besluit van raad en college is voorzien van financiële dekking. Dit geldt ook voor moties en amendementen. Voor incidentele uitgaven kan de dekking worden gevonden in de algemene reserve of het begrotingssaldo indien deze positief is.
  5. We investeren alleen als er (structurele) financiële ruimte is binnen de begroting. De investeringen worden conform de nota investeren, activeren en afschrijven behandeld. Bij de beoordeling van de voorgenomen investering evenals de eventuele noodzakelijke lening worden de kengetallen en het weerstandsvermogen meegenomen in de overweging.

2. Algemene reserve

De hoogte van de algemene reserve is gekoppeld aan de benodigde weerstandscapaciteit. Deze capaciteit wordt in de begroting berekend aan de hand van de risico’s. Hoe groter de omvang en kans van risico's, hoe hoger de algemene reserve dient te zijn en andersom.
Bij het actualiseren van de ‘nota reserves en voorzieningen’ wordt een voorstel gedaan met regels voor de hoogte en de inzet van de algemene reserve en het gebruik van bestemmingsreserves. 

3. Indexatie van de begroting

Voor de indexering wordt gebruik gemaakt van de kerngegevenstabel MEV gepubliceerd door het Centraal Economisch Plan bureau (CEP). Concreet is dit de tabel ‘prijzen, overheid nationale CPI en cao-loon marktsector’. De loon-en prijsbijstelling voor het jaar (t) wordt vastgesteld op basis van de voorlopige ramingen voor het jaar t+1. Omdat de loon- prijsbijstelling pas definitief wordt vastgesteld in het macrokader (t-1) wordt dit in het jaar volgend aan jaar (t) gecorrigeerd. De indexatie wordt gebaseerd op de kerngegevenstabel van het Centraal Economisch Plan, die in maart
wordt gepubliceerd.

4. Financiële kengetallen

De kengetallen zijn een verplicht onderdeel van de financiële begroting en verantwoording. Deze geven inzicht in de financiële positie en exploitatieruimte van onze gemeente. De kengetallen spelen een
belangrijke rol bij het beoordelen van beleidsvoorstellen omdat hiermee inzicht kan worden gekregen in de financiële consequenties van deze voorstellen. De financiële kengetallen geven in combinatie met elkaar inzicht in de financiële weerbaarheid en wendbaarheid van de begroting. 
Voor de signaalwaarden van de kengetallen sluiten wij aan bij het gemeenschappelijke financiële toezichtkader van de provincies.
Voor nieuw beleid en investeringen moet het effect op de kengetallen meegewogen worden in de besluitvorming.

Ad. 7 Ontwikkeling medebewindstaken

Terug naar navigatie - tekst

De voortzetting van beleid, nieuwe wetgeving en veranderende wetgeving alsmede allerlei maatschappelijke en economische ontwikkelingen vragen om veel inzet vanuit onze gemeente. Het actualiseren van de verschillende beleids- en onderhoudsplannen vragen de komende jaren een extra financiële impuls om te kunnen voldoen aan de vastgestelde normen en wettelijke regelgeving. Te denken valt hierbij aan de verduurzaming van het maatschappelijk vastgoed en de beheer- en onderhoudsplannen van wegen, riolering en groen. Deze ambities zijn opgenomen in het eerste deel van deze perspectiefnota. 
Zoals hierboven al aangegeven, adviseert de VNG om voor de ombuigingen met name te focussen op taken in medebewind. Medebewindstaken zijn de taken die de gemeente móet doen om landelijke wetten of provinciale voorschriften uit te voeren. Zij vormen het grootste deel van de gemeentelijke begroting en hebben daardoor invloed op de ruimte voor eigen beleidskeuzes. 

Digitalisering

De Wet digitale overheid bepaalt de regelgeving voor verdere digitalisering van de overheid op de verschillende niveaus. Het Rijk heeft een brede agenda ontwikkeld voor een verdere digitalisering van het openbaar bestuur waaronder de gemeente. Binnen onze gemeente zijn wij bezig met vergaande digitalisering en het goed inzetten van dienstverleningskanalen. In 2025 hebben wij extra middelen gereserveerd voor een verdere uitvoering van dit beleid.

Omgevingswet

Per 1 januari 2024 zijn de Omgevingswet en de daarmee samenhangende Wet kwaliteitsborging bouw in werking getreden. Hoewel het uitgangspunt van het Rijk is dat de invoering van de wet kostenneutraal is, zijn er sterke signalen dat dat niet het geval is. De invoering van de Omgevingswet is gepaard gegaan met verplichte inspanningen en stevige veranderopgaven. Ondanks de invoering begin dit jaar is er ook in 2025 extra inzet nodig verder verbetering van (werk) processen en doorvoering van het veranderende beleid.

Wet Open Overheid

Op 1 mei 2022 is de Wet open overheid (Woo) in werking getreden om te zorgen dat overheidsinformatie beter vindbaar, uitwisselbaar en eenvoudig te ontsluiten is. Informatie is openbaar tenzij het de privacy raakt of er een andere uitzonderingsgrond uit de Woo geldt. Om aan de nieuwe eisen te kunnen voldoen, loopt binnen de gemeente Baarn een implementatietraject en is de structurele inzet van een privacy officer noodzakelijk. In 2027 moet de Woo geïmplementeerd zijn, met nog 3 jaar extra voor het op orde krijgen van het informatiebeheer. 

Klimaatbeleid

De gemeente vervult een sleutelrol bij de uitvoering van het klimaat- en energiebeleid. Het Rijk heeft extra middelen beschikbaar gesteld in de vorm van Specifieke uitkeringen (SPUK) om de taken op dit gebied goed te kunnen uitvoeren.  Uit onderzoek van de Raad van Openbaar Bestuur (ROB) blijkt dat de jaarlijkse kosten die wij als gemeenten moeten maken voor de uitvoering van het klimaatbeleid, ruim 40% hoger liggen dan gedacht. De nieuwe taken en activiteiten, onder andere op het gebied van netcongestie, collectieve warmte en soortenbescherming bij isolatie, maar ook de verplicht CO2 monitoring vragen veel extra capaciteit en middelen.

Sociaal Domein

De landelijke Hervormingsagenda Jeugd betekent dat wij aan de slag gaan met verdere hervorming van de jeugdzorg. De hervormingsagenda bevat een groot pakket afspraken om de jeugdzorg te verbeteren en financieel houdbaar te krijgen. Met de hervormingsagenda is  een grote taakstelling ingeboekt. De taakstelling op het Sociaal Domein loopt daarmee op tot ruim 1 miljoen euro voor de gemeente Baarn. Op basis hiervan zijn wij sinds 2021 aan de slag met de verschillende maatregelen om de effectiviteit van onze ondersteuning te verbeteren en aan de andere kant de kosten te verlagen. 

Woningbouwoverzicht

Terug naar navigatie - tekst
Voortgang woningbouwprogramma (peildatum april 2024)
Excel versie op verzoek van raad "Mandjes" uit de Visie Wonen 2019
Woningbouwproject aantal nieuwbouw aantal sloop soc huur tot € 950,- tot € 200.000 € 200.000 - € 300.0000 gecl. woonzorg alternat. overig
( woningen gerealiseerd of pijplijn(vergund/in proc.)
Gerealiseerd
Smutslaan 14 0 14
Nieuwstraat 11 8 0 8
Amalialaan 2 4 1 4
Koffrieterrein (Noorderstraat 61-63) 6 1 6
Eemnesserweg 55a-59 (kooijhoek) 6 0 6
Plataanlaan 36 1 0 1
Nieuw Baarnstraat 1-7 21 1 21
De loef 28 0 28
Cantonlaan 17 1 0 1
Zandvoortweg 27 1 0 1
Heuveloordstraat 11a/b 8 1 8
Verbindingsweg 9 0 9
Eemweg 2-8 19 0 6 13
Wilhelminalaan 3a 1 0 1
Amalialaan 1 9 0 9
Oude smederij/Dorpstraat Lage Vuursche 3 1 3
Zandvoortweg 144 2 1 2
Wilheminalaan 3 15 0 15
Kampstraat 2b 6 0 6
Oranjeloods 1 0 1
Kloosterlaan 29 32 0 32
Brinkstraat 32 5 0 5
Tromplaan 1 3 0 3
Weteringstraat 69 2 0 2
Gaspard 13 0 13
Troelstralaan 39 24 39
Oosterstraat 42-46 8 8
subtotaal 265 30 76 20 8 0 32 0 129
Vergunning verleend
Van Heemstralaan 43 6 1 6
Ericastraat 28 28
Hoogwolde 90 30 30 10 20
Nieuwstraat 13 9 9
Zuidereind 6 2 2
Zandvoortweg 132 5 5
Van Galenlaan 3b 5 5
subtotaal 145 1 30 30 0 10 0 0 75
Bestemmingsplan gewijzigd
Montini 29 12 17
Prinses Marielaan 13 1 1
Zandvoortweg 140 2 2
Drakenburgerweg 23-25a Baarnhuis 16 2 16
Drakenburgerweg 73 1 1
subtotaal 49 2 12 0 0 17 16 0 4
In procedure
Jacob Van Lenneplaan 39 2 1 2
Bakker Baarn/Hof van Baarn 37 37
Boemerang /Eemnesserweg 58-60 14 14
Bedrijfspand Pasveer Schoolstraat 25 25
Baarnsche Zoom 500 100 50 100 250
Amalialaan 39 18 18
Koningsweg 4 10 10
Nieuwstraat 5 7 7
Amalialaan 27 Bureau Bos 5 5
Kemphaanstraat 60 24 60
Paaskerk 3 3
Kloosterlaan 2 2 2
Hoofdstraat 23 6 6
Nieuw Baarnstraat 33 7 7
subtotaal 696 25 160 50 0 100 0 0 386
Totaal aantal nieuwbouwwoningen 1155 58 278 100 8 127 48 0 594
Totaal netto-toevoeging (nieuwbouw min sloop) 1097
Overige potentiele woningbouwlocaties
woningbouwproject inschatting o.b.v.locaties of eerder schetsplan
aantal nieuwbouwwoningen aantal sloop soc huur tot € 950,- tot € 200.000 € 200.000 - € 300.0000 gecl. woonzorg alternat. overig
Mogelijke locaties genoemd in Visie Wonen waar nog geen plan voor is
Zandvoortweg 63 5
Poorthuis 5
bedrijfspand van Heemstralaan 2-4/Boskamp 5
Meander (poli, 1,5 lijns zorg, zorghotel, zorgwonen) PM
Brinkzicht (Arcade) 40-50
totaal 76-105 0 0 0 0 0 0 0 0
Schetsplannen woningen o.b.v. schetsplan aantal sloop soc huur tot € 950,- tot € 200.000 € 200.000 - € 300.0000 gecl. woonzorg alternat. overig onbekend
Zandvoortweg 142 4 2
Acacialaan 40 10 1 5 5
Zandvoortweg 60 19 12 7
Drakenburgerweg 2 - perceel Staal 0
Zandvoortweg 11 ?
Laanstraat 68 2 5
Laanstraat 64 4 6
Zuidereind 27 1 1
Drakenburgerweg 51 25 25
Santvoorde 136 45 37 35 64
Totaal 201 46 37 47 0 5 6 0 72 37